vlag België B E L G I E Wikipedia Landenweb
Opp.: 30.528 km²      Inw.: 11,5 miljoen (2017)   (375 inw./km²)      Regeringsvorm: federale monarchie      Hoofdstad: Brussel     Religie: christendom

locatie België België

Het terrein van België is grotendeels laagland, behalve de Ardennen in het zuiden. Ons land grenst aan Frankrijk (zuiden), Luxemburg en Duitsland (oosten) en Nederland (noorden). Het is één van de dichtstbevolkte landen in Europa.
Volgens het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen is het Belgisch territorium 33.990 km² als men de Belgische territoriale zone, die zich tot 12 zeemijlen in de Noordzee uitstrekt, meerekent.
Met het milieu van België is het slecht gesteld. Dit komt o.a. doordat België een doorvoerpunt is in Europa (zowel op het land als op het water). Er is enerzijds onze eigen vervuilende industrie en anderzijds het feit dat die maar zwak wordt aangepakt door de regering.
De waterkwaliteit is eerder slecht, maar gelukkig is het water in Limburg en Luxemburg redelijk zuiver.
Door de hoge graad van luchtverontreiniging bevat de lucht een grote hoeveelheid kankerverwekkende stoffen. In Wallonië is het iets beter met de lucht gesteld omdat daar grotendeels bossen en landbouwvelden liggen.

Politiek
België is een federaal land en een constitutionele monarchie (Albert II).
België telt maar liefst zeven parlementen en zes regeringen -hierbij is de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel zelfs niet bijgeteld als parlement.
De parlementen hebben in totaal 631 leden: de Senaat (74), de Kamer van Volksvertegenwoordigers (150), het Vlaams parlement (124), het Parlement van de Franse Gemeenschap (94), het Waals Parlement (75), de Raad van de Duitstalige gemeenschap (25) en het Brussels Hoofdstedelijk Parlement (89).
Als regeringen zijn er de Federale regering (21 ministers en staatssecretarissen), de Vlaamse regering (10 ministers), de Waalse regering (9 ministers), de Regering van de Franse Gemeenschap (6 ministers), de Brusselse Hoofdstedelijke Regering (8 ministers en staatssecretarissen) en de Regering van de Duitstalige Gemeenschap (4 ministers).
Sedert de politiehervorming die in België werd doorgevoerd in 1998 bestaat er nog slechts 1 politiedienst, namelijk een "geïntegreerde politie, gestructureerd op 2 niveaus" (federale en lokale politie).

Asiel zoeken in ons land?
In afwachting van hun terugkeer worden afgewezen asielzoekers en mensen zonder papieren vastgehouden in gesloten centra. Ook kinderen, met of zonder familie, ook al is dit strijdig met het Kinderrechtenverdrag. De leefomstandigheden en de infrastructuur in de centra zijn bovendien niet aangepast aan de noden van kinderen en de opsluiting is erg traumatiserend. Aan deze mistoestand moet een einde worden gemaakt.
De centra in kwestie zijn het centrum 127bis in Steenokkerzeel, het centrum 127bis in Melsbroek en het "centrum voor illegalen" van Merksplas. Sinds mei 2005 steeg het aantal kinderen die hier werden ondergebracht, met een hoogtepunt in december 2005 (80 kinderen). In januari 2006 werden familievleugels geopend in het gesloten centrum van Merksplas en in maart 2006 in Vottem (inmiddels al terug gesloten). Sindsdien fluctueert het aantal kinderen in gesloten centra van 50 tot 70. Begin augustus 2006 telden vluchtelingenorganisaties 53 kinderen.
Het internationaal recht verzet zich tegen deze situatie. Slechts bij afwezigheid van goede alternatieven kunnen kinderen worden vastgehouden. Welnu, opsluiting is in België zeker niet de uitzondering meer: integendeel, het is de algemene regel geworden!
De voorzieningen in de gesloten centra zijn niet aangepast aan kinderen. Ze kunnen maar enkele uren per dag buiten spelen, ze krijgen geen of weinig onderwijs. De gemeenschappelijke leefruimte is lawaaierig en bijna de hele dag door staat ergens een televisie op.
Amnesty International, vluchtelingenorganisaties, psychologen en psychiaters startten begin 2006 een petitie tegen de opsluiting van kinderen in gesloten centra. Samen verzamelden ze ruim 17.000 handtekeningen. Die werden op 20 juni 2006, Wereldvluchtelingendag, overhandigd aan de Minister van Binnenlandse Zaken. Hij beloofde een studie te laten maken naar mogelijke alternatieven.
Maar eigenlijk is er nog maar bitter weinig verbeterd...

In september 2002 verscheen een artikel in de krant met de vraag: waarom is ons land het vierde welvarendste ter wereld?
Je kan in België lekker oud worden, je verdient er meer dan behoorlijk je boterham, de persvrijheid en de democratie zijn er groot en bijna nergens ter wereld vind je zoveel artsen. Ziedaar enkele redenen waarom ons land in de lijst van de welvarendste staten op aarde op een opmerkelijke vierde plaats staat, zoals bleek uit een rapport van de Verenigde Naties. Enkel Noorwegen, Zweden en Canada scoren nog beter dan België. Helemaal onderaan de lijst met 173 landen bengelt Sierra Leone.
In 1975 stond België niet eens in de top 10! De redenen voor die sterke stijging liggen voor de hand: de zogenaamde welzijnsindex van de VN houdt rekening met factoren als het inkomen, de levensverwachting en de onderwijskansen van de inwoners van een land. Op al die vlakken scoort België zeer goed. Absolute wereldtop zijn we als het op geneeskunde aankomt: met 395 artsen per 100.000 inwoners houden we een buurland als Nederland (251) ver achter ons.
Een logisch gevolg van die goede medische zorgen is een lang leven. Wie in België geboren wordt, mag gemiddeld op ruim 78,4 levensjaren rekenen. Dat was 25 jaar geleden nog 7 jaar minder. Nergens ter wereld is de levensverwachting zo sterk gestegen, al moet gezegd dat Japanners gemiddeld nog 2,5 jaar langer leven. De inwoners van Sierra Leone daarentegen hebben slechts een levensverwachting van 38,9 jaar. De kans dat je in Sierra Leone, Zambia of Rwanda de 40 haalt, is minder dan 50%.
Ook voor je portefeuille is België geen slecht land. De doorsnee landgenoot is goed voor een bruto jaarlijks inkomen van ruim 27.000 euro. Ter vergelijking: in onze voormalige kolonie Congo moeten de inwoners het stellen met 800 euro per jaar. De Noren doen het met 30.000 euro net iets beter, de Nederlanders hebben gemiddeld 2.000 euro minder dan wij.
En ook over communicatie hoeven we niet te klagen. Per duizend inwoners waren er in 2000 in België 525 gsm's. Tien jaar voordien waren er dat nog maar vier. In Sierra Leone hebben maar twee inwoners op duizend een gsm, in Cuba, Bhutan of Eritrea bestaat deze technologie omzeggens nog niet.

Maar als we ooit Noorwegen van het hoogste schavotje willen verdringen, moet er zeker iets gedaan worden aan de werkloosheid. Dat zulks tot de mogelijkheden behoort, bewijzen Nederland en IJsland, twee landen die op de ranglijst na ons komen, maar die met respectievelijk 2,6% en 1,4% werkloosheid binnen de actieve bevolking ruim onder onze 7% scoren.
Ook wat de gelijkheid tussen mannen en vrouwen betreft, kan het nog beter in België. Mannen verdienen gemiddeld dubbel zoveel als vrouwen, waarmee we even slecht doen als het op dat vlak nog zeer traditionele Japan.
Ondertussen is België fel achteruitgegaan: in 2009 bekleedde het nog maar de 17de plaats! In ons "welvarend" land kan één gezin op de veertig zijn schulden niet afbetalen. Dit cijfer betekent dat meer dan 110.000 gezinnen met een schuldenlast zitten. Onderzoek toont aan dat voornamelijk gezinnen met kinderen één of meerdere kredieten hebben lopen. Als belangrijkste oorzaak voor de afbetalingsproblemen wordt een "onverwachte gebeurtenis" (werkloosheid, scheidingen, overlijden,...) naar voor geschoven. Steekproeven wijzen uit dat er in Vlaanderen relatief minder schulden zijn dan in Wallonië of Brussel.
Gezinnen gaan het meest bij hun bank "in het rood" om over cash geld te beschikken voor de vrijetijdsbesteding of om kleding te kopen.
Over het algemeen maakt de schuldenlast van de gezinnen 27% van het totale inkomen uit. Hoe lager het gezinskomen, hoe groter de hap die schuldafbetaling daarvan wegneemt.

Een heet hangijzer recentelijk is de kwestie Brussel-Halle-Vilvoorde (B-H-V). Volgens het Grondwettelijk Hof is het handhaven van deze kiesomschrijving, terwijl overal elders per provincie wordt gestemd, ongrondwettelijk. Vlaamse politici willen B-H-V opsplitsen in het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Nederlandstalige Halle-Vilvoorde, dat in het kiesdistrict Vlaams-Brabant zou opgaan. Voor de Franstaligen raakt dit aan de bestaande evenwichten in de staatshuishouding en ze eisen in ruil zaken als de uitbreiding van Brussel of meer taalfaciliteiten in de Vlaamse Rand rond de hoofdstad. Bijzonder verlammend werken daarbij de tactische blunders en het electoraal opbod in beide kampen. Als gevolg van de federalisering aan het einde van vorige eeuw, hebben de politieke partijen een metamorfose ondergaan. De grote unitaire (nationale) partijen werden gesplitst in een Franstalige en Nederlandstalige vleugel (BSP-PSB werd sp.a en PS; CVP-PSC werd CD&V en cdH). Sindsdien netwerken de politici uit de verschillende gewesten (c.q. gemeenschappen) eigenlijk vooral binnen hun taalgroep en verlopen de contacten over de taalgrens heen minder vlot: politici kennen elkaar niet zo goed meer (op het persoonlijke vlak), er ontstaat zo een soort publieke communicatie over de taalgrens heen waarbij de pers als tussenpersoon fungeert. Sinds de campagne voor de federale verkiezingen van 2007 zijn alle politieke commentatoren het erover eens dat deze veranderde wijze van politiek bedrijven en van netwerken tussen politici alle constructieve onderhandelingen tussen de taalgemeenschappen ernstig heeft bemoeilijkt. Deze zienswijze wordt gedeeld door alle commentatoren ongeacht hun taalrol en ongeacht hun politiek kleur en wordt sinds ongeveer 2007 in alle landelijke media herhaald.


Uit het jaarrapport 2010 van Amnesty International (2009)
Doodstraf: afgeschaft voor alle misdrijven.
Levensverwachting: 79,5 jaar.
Sterftecijfer onder vijf jaar (m/v): 6/5 per 1000. * Vluchtelingen en asielzoekers
Na talrijke publieke protesten werden er maatregelen genomen waardoor sommige mensen zonder papieren hun status kunnen regulariseren.
De federale Ombudsman uitte kritiek op de levensomstandigheden in de gesloten centra voor migranten en asielzoekers en hij riep op tot hervorming. Veel asielzoekers kregen ondermaatse huisvesting toegewezen of waren dakloos.
Fedasil, de federale overheidsdienst die verantwoordelijk is voor de opvang van asielzoekers, werd herhaaldelijk veroordeeld omdat het er niet in slaagde voldoende huisvesting voor asielzoekers te voorzien. Volgens cijfers van een nationale NGO sliepen meer dan 200 asielzoekers, waaronder gezinnen met kinderen, in oktober op straat. Volgens officiële cijfers, gepubliceerd in september, verbleven dagelijks minstens 1100 asielzoekers in hotels en daklozencentra door een gebrek aan officiële huisvesting. De staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding kondigde in oktober aan dat er vóór juli 2010 prefab behuizing ofwel containers geplaatst zouden worden op de terreinen van bestaande Fedasilcentra om 700 asielzoekers te huisvesten. Ook werd aangekondigd dat nog eens 16 miljoen euro zou worden begroot in 2010 voor de huisvesting van asielzoekers. Voor het eerst in meer dan 10 jaar organiseerde België de hervestiging van een groep vluchtelingen. 47 Irakese vluchtelingen die in Jordanië en Syrië woonden, alleenstaande vrouwen met of zonder kinderen, kwamen in september in België aan.

Sinds 1 juli was België voorzitter van de Raad van de Europese Unie (EU).
Om de zes maanden neemt een andere lidstaat het voorzitterschap van de Raad van de EU op zich. Tijdens de tweede helft van 2010 was het dus de beurt aan België.
Ons land zou daarvoor nauw samenwerken met Spanje en Hongarije. Spanje was namelijk voorzitter tijdens de eerste helft van 2010 en Hongarije neemt het voorzitterschap op zich tijdens het eerste semester van 2011. België werkte dus samen met die twee landen een gemeenschappelijk programma voor achttien maanden uit.

In het kader hiervan werden aan ons land enkele schrijfacties gewijd. Zo schreven we o.a. voor Muhammad Haydar Zammar, een Duitser van Syrische origine, die in december 2001 door de Marokkaanse autoriteiten aangehouden werd op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagen op 11 september 2001 in de VS.
Zammar meldt dat hij ondervraagd en slecht behandeld werd tijdens zijn verblijf in Marokko dat enkele weken duurde. Daarna werd hij op illegale wijze overgebracht naar Syrië waar hij werd ondervraagd en zou gefolterd zijn. In 2004 werd hij na een flagrant oneerlijk proces overgebracht naar de Syrische Sednaya-gevangenis.
In 2009 bleek uit een rapport van een Duitse parlementaire onderzoekscommissie dat de Duitse inlichtingendiensten de VS van informatie over Zammar hadden voorzien. Ook zouden Duitse autoriteiten naar Syrië gereisd zijn om Zammar te ondervragen. Een VN-rapport over geheime detenties van januari 2010 vernoemde Duitsland naar aanleiding van haar acties tegen Zammar. Er werd nog steeds geen rekenschap afgelegd noch verantwoordelijkheid opgenomen inzake medeplichtigheid aan Zammars illegale overdracht en vermeende foltering.
En in november schreven we voor Halil Savda. Die stapte in januari 2010 mee op in een demonstratie voor Enver Aydemir, die sinds kerstavond 2009 in de cel zit na het weigeren van militaire dienst in het Turkse leger. Een half jaar later, op 17 juni, werd Halil Savda veroordeeld tot zes maanden cel voor “het vervreemden van de gemeenschap van de militaire dienst”.
Het openbaar ministerie had nochtans om de vrijspraak verzocht omdat Savda enkel zijn recht op vrije meningsuiting uitoefende.
Halil Savda werd in het verleden reeds herhaaldelijk vervolgd wegens zijn eigen dienstweigering in het Turkse leger en zijn steun aan andere gewetensbezwaarden.

En dan waren er de Moeders van Soacha (Luz Marina Porras Bernal, Carmenza Gómez Romero, Maria Ubilerma Sanabria López, Blanca Nubia Monroy, Edilma Vargas Riojas and Flor Hilda Hermández): een groep Colombiaanse vrouwen wiens zonen buitengerechtelijk gedood werden door ordetroepen.
De Moeders van Soacha voeren campagne voor gerechtigheid en werden hierom bedreigd, lastiggevallen en achtervolgd. Meer dan twaalf jonge mannen uit Soacha, een arm gebied vlakbij Bogota, werden in 2008 gedood door het leger. Hun lichamen werden valselijk gepresenteerd als "guerrillero's gedood in de strijd".
Naar aanleiding van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie riep Amnesty International België op om de EU te leiden in een actief engagement voor mensen wiens mensenrechten geschonden worden. De Moeders van Soacha vormden één van de cases die we naar voor schoven.

Wapenembargo nu!
Hoeveel weerloze burgers moeten nog sterven in Gaza vooraleer een halt wordt toegeroepen aan de wapenleveringen aan de strijdende partijen? Sinds het begin van de Israëlische luchtaanvallen vielen er al honderden slachtoffers in Gaza, de meerderheid burgers -waaronder tientallen vrouwen en kinderen. Het aantal gewonden bedraagt een veelvoud. Duizenden huizen werden vernield, vluchtelingen kunnen nergens heen en meer dan de helft van de bevolking in Gaza heeft geen toegang tot water.
Het Israëlische leger beweert dat zij Hamas wil verzwakken door infrastructuur en huizen van Hamas-leden te bombarderen. In heel wat gevallen is er echter geen enkel bewijs dat de Hamas-leden thuis waren op het moment van de aanvallen noch dat de huizen gebruikt werden voor militaire doeleinden.
Tegelijk vallen er ook slachtoffers te betreuren langs Israëlische kant door blinde raketaanvallen van Palestijnse groeperingen.
Het willekeurig bestoken van wijken waar burgers leven is een schending van het internationaal humanitair recht. Toch blijven landen (de VS voorop, maar ook Oostenrijk, Zuid-Korea, Italië, ...) wapens leveren aan Israël. Het risico dat het conflict nog verder escaleert, wordt zo natuurlijk vergroot.

Vluchtelingen 2015 (november)
Hoe groot is de piek van asielaanvragen in vergelijking met eerdere crisisjaren? En hoeveel van die aanvragen zullen erkend worden, en dus een beroep kunnen doen op onze sociale zekerheid? En hoe komt het dat er meer aanvragen uit Irak komen, terwijl iedereen het tot nu toe altijd over een 'Syrische vluchtelingencrisis' had. Een woordje uitleg van het Commissariaat Generaal voor Vluchtelingen en Asielzoekers (CGVA).
Het aantal asielaanvragen in ons land neemt alleszins explosief toe, met reeds zo'n 300 registraties per dag. Hoe lang dat nog zal aanhouden is onduidelijk, maar de druk op de buitengrenzen van Europa is duidelijk groot. Men schatte dat de toestroom drastisch zou verminderen na de zomer omdat het dan waarschijnlijk moeilijker zou worden om naar Europa te reizen, maar niets bleek minder waar.
Eind augustus waren er 23.040 asielaanvragen geregistreerd: op die manier zou het jaar worden afgesloten met meer dan 41.000 aanvragen, het hoogste cijfer sinds het piekjaar 2011. Opvallend is dat de meerderheid van de aanvragen uit Irak komt en niet uit Syrië waar de oorlog van Islamitische Staat het hevigst woedt. Mogelijk spelen bepaalde netwerken en/of ronselaars daarin een rol: steeds dezelfde profielen (jonge mannen uit Baghdad en omstreken, met opvallend gelijklopende verhalen), niet dezelfde aanwezigheid in andere landen. Overigens is de top vier van landen van aanvraag: Irak, Syrië, Somalië en Afghanistan. Voor die landen wordt iedereen aanvaard die kan aantonen dat hij effectief daarvandaan komt. Wie uit bijvoorbeeld China of Rusland komt, zal moeten kunnen aantonen dat hij persoonlijk bedreigd wordt door een van de vijf criteria van de conventie van Genève, met name ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of sociale groep. Eind 2015 zullen er dus 25.000 erkende vluchtelingen bijkomen in België.
Mensen die na registratie bij de Dienst Vreemdelingenzaken asiel aanvragen bij het CGVA, kunnen op twee manieren erkend worden: met een (definitief) vluchtelingenstatuut of een (tijdelijk) subsidiair statuut.
Bij het vluchtelingenstatuut bestaat er een persoonlijke en gegronde vrees volgens voornoemde criteria: het betreft hier mensen die persoonlijk in het vizier lopen van de authoriteiten of van mensen met slechte bedoelingen. Bij een subsidiair statuut gaat het om alle mensen die afkomstig zijn uit oorlogsgebied, in hun totaliteit dus. Dit statuut wordt slechts gehandhaafd tot hun thuissituatie verbeterd is.

Pfizer, stop de vaccin-ongelijkheid!
Toegang tot een Covid-19-vaccin kan het verschil betekenen tussen leven en dood. Toch werd in 2021 aan miljarden mensen over de hele wereld de toegang ontzegd tot een levensreddend vaccin, o.m. omdat bedrijven zoals Pfizer, Moderna of Johnson and Johnson actief de productie ervan door andere fabrikanten blokkeerden en voorrang bleven geven aan het verkopen aan rijke landen.
De WHO, de WTO, de Wereldbank en het IMF stelden zich tot doel om tegen eind 2021 zeker 40% van de mensen in lagere inkomenslanden te vaccineren. Er waren 2 miljard extra vaccins nodig om dit doel te bereiken. Het is duidelijk dat farmaceutische bedrijven en staten er niet in slagen hun verantwoordelijkheden en verplichtingen na te komen en toegang tot vaccins te garanderen voor iedereen.
Farmaceutische bedrijven moeten minstens 50% van de geproduceerde Covid-19-vaccins naar armere landen sturen.

Staatloosheid in België
Naar schatting 10 miljoen mensen zijn staatloos volgens de Verenigde Naties. Wie staatloos is, heeft geen nationaliteit, geen paspoort, geen staatsburgerschap. Staatloosheid berperkt of belet de toegang tot een school, de dokter, een baan, een eigen bankrekening, het bezit van een huis of het recht om te trouwen.
Begin 2023 telde het Belgisch rijksregister 25.622 mensen met een 'onbepaalde nationaliteit' (waaronder de niet-erkende staatlozen). Deze mensen hadden wel verblijfsrecht. Het aantal erkende staatlozen bedroeg 884. Maar daarnaast bevinden zich in België heel wat mensen zonder verblijfsrecht die staatloos zijn of dat dreigen te worden, volgens de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR) zo'n 9000.
Neem nu het voorbeeld van de staatloze Salim. Hij wordt geboren op Saoedische grond, maar zal nooit een Saoedisch staatsburger worden. Hij is het kleinkind van Palestijnse vluchtelingen die van Gaza naar Saoedi-Arabië trokken nadat de staat Israël opgericht werd. Deze mensen hebben geen identiteitskaart: ze zijn staatloos. En dat statuut wordt overgedragen aan de volgende generaties.
Of Salim en zijn familie in Saoedi-Arabië mogen blijven, hangt af van sponsoring door een werkgever. Daar hij als staatloze geen recht heeft om hoger onderwijs te volgen, trekt hij naar Maleisië, waar hij in 2013 afstudeert als ingenieur.
Salim krijgt na zijn studies maar moeilijk toegang tot de arbeidsmarkt. In 2017 beperkt Saoedi-Arabië verblijfsrechten voor buitenlandse arbeidsmigranten en worden er hogere taksen ingevoerd voor werknemers en hun families. Omdat Salim geen baan vindt, wordt zijn bankrekening afgesloten en mag hij de stad en het land niet verlaten. En vooral: het wordt erg onzeker of hij nog in Saoedi-Arabië mag blijven.
En zo vraagt hij in 2019 asiel aan in België. Als staatloze valt hij vreemd genoeg niet onder de bevoegheid van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Zijn asielaanvraag wordt daarom geweigerd. Tegelijk erkent het CGVS dat hij ook niet terug mag naar Saoedi-Arabië. Salim tekent beroep tegen de beslissing aan bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Hij is al zijn hele leven de facto staatloos en vraagt nu ook officiële erkenning van staatloosheid aan, maar de familierechtbank weigert.
In april 2020 erkent het Hof van Beroep Salim als staatloze. Maar dat geeft hem geen verblijfsrecht. Vandaag wacht hij nog op een uitspraak van zijn beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Tegelijk loopt er een regularisatieaanvraag (een uitzonderingsprocedure voor wie geen ander recht op verblijf kan aanspreken) op basis van staatloosheid.
Doordat hij in procedures zit, mag Salim werken. België heeft zijn Maleisische diploma van industrieel ingenieur erkend, en hij kan aan de slag als ICT-medewerker. Maar de onzekerheid weegt: hij betaalt nu belastingen aan een staat die hem nog steeds geen verblijfsrecht gunt!
De regering beloofde in het federaal regeerakkoord van 2020 om 'een oplossing te zoeken' voor staatlozen die niet kunnen terugkeren naar hun herkomstland. Tot nu bleef die belofte echter dode letter. Nochtans ondertekende België in 1954 het Verdrag betreffende de status van Staatlozen. Dat werd in het leven geroepen om de basisrechten van staatlozen te garanderen. En in 2014 ondertekende en ratificeerde ons land ook het Verdrag tot beperking van staatloosheid uit 1961. Volgens dat verdrag heeft iedereen recht op een nationaliteit.

Opvangcrisis!
Al meer dan twee jaar sleept de opvangcrisis aan in ons land. Het resultaat: duizenden mensen werden en worden maandenlang aan hun lot overgelaten. Ook nu wachten nog meer dan 2600 mensen op de plaats waar ze recht op hebben. Nu de winter officieel begonnen is, laat de koude zich voelen.
Amnesty wil dat de Belgische regering alle nodige maatregelen neemt om de opvangcrisis op te lossen. Dit kan bijvoorbeeld door het spreidingsplan te activeren en door bijstand te verlenen aan lokale besturen om extra opvangplaatsen creëren.
Meer dan twee jaar geleden, nog voor de eerste mensen op straat dreigden te belanden, trokken verschillende organisaties aan de alarmbel met de boodschap: zorg voor meer opvangplaatsen! De regering gaf er geen gehoor aan. Met mondjesmaat kwamen er plaatsen bij, maar telkens te traag en te weinig.
De Belgische wet voorziet sinds 2016 nochtans een oplossing: het spreidingsplan. Het plan werd bij wet verankerd en verplicht steden en gemeenten volgens een eerlijke verdeelsleutel mensen op te vangen. Het plan zag het licht nadat er in 2015 veel meer mensen dan voorheen in ons land asiel aanvroegen. In 2015 slaagde de regering er wel in om voldoende opvang te voorzien en lokale besturen daarbij te ondersteunen. Die steun werd daarna geschrapt. De regering zou nu het spreidingsplan kunnen activeren en lokale besturen opnieuw de nodige steun kunnen bieden.

Overwerkt en onderbetaald: Au pairs! (Zie ook: Nederland)

GAS-boetes tegen demonstranten!
Wildplassen, afval dumpen langs de kant van de weg of de grasmaaier in gang duwen op zondag: in ons land kan de politie of een bevoegd ambtenaar je voor dit soort kleine overtredingen of vormen van overlast een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boete) geven. En de laatste jaren worden dergelijke boetes steeds vaker gegeven aan mensen die deelnemen aan een vreedzame protestactie. Een gevaarlijke evolutie die het recht op protest ondermijnt.
Protest is echter een mensenrecht. Vreedzame protestacties mogen dus geen reden zijn om GAS-boetes uit te schrijven, ook al willen plaatselijke overheden protest zo veel mogelijk reguleren om onaangename verrassingen te vermijden.
Op korte termijn schrik je mensen af of beboet je iemand zonder een goede reden. Op langere termijn doe je het recht op protest wankelen. Veel gemeenten verplichten hun inwoners nu al om lang op voorhand een protest aan te vragen. Dat gaat in tegen het internationaal recht. Je moet toch geen toestemming vragen om een mensenrecht uit te oefenen? Een slechte evolutie voor de maatschappij!
Als je een GAS-boete krijgt voor deelname aan een protestactie, kun je op gasboetes.be hiervan melding maken bij Amnesty International.

Onze schrijfactie voor juli: waardige opvang voor wie bescherming aanvraagt!
Op de moeilijkste momenten in ons leven hopen we dat iemand klaarstaat om ons op te vangen. Maar mensen die naar België komen voor een veilige plek, omdat ze in hun thuisland vrezen voor hun leven of hun familie, worden soms gewoon de straat opgestuurd.
In ons land krijgen zo’n 2.800 mensen die internationale bescherming zoeken niet de nodige hulp. Veel van deze mensen, vooral alleenstaande mannen, hebben geen dak boven het hoofd, geen bed om in te slapen, geen brood om te eten en moeilijk toegang tot andere basisdiensten zoals een wasplek, medische zorg en werk. In plaats van opvang te krijgen, waar ze recht op hebben, worden ze gedwongen om op straat te slapen in geïmproviseerde tenten of kraakpanden. De Belgische regering negeert meer dan 10.000 nationale vonnissen die haar opdragen om aangepaste opvang te verlenen. Zo legt België haar mensenrechtenverplichtingen naast zich neer.
De federale regering moet onmiddellijk actie ondernemen om opvang te verschaffen en een einde te maken aan het lijden dat hiermee gepaard gaat. Alleen dan kan ze voldoen aan de internationale verplichtingen op het gebied van mensenrechten.
Sinds oktober 2021 heeft de Belgische regering systematisch nagelaten om adequate opvang te bieden aan asielzoekers en weigert ze om het aantal opvangplaatsen te verhogen tot de vereiste capaciteit is bereikt. Dat gebrek aan actie heeft ertoe geleid dat duizenden mensen die asiel hebben gevraagd, op zichzelf aangewezen zijn.
De acties en verklaringen van de overheid tonen duidelijk aan dat dakloosheid van mensen die asiel vragen in België niet het gevolg is van een gebrek aan middelen of mogelijkheden maar wel van politieke wil. Het flagrant negeren van de wettelijke verplichtingen door de overheid getuigt van een alarmerende minachting van de wet.


Stuur een brief naar:
Minister Anneleen Van Bossuyt
Lambermontstraat 2
1000 Brussel

email: info@migratie-mi.be


(Boom, ... Juli 2025)

Mevrouw de Minister,

Ik vind het wraakroepend dat België blijft volharden in het weigeren van opvang en ondersteuning voor mensen die internationale bescherming aanvragen in ons land. Dit is een flagrante ontkenning van onze internationale verplichtingen.

Door dit beleid bleven de afgelopen jaren duizenden mensen letterlijk in de kou. Veel mensen die asiel aanvragen, hebben geen andere keuze dan op straat, in kraakpanden of in geïmproviseerde tenten te slapen. Hun gezondheid, veiligheid en het welzijn staat daarbij op het spel.

Deze situatie sleept al meer dan drie jaar aan. In die tijd is België meer dan 12.000 keer door rechters van verschillende rechtbanken opgedragen om de wet na te leven en voldoende plaatsen te voorzien.

De huidige regering moet eindelijk maar eens komaf maken met het voortdurend schenden van de mensenrechten van asielzoekers en deze mensen meteen de opvang te bieden waar ze recht op hebben. Dit kan bijvoorbeeld door het op korte termijn onderbrengen van mensen in noodcentra en hotels en op langere termijn door het activeren van een spreidingsplan, waardoor er extra opvangcapaciteit zou worden voorzien in de verschillende steden en gemeenten. En dan blijft het uiteraard van het allergrootste belang dat de federale regering de nodige steun verleent aan de lokale overheden om die extra opvangplaatsen te creëren.

Hoogachtend,

(Naam, adres en handtekening)