![]() |
A Z E R B E I D Z J A N |
![]() |
![]() |
Politiek
In 2001 trad Azerbeidzjan toe tot de Raad van Europa
Na de instorting van het Russische Rijk tijdens de eerste Wereldoorlog riep Azerbeidzjan zijn onafhankelijkheid uit en ontstond de democratische republiek Azerbeidzjan. Het was de eerste democratische moslimrepubliek ter wereld en ze bestond slechts 2 jaar (1918-1920). Toen viel het Rode Leger van de toenmalige Sovjet-Unie Azerbeidzjan binnen en werd het land gewoon één van de vijftien republieken van de Sovjet-Unie.
Azerbeidzjan herstelde zijn onafhankelijkheid na de instorting van de Sovjet-Unie in 1991, samen trouwens met de buurlanden Armenië en Georgië. In het zuidwesten, gescheiden van de rest van het land door Armenië, ligt de autonome enclave Nachitsjevan.
De voorbije jaren zijn er in Azerbeidzjan herhaaldelijk inbreuken gepleegd op het recht op vrije meningsuiting, met vaak journalisten als slachtoffer. Nochtans is dit recht voorzien in artikel 47 van de grondwet. In 2005 verklaarde de president nog dat "het onaanvaardbaar was dat journalisten aangevallen worden door mensen in dienst van de regering". Ook als partij bij een aantal internationale verdragen is Azerbeidzjan ertoe gehouden het recht op vrije meningsuiting te respecteren en te bevorderen.
Het recht op vrije meningsuiting en op vergadering uitoefenen in Azerbeidzjan is niet zo vanzelfsprekend. De politie drijft demonstraties meestal hardhandig uiteen. Erg kritische journalisten worden aangevallen, gevangengezet of krijgen boetes op basis van één of andere gefabriceerde beschuldiging. Eén journalist werd zelfs uitgewezen naar Turkije waar hij het risico liep op marteling of andere mishandelingen. Ook politici van de oppositie krijgen het vaak zwaar te verduren.
Parlementsverkiezingen worden om de vijf jaar gehouden, meer bepaald op de eerste zondag van november. De Nieuw Azerbeidzjan Partij en onafhankelijke aanhangers van de heersende regering beschikken momenteel bijna over alle 125 parlementszetels. Bij de parlementsverkiezingen in 2010 wisten de oppositiepartijen, Musavat en de Azerbeidzjaanse Volksfront Partij (APFP), geen enkele zetel te winnen. Europese observators vonden tal van onregelmatigheden in de aanloop naar de verkiezingen en op de verkiezingsdag, maar dit werd niet verder onderzocht.
De uitvoerende macht is in handen van de president, die rechtstreekse verkozen wordt via verkiezingen voor een termijn van vijf jaar. De president is gemachtigd om het kabinet te vormen, een inferieur uitvoerend orgaan. De rechterlijke macht berust bij het Grondwettelijk Hof, het Hooggerechtshof en het Economisch Hof. De voorzitter benoemt de rechters in deze rechtbanken.
De Veiligheidsraad, opgericht in 1997, is het overlegorgaan van de president en hij organiseert het volgens de grondwet.
Hoewel Azerbeidzjan diverse verkiezingen heeft gehad sinds het herstel van zijn onafhankelijkheid en het veel van de formele instituties van een democratie heeft, blijft het geclassificeerd als "deels vrij" in het rapport van 'Freedom House 2009'.
Jabbar Savalan, 20 jaar en actief lid van de jongerenafdeling van de oppositiepartij Azerbeidzjaans Volksfront, werd tot een gevangenisstraf van 2,5 jaar veroordeeld omwille van zijn activiteiten op Facebook. Amnesty International beschouwt hem als een gewetensgevangene.
Jabbar, een geschiedenisstudent aan de universiteit van Sumgayit, nam geregeld deel aan demonstraties en bijeenkomsten die gericht waren tegen het overheidsbeleid. Begin januari 2011 plaatste Jabbar een kritisch artikel op Facebook. Dit artikel, oorspronkelijk gepubliceerd in een Turkse krant, beschrijft de Azerbeidzjaanse president als corrupt en als gokker. In februari riep hij via Facebook, geïnspireerd door de Arabische Lente, op tot een 'Dag van Woede'.
Jabbar werd in februari gearresteerd en werd beschuldigd van drugsbezit. Hij werd geslagen tijdens zijn verhoring en werd gedwongen een bekentenis te ondertekenen. Amnesty gelooft dat deze beschuldigingen vals zijn en dat Jabbar wordt vastgehouden omwille van zijn kritische uitlatingen. Ook de advocaat van Jabbar, die zich eveneens kritisch uitliet ten aanzien van de overheid, wordt bedreigd.
Leyla en Arif Yunus, beiden mensenrechtenactivisten, zitten sinds 2014 in de cel. De gezondheid van Leyla is zorgwekkend.
Mensenrechtenactiviste Leyla Yunus werd na verschillende bedreigingen door de politie op 30 juli 2014 gearresteerd. Als voorzitter van het Instituut voor Vrede en Democratie in Azerbeidzjan riep ze op tot vreedzame betrekkingen met buurland Armenië en een boycot van de Europese Spelen die in juni 2015 in Azerbeidzjan worden gehouden.
Ook bekritiseerde ze het repressieve beleid van de regering. Ze moest dit bekopen met een gevangenisstraf op basis van verzonnen aanklachten, waaronder landverraad, belastingontduiking en fraude.
Haar man, historicus en mensenrechtenactivist Arif Yunus, werd een week na haar arrestatie eveneens opgepakt. Ze mogen geen contact hebben met elkaar. Recent schreef ze hem een hartverscheurende open brief waarin ze haar verdriet uitspreekt over het feit dat ze na 36 jaar samenzijn nu gescheiden van elkaar moeten leven.
Amnesty ontving recentelijk verontrustende berichten over de gezondheid van Leyla Yunus. Ze krijgt geen adequate medische behandeling voor haar diabetes en nierproblemen.
Uiteindelijk kwamen beiden voorwaardelijk vrij eind 2015, om medische redenen.
In 1988 raakte Azerbeidzjan betrokken in een conflict om Nagorno Karabach. Het land werd aangevallen door Armenië, dat 20% van Azerbeidzjan bezette, een bezetting die nog steeds voortduurt. In 1991 escaleerde het conflict tot een daadwerkelijke oorlog. In 1994 werd er een wapenstilstand gesloten.
Het bezette gebied beslaat niet alleen Karabach, maar ook een groter gebied daaromheen. Meer dan 25.000 Azerbeidjaanse burgers werden gedood, meer dan een miljoen Azerbeidjanen sloegen op de vlucht. Vandaag heeft Azerbeidzjan het hoogste aantal vluchtelingen in verhouding tot het aantal inwoners -ongeveer 1 op 7 Azeri is een vluchteling.
De republiek Artsach, ook bekend als Nagorno-Karabach is een internationaal niet erkende staat (11.430 km², 150.932 inwoners in 2015). Het gebied behoort formeel dus tot Azerbeidzjan, maar de facto is het een onafhankelijke republiek. De hoofdstad van Artsach is Stepanakert.
Ten tijde van de Sovjet-Unie was de Nagorno-Karabachse Autonome Oblast een etnisch grotendeels Armeense, autonome oblast van de Azerbeidzjan. Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd in de oblast, dat al in een gewapend conflict met Azerbeidzjan verwikkeld was, op 2 september 1991 de Republiek Nagorno-Karabach uitgeroepen. Op 6 januari 1992 verklaarde de republiek zich ook onafhankelijk. De strijd met Azerbeidzjan duurde tot aan het staakt-het-vuren in 1994. Sindsdien heeft de Republiek Nagorno-Karabach (die in 2017 werd hernoemd tot de Republiek Artsach) de de facto controle over het gebied dat ze op het moment van de wapenstilstand in handen had. Dat gebied komt ongeveer overeen met die van de voormalige oblast, maar de republiek heeft ook controle over aangrenzende delen ten westen en ten zuiden ervan tot aan de grenzen met Armenië en Iran, wat het oppervlak van de republiek bijna drie keer zo groot maakt. Enkele kleinere delen in het noorden en oosten van de voormalige oblast zijn in handen van Azerbeidzjan.
Op zondag 27 september 2020 braken opnieuw hevige gevechten uit tussen Armeense separatisten en het Azerbeidzjaanse leger, met al direct tientallen slachtoffers aan beide zijden. De Armeense premier Nikol Pasjinian riep de internationale gemeenschap op ervoor te zorgen dat Turkije zich niet zou bemoeien met het conflict. Turkije, een bondgenoot van Azerbeidzjan, had eerder scherpe kritiek geuit op Armenië nadat er 's ochtends beschietingen tussen Armeense en Azerbeidzjaanse troepen waren uitgebroken. Pasjinian zei dat het gedrag van Turkije verwoestende gevolgen kan hebben voor de zuidelijke Kaukasus en aangrenzende regio’s.
De separatistische regio kondigde de staat van oorlog af en mobiliseerde de burgers. Alle inwoners vanaf 18 jaar werd opgedragen om zich voor te bereiden op de strijd.
EU-president Charles Michel was erg bezorgd en riep beide partijen op onmiddellijk en zonder voorwaarden terug te keren naar de onderhandelingstafel.
De Franse regering deed een soortgelijke oproep. Frankrijk is samen met de VS en Rusland medevoorzitter van de zogeheten Minsk-groep, die bemiddelt tussen het christelijke Armenië en het islamitische Azerbeidzjan. En van zijn kant waarschuwde Turkije Armenië om direct te stoppen met “provocerende” vijandelijkheden die “de regio in vlam zullen zetten”.
Azerbeidzjan zette zijn militair offensief in de betwiste regio verder. Over en weer werden er slachtoffers gemeld, soms onder de burgers.
Op 10 november werd door beide betrokken landen, Armenië en Azerbeidzjan, een staakt-het-vuren opgelegd om het conflict van 2020 te beëindigen. Op 15 december droeg de Republiek Artsach meer dan 72% van zijn grondgebied over aan Azerbeidzjan.
Celstraf voor mensenrechtenwerk!
Elchin Mammad is een mensenrechtenverdediger en journalist uit Azerbeidzjan. Op 30 maart 2020 werd hij gearresteerd, nadat hij online een kritisch artikel had gepubliceerd over de mensenrechtensituatie in zijn land.
Hij werd veroordeeld voor diefstal en illegaal wapenbezit. Elchin denkt dat de politie zelf de zogenaamde gestolen juwelen en wapens in zijn huis heeft gelegd.
Het was niet de eerste keer dat Elchin vanwege zijn werk voor de mensenrechten in aanvaring kwam met de autoriteiten.
Ook vele andere mensenrechtenverdedigers en politieke activisten wordt sinds 2013 het werken moeilijk gemaakt. De regering grijpt de coronacrisis aan om de onderdrukking op te voeren.
Wetenschappers riskeren 20 jaar cel!
De Azerbeidzjaanse autoriteiten arresteerden onderzoekers Igbal Abilov en Bahruz Samadov op basis van valse beschuldigingen, waaronder “hoogverraad” en dit als vergelding voor hun academische publicaties en activisme. Ze zitten beiden in de cel en hebben geen contact met hun familie. Bij veroordeling riskeren ze 20 jaar celstraf.
Amnesty wil dat er een einde komt aan alle politiek gemotiveerde vervolgingen en eist dat de Azerbeidzjaanse autoriteiten Bahruz Samadov, Igbal Abilov en alle personen die willekeurig vastzitten vanwege hun afwijkende of kritische standpunten in Azerbeidzjan, vrijlaten.
Bahruz Samadov werkt als postdoc in de politieke wetenschappen aan de Charles University van Praag in Tsjechië. Hij is auteur van verschillende academische en mediapublicaties over actuele politieke kwesties in Azerbeidzjan en heeft deelgenomen aan academische conferenties en bijeenkomsten over het bevorderen van dialoog en vrede in de regio. Hij maakt deel uit van de onderzoeksgroep DESIRE (Centre for the study of Democracy, Signification and Resistance) van de VUB.
Igbal Abilov is onderzoeker en academicus, gespecialiseerd in geschiedenis en etnografie. Hij doceert internationale betrekkingen aan de Staatsuniversiteit van Belarus en is auteur van verschillende academische publicaties over etnische minderheden in de zuidelijke Kaukasus, Turkije en Iran. Hij is een etnische Talysh en is medeoprichter van de Nationale Talysh Academie in Belarus. Volgens verslagen van de media woont hij al sinds zijn jeugd in Belarus.
Azerbeidzjan heeft een geschiedenis van vervolging van het Talyshvolk, vooral van wie culturele of politieke autonomie steunt.
Anar Mammadli!
Anar Mammadli is mensenrechtenverdediger en klimaatactivist. Op 29 april 2024 werd hij tegengehouden en meegenomen door gemaskerde mannen toen hij op weg was naar het kinderdagverblijf om zijn kind op te halen. Hij werd officieel aangehouden op basis van de verzonnen aanklacht “smokkel met voorbedachte rade door een groepering”. In oktober vroeg Anar om medisch onderzocht te worden in een privaat ziekenhuis. De medische resultaten zijn hem nog steeds niet meegedeeld. Ondertussen gaat zijn gezondheid sterk achteruit, maar de autoriteiten weigeren hem de zorg te verlenen die hij nodig heeft.
Amnesty eist zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating. In afwachting daarvan moeten de Azerbeidzjaanse autoriteiten ervoor zorgen dat hij medische zorg krijgt.
Anar Mammadli is voorzitter van het Centrum voor Verkiezingswaarneming en Democratische Studies en medeoprichter van het Climate for Justice Initiative (CJI). Het CJI is een recent opgerichte groep die pleit voor een open publieke ruimte en milieurechtvaardigheid binnen de 29ste conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP29). Hij was actief betrokken bij internationale belangenbehartiging bij de VN-Mensenrechtenraad en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.
Het was zeker niet de eerste keer dat hij werd opgepakt. In 2013 was dat ook al het geval en ook dan op basis van verzonnen aanklachten. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelde dat zijn arrestatie een schending was van verschillende rechten. In 2014 erkende Amnesty International hem als gewentensgevangene.
Maart 2025: vredesakkoord met Armenië?
Na bijna 40 jaar conflict is een vredesakkoord in de maak tussen Armenië en Azerbeidzjan. Beide landen zijn het eens over de tekst, maar in Armenië is nog een grondwetswijziging nodig voor het akkoord kan worden ondertekend. De buurlanden leven al bijna 40 jaar op gespannen voet, vooral over de betwiste regio Nagorno-Karabach.
Dat er een akkoord in de maak was, werd aangekondigd door Azerbeidzjan, dat 2 jaar geleden een offensief lanceerde tegen Armeense separatisten die Nagorno-Karabach bestuurden. Volgens minister van Buitenlandse Zaken Jeyhoun Bayramov van Azerbeidzjan staan beide landen nu op het punt het akkoord te ondertekenen.
Het Armeense Ministerie van Buitenlandse Zaken bevestigde dat het vredesakkoord klaar was om te worden ondertekend.
Maar een datum hiervoor bleef voorlopig erg onduidelijk, want om het akkoord te ondertekenen, zou Armenië een passage in zijn grondwet moeten veranderen. Volgens Azerbeidzjan bevat die een impliciete verwijzing naar Nagorno-Karabach als deel van het grondgebied van Armenië.
Armenië zegt dan weer dat het het gebied niet claimt, maar president Nikol Pasjinian heeft de voorbije maanden wel meermaals de noodzaak van een wijziging van de grondwet opgeworpen en heeft opgeroepen om daarover een referendum te houden. Een datum voor zo'n volksraadpleging is al evenmin vastgelegd.
Armenië erkende al de soevereiniteit van Azerbeidzjan over Nagorno-Karabach. Vorig jaar werden beide landen het al eens over een deel van de afbakening van hun gemeenschappelijke grens. Zo gaf Armenië 4 grensdorpen terug aan Azerbeidzjan die tijdens de oorlog in de jaren 90 in beslag genomen waren. De teruggave was een belangrijke stap in de vredesgesprekken.
Armenië en Azerbeidzjan hebben een lange geschiedenis van conflicten. Het ene land is christelijk, het andere islamitisch. De onenigheid over Nagorno-Karabach vindt haar oorsprong in de vroege 20ste eeuw. Kort na de Russische Revolutie in 1917 vochten ze al een oorlog uit om het gebied. Beide buurlanden werden als Sovjetrepublieken ingelijfd bij de Sovjet-Unie. Nagorno-Karabach werd door Stalin overgedragen van Armenië naar Azerbeidzjan om Turkije gunstig te stemmen.
Het conflict werd nooit echt beslecht, en met de val van de Sovjet-Unie in 1991 brak een nieuwe oorlog uit tussen de nu opnieuw onafhankelijke staten Armenië en Azerbeidzjan. Tijdens het 3 jaar durende conflict stierven zeker 30.000 mensen.
In 1994 werd dan wel een wapenstilstand getekend, maar dat is niet hetzelfde als een vredesverdrag. Het conflict bleef dus onopgelost.
In 2020 flakkerde het geweld opnieuw op. Rusland bemiddelde om opnieuw een staakt-het-vuren tot stand te brengen. Armenië moest een groot gebied afstaan aan Azerbeidzjan.
In september 2023 lanceerde het leger van Azerbeidzjan een offensief om de controle over het gebied terug in handen te krijgen en de Armeense separatisten te verdrijven die er gedurende 3 decennia hadden geregeerd.
En nu eindelijk vrede?
Opgepakte journalisten
Op 6 december 2024 werden zeven journalisten en mensen uit de mediawereld aangehouden door de Azerbeidzjaanse autoriteiten. Ze werden beschuldigd van “smokkel” en riskeren een gevangenisstraf tot acht jaar. Het betreft hier enkele medewerkers van Meydan TV, met name Khayala Agayeva, Aytaj Ahmadova, Aynur Ganbarova, Natig Javadli, Aysel Umudova en Ramin Deko (Jabrayilzade), alsook de Afgevaardigd Bestuurder van de Bakuschool voor Journalistiek Ulvi Tahirov.
Hun arrestatie en vervolging zijn heel willekeurig en louter een vergelding voor hun journalistiek werk. Hun vervolging maakt deel uit van de repressieve maatregelen die de regering neemt tegen kritische stemmen in het land.
Amnesty eist de vrijlating van de journalisten, omdat ze louter worden vastgehouden voor hun journalistiek werk.
2024 was een druk jaar in Azerbeidzjan: in februari en september waren er verkiezingen en in november was er de jaarlijkse klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP29). In aanloop naar de gebeurtenissen arresteerden en vervolgden de Azerbeidzjaanse autoriteiten heel wat critici. Onder hen de aan de ULB-verbonden onderzoeker Bahruz Samadov, politieke opposanten en activisten. Op 3 december arresteerden ze de bekende mensenrechtenactivist Rufat Safarov en op 6 december, vlak na de COP, dus ook de zeven journalisten.
De repressieve maatregelen van de Azerbeidzjaanse autoriteiten hebben sinds november 2023 geleid tot de vervolging van meer dan 15 journalisten en mensen uit de wereld van de onafhankelijke media. De meesten van de opgepakte personen werden beschuldigd van het smokkelen van vreemde valuta. Deze beschuldigingen werden verzonnen door de autoriteiten.
Op twee personen na zitten ze allemaal in voorlopige hechtenis. De hoofdredacteur van Toplum TV, Khadija Ismayilova, kreeg bovendien ook een reisverbod opgelegd.