vlag Brazilië B R A Z I L I E Wikipedia Landenweb
Opp.: 8.514.877 km² (275 x België)    Inwoners: 199 miljoen (2010)   (23 inw./km²)    Regeringsv.: federale rep.    Hoofdstad: Brasilia  Religie: katholiek

locatie Brazilië Brazilië

Brazilië beslaat bijna de helft van Zuid-Amerika en is het op vier na grootste land ter wereld (na Canada, China, de Russische Federatie en de Verenigde Staten).
Brazilië wordt gekenmerkt door vier grote geografische eenheden.
-De tropische kuststrook die oorspronkelijk was bedekt met Atlantisch regenwoud. Hier is de kolonisatie begonnen en liggen de meeste grote steden. Verder naar het zuiden toe wordt dit gebied vochtig subtropisch.
- Het Hoogland van Brazilië. Dit gebied bestaat uit tropisch regenwoud in het noorden, naar het zuiden toe overgaand in beboste savanne (Cerrado).
- In het noordoosten van Brazilië vindt men Sertão, een droog en woestijnachtig gebied.
- Het Amazonebekken in het noorden en westen. Hier bevindt zich hoofdzakelijk het bedreigde Amazoneregenwoud en de meest waterrijke rivier van de wereld, de Amazone. Het klimaat in dit gebied is dat van het tropisch regenwoud. Ten noorden van het Amazonebekken ligt het Hoogland van Guyana. Hier bevindt zich ook de hoogste berg van Brazilië: de Pico da Neblina (2994 meter).

Politiek
Brazilië kent een federale staatsvorm, die gebaseerd is op de federale grondwet van 1988. Het land bestaat uit een federaal hoofdstedelijk district en 26 deelstaten, met elk op hun beurt een eigen grondwet. De federale grondwet stelt dat het nationale gezag wordt bekleed door een president, die voor vier jaar door universele stemming wordt gekozen. In het kader van een amendement van 1997 kan de president slechts eenmaal worden herkozen.
Sinds 2011 is Dilma Rousseff de president van Brazilië. Zij is de eerste vrouwelijke president in de geschiedenis van het land..
Er is een wetgevende macht die uit een hogere Federale Senaat en een Huis van Afgevaardigden bestaat. De 81 senatoren worden verkozen voor acht jaar en de 513 afgevaardigden worden verkozen voor vier jaar. De president kan unilateraal in staatszaken tussenbeide komen. Elke staat heeft zijn eigen gouverneur en wetgevende macht. Tot de voornaamste politieke partijen behoren: de Braziliaanse Partij van de Democratische Beweging, de Democraten, de Braziliaanse Sociaal-Democratische Partij en de Arbeiderspartij van president Dilma Rousseff. Alle burgers in bezit van de Braziliaanse nationaliteit vanaf de leeftijd van 16 jaar hebben stemrecht. Brazilië is onder meer lid van de VN, de G20, de Mercosur en de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties.

Brazilië kent heel wat sociale problemen:
armoede en de ongelijke verdeling van de welvaart
sloppenwijken (favelas)
kinderen in prostitutie.
criminaliteit en hoog vuurwapenbezit
corruptie
hoge staatsschulden (zowel bij de centrale overheid als bij de deelstaten)

Ongeveer 600.000 Brazilianen zijn geïnfecteerd met het Hiv-virus, 0,3% van de bevolking. Dat is minder dan sommige Europese landen zoals Portugal (0,6%) en Spanje (0,4%), maar meer dan Nederland (0,2%).
De centrale regering en de regeringen van de individuele staten hebben een effectieve Aids-bestrijdingscampagne opgezet. Het condoomgebruik is aanzienlijk gestegen en het aantal geïnfecteerden is het laatste decennium stabiel gebleven.
Het Aids-programma van Brazilië is een model voor ontwikkelingslanden geworden. Het aantal Hiv-besmettingen is gestabiliseerd en het aantal Aids-gerelateerde sterfgevallen is gedaald.
Brazilië heeft de belangrijkste geneesmiddelenfabrikanten omzeild en produceert zelf goedkope, merkloze Aids-medicijnen en deelt deze gratis uit aan degenen die dit niet kunnen betalen.


Uit het jaarrapport 2011 van Amnesty International (2010)
Doodstraf: afgeschaft voor gewone misdaden.
Levensverwachting: 72,9 jaar.
Sterftecijfer onder 5 jaar (m/v): 33/25 per 1000.
Alfabetisme onder volwassenen: 90 %.

Mensen in armoede kregen nog steeds te maken met gedwongen uithuiszettingen en andere inbreuken op mensenrechten, zoals de onmogelijkheid van toegang tot basisnoden. Politie- en bendegeweld zijn nog steeds overal aanwezig.
In gevangenissen en opvangcentra laaide het geweld nog steeds op, met verscheidene doden tot gevolg.
Inheemse bevolkingsgroepen, Quilombolas (leden van uit Afrika stammende gemeenschappen) en arbeiders zonder grondbezit waren het slachtoffer van bedreigingen en geweldplegingen in geschillen om land.
Ook het geweld tegen verdedigers van de mensenrechten hield aan: zij blijven omzeggens zonder bescherming.
Nog steeds genieten vele ambtenaren en officieren straffeloosheid voor hun misdrijven uit de periode van de militaire dictatuur (1964-1985).



In juni 2013 vonden in Brazilië de grootste demonstraties sinds 1992 plaats. De politie greep hard in en het recht op vreedzaam protest werd niet gerespecteerd.
Nadat een prijsverhoging van het openbaar vervoer was aangekondigd, gingen mensen in de eerste week van juni massaal de straat op in São Paulo en Rio de Janeiro. De politie sloeg de demonstraties hardhandig neer. Ze gebruikte daarbij traangasbommen, pepperspray en plastic kogels. Zelfs journalisten raakten door de plastic kogels en scherven van de traangasbommen gewond. Mensen die azijn bij zich droegen (wat de effecten van traangas vermindert), werden gearresteerd.
Men riep op tot nieuwe demonstraties en de protesten breidden zich uit naar andere steden. Ook nam het aantal zaken waar de demonstranten aandacht voor vroegen toe: van onderwijs tot gezondheidszorg en van de infrastructuur tot het WK voetballen. In sommige gevallen gebruikte de politie onnodig en buitensporig geweld tegen de demonstranten. Er vielen gewonden en honderden mensen werden opgepakt.
Amnesty maakt zich zorgen over mogelijk meer politiegeweld de komende tijd en roept de autoriteiten op ervoor te zorgen dat de politie geen geweld inzet tegen vreedzame demonstranten.

Marina Silva
Ze wordt vaak het geweten van Brazilië genoemd, maar ze is bovenal de incarnatie van de strijd om het Amazonewoud. Van 2003 tot 2008 was ze minister van Milieu in de regering-Lula. Bij de presidentsverkiezingen van 2010 was ze kandidaat voor de Groene Partij, maar in 2012 sneed ze al haar partijpolitieke banden door voor een ambitieus project: de oprichting van een beweging voor politieke vernieuwing.
Marina Silva (°1958) is op zijn zachtst uitgedrukt een fenomeen in de Braziliaanse politiek. Ze is geboren in de Amazone-provincie Acre in de grensstreek met Peru: daar groeide ze op in een gezin van elf kinderen. Haar vader was een rubbertapper en zo kwam ook Marina in brede beweging terecht van Chico Mendes, de milieuactivist, rubbertapper en vakbondsleider die in 1988 koelbloedig werd vermoord vanwege zijn inzet voor het Amazonewoud.
Tot haar veertiende was Marina Silva analfabeet. Toen ze om gezondheidsredenen naar de hoofdstad van Acre moest, greep ze de kans om verder te studeren. In 1984 richte ze samen met Chico Mendes de CUT (Central Unica dos Trabalhadores) op in Acre, de vakbond voor de rubbertappers. Twee jaar later werd ze lid van de Arbeiderspartij (PT, Partido dos Trabalhadores). Toen ze in 1994 verkozen werd in het federale parlement, was ze de jongste senator in Brazilaanse geschiedenis en de eerste politica met een rubbertappersachtergrond. De sfeer rond de Aardetop van Rio in 1992 beleefde ze heel intens.
Het lag dan ook in de lijn van de verwachtingen dat Lula, toen hij in 2003 president werd, partijgenote Marina Silva zou kiezen als minister van Milieu. Sindsdien moesten hydro-elektriciteitsprojecten vooraf goedgekeurd worden op basis van een milieueffectenraport. Aanvragen voor nieuwe concesssies voor petroleumwinning moesten eerst het ministerie voor Milieu passeren. Het beheer van het Amazonewoud was Silva's topprioriteit. Ze bond de strijd aan tegen de illegale ontbossing en dat beleid wierp vruchten af: tussen 2004 en 2007 daalde de ontbossing met 60%.
Silva zorgde ook voor een aanscherping van de Cüdigo Florestal, een belangrijk onderdeel van de mileuwetgeving ter bescherming van de biodiversiteit. Zo werd in die milieuwetgeving een artikel opgenomen dat bepaalde dat één procent van de opbrengsten van de hydro-electriciteit, opgewekt door de stuwdam in het Amazonewoud, geherinvesteerd moest worden in het woud om de aangerichte schade te compenseren. Het artikel werd trouwens -geloven of niet- geschrapt door de volgende president, Dilma Roussef.
In 2008, toen Lula op een bepaalde moment een ontwikkelingsproject voor het Amazonewoud goedkeurde dat indruiste tegen haar voorstel, nam ze ontslag als minister van Milieu. In 2009 stapte ze ook uit de Arbeiderspartij. Ook over de VN-top van Rio+20 en het Brazilaanse leiderschap stak ze haar ontgoocheling niet onder stoelen of banken. Volgens haar had de Braziliaanse aanpak geleid tot een achteruitgang vergeleken met 1992.
Bij de presidentverkiezingen van 2010 stelde Marina Silva zich als kandidaat voor de Groene Partij, met als doel de groene thema's (weer) op de agenda te zetten. Ze behaalde ruim 19 procent van de stemmen wat meteen ook als gevolg had dat geen van de twee andere rivalen (Dilma Rousseff voor de coalitie PT-PMDB en José Serra voor de PSDB) een meerderheid haalde en er een tweede ronde moest komen.
Concreet bouwt ze nu verder aan een proces van politieke vernieuwing. Het gaat er vandaag niet enkel om de aarde te redden, we moeten ook een nieuw beschavingsmodel vorm geven, aldus Silva. Met haar Instituut voor Democratie en Duurzaamheid wil ze dat proces een duw in de rug geven.

Wereldkampioenschap voetbal 2014
Wat het feest der feesten had moeten worden, dreigde weg te zinken in een moeras van schandalen, politieke controverse en veel te veel dodelijke arbeidsongevallen. De bouw van de stadions liep achter op schema maar de internationale voetbalfederatie FIFA wou dat de werken vooruitgingen. Een en ander liep zelfs zo erg mis dat Poetin al opwierp om de Spelen gewoon in Rusland te laten doorgaan.
De Braziliaanse voetbalbond is meer dan drie decennia lang een gesloten wereldje geweest en de leden leefden op veel te grote voet. Enorme hoeveelheden geld werden verbrast en ook andere onfrisse praktijken waren schering en inslag. Zo moest Ricardo Teixeira, voorzitter van de voetbalbond én van het lokale organiserende comité van de Wereldbeker, in 2012 het land verlaten en leeft hij nu in luxe in Florida. Zijn opvolger, José Maria Marin, maakt het spijtig genoeg al even bont met o.a. ingewikkelde en winstgevende immobiliëncarrousels. Bovendien achtervolgt zijn verleden hem: ten tijde van de militaire dictatuur (1964-1985) was hij als gouverneur van São Paulo medeverantwoordelijk voor heel wat folteringen en executies.
Ook voetbalsterren zoals Romario, Zico en Ronaldo willen van hem af door de confrontatie aan te gaan met de top van de voetbalbond. Ze hopen de waardigheid en de eer van het Braziliaanse voetbal terug te krijgen voor degenen die het verdienen: de spelers en de supporters.
Romario werd in 1994 uitgeroepen tot Speler van het Jaar. Nu is hij volksvertegenwoordiger en motor achter Fora Marin, een campagne die ijvert voor het ontslag van Maria Marin. Volgens hem -en duizenden anderen!- moeten de winsten van het toernooi geïnvesteerd worden in buurtploegen en jongerenwerking voor velen in plaats van in uitspattingen voor enkelen.
Jaarlijks helpt de voetbalbond zo'n duizend spelers aan een contract in het buitenland. Het is die eindeloze stroom talent die de naam van het Braziliaanse voetbal hoog houdt maar tegelijk ook de kas van de bond buiten proporties spijst: een miljardenbusiness. De spelers zijn als modellen die geld moeten opbrengen. Het nationale elftal wordt op die manier meer een groep van marketingmensen dan wel van superspelers in een superteam.

Staten van Brazilië

Brazilië staat dus bekend als voetbalgek, maar niet iedereen is even tuk op het WK. Toch was deze "Copa do Brasil" mogelijk belangrijk voor de toekomst van het land en niet in het minst voor de huidige machthebbers in Brasilia. Deze 20ste editie kon de nationale trots immers een nieuwe boost geven.
Door het wereldkampioenschap in Brazilië te organiseren ontstond de illusie dat Brazilië alles aankan. De Partido dos Trabalhadores(PT) van president Dilma Rousseff had dan ook een goed resultaat nodig.
In april gaven peilingen aan dat nog maar 48% van de Brazilianen veel verwachtten van het tornooi, terwijl 41% zelfs ronduit tegen waren.
De economische groei is niet duurzaam geweest: nog nooit liepen de schulden zo hoog op. En het hoeft geen betoog dat de organisatie van een wereldkampioenschap voetbal de torenhoge factuur nog meer aandikt.
Voor de Copa verwachtte Brazilië zo'n 600.000 buitenlandse gasten. Daarom moest een tandje worden bijgestoken om de luchthavens van de speelsteden een upgrade te geven. In Natal, in het noordoosten van het land, werd zelfs een gloednieuwe luchthaven in gebruik genomen. Ook hier weer hetzelfde verhaal: grote investeringen en enorme bouwwerven die niet allemaal op tijd afgewerkt raakten.
De uitgaven swingden de pan uit, terwijl veel arme Brazilianen gewoon arm blijven of zelfs nog armer worden. Voeg daarbij de soms aanzienlijke prijsstijgingen naar aanleiding van het voetbalfeest en het wordt duidelijk dat het ongenoegen in de favela's, de krottenwijken van de Braziliaanse steden, naar een nieuw kookpunt steeg.
In 2013 kreeg het land trouwens een voorproefje ter gelegenheid van de Confederations Cup: grote betogingen, stakingen, gewelddadige confrontaties tussen actievoerders en ordediensten, dat alles met zelfs dodelijke slachtoffers.
In oktober zijn er presidentsverkiezingen. De populariteit van president Rousseff is niet meer wat ze geweest is, maar tot nader order ligt ze nog voorop in de peilingen. Een eerste plaats voor Brazilië had voor haar een mooie trofee geweest. Wel, zover kwam het niet: de Braziliaanse ploeg bakte er werkelijk niets van, maar gelukkig hielden de supporters het kalm -en met hen ook heel het land.

Jongeren willen ook meetellen!
Jongeren zijn in Brazilië in de meerderheid. Het voorbije decennium kregen ze meer toegang tot consumptie en scholing, maar dat heeft hun toekomstperspectieven op de formele arbeidsmarkt niet verbeterd. Meer dan welke groep ook uit de samenleving hebben zij te lijden onder het geweld.
Voor het eerst in zijn geschiedenis heeft Brazilië zo'n jonge bevolking: 51 miljoen Brazilianen zijn tussen de 15 en de 29 jaar, 26% van de bevolking. En de demografische tendens wijst uit dat dit ook het profiel van het land zal zijn de komende twintig jaar. Wat willen die jongeren en hoe zien ze hun toekomst?
Patrick dos Santos Mello (18) woont in de sloppenwijk Borel, in Zone Noord van Rio de Janeiro. Hij woont er met zijn moeder in een klein huisje. Toen hij op Facebook vertelde dat hij was geslaagd in zijn toelatingsexamen Sociale Wetenschappen voor de universiteit, wensten 192 vrienden hem geluk.
Sinds zijn zestiende is Patrick actief als bemiddelaar in zijn wijk, in sociale programma's van de regering. Daar heeft hij geleerd om elke dag opnieuw op te komen voor de eisen van de jongeren. Patrick identificeert zich heel erg met de sociale realiteit van een sloppenwijk: de raciale diversiteit, de economische omstandigheden, de toegang tot de stad. Patrick is een van de duizenden jongeren die in juni 2013 Facbook verlieten en de straten innamen. Aanvankelijk ging het protest over de prijs het openbaar vervoer, maar al snel groeide het uit tot iets breders: de enorme investeringen voor de Wereldbeker Voetbal 2014 en de Olympische Spelen van 2016, terwijl fundamentele kwesties in de vergeethoek geraken, zoals structurele verbeteringen in het openbaar vervoer, de gezondheidszorg en het onderwijs.
Andere studenten willen dan weer toegang tot een baan die beter betaalt. Ze willen immers niet langer afhankelijk zijn van hun ouders. Maar tegelijk heeft de economische vooruitgang ook negatieve elementen meegebracht, zoals de vastgoedspeculatie.
Deze “nieuwe klasse C” is ontstaan na de economische bloei die Brazilië sinds de regering-Lula heeft beleefd. Een klasse waarvan de consumptiemogelijkheden en de toegang tot onderwijs zijn toegenomen. In hun familie zijn deze jongeren de eerste generatie die toegang heeft tot de universiteit en ze zijn een “investering”. Ze wonen nog bij hun ouders, maar horen wel nog bij het economisch actieve deel van de bevolking. Ze wonen in stedelijk gebied, maar ver van het werk of de universiteit. Problemen van het openbaar vervoer voelen zij heel scherp aan, vandaar dat ze er de straat voor opgingen.
Eind 2013 publiceerde het Nationaal Secretariaat voor de Jeugd een onderzoek naar het profiel en de verwachtingen van de Braziliaanse jongeren, gemaakt op basis van een enquête bij 3000 jongeren tussen 15 en 29 jaar in 187 steden. Het doel van dit rapport, met de titel 'Agenda van de Jongeren in Brazilië', was een publieke agenda uit te werken die beter spoort met de noden en verwachtingen van deze groep. Daaruit bleek dat in 2003 slechts 6% van hen hoger onderwijs volgde en in 2013 reeds 16%. Die vooruitgang in scholing is een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek. Op de vraag 'Waarom wil je studeren?' antwoordde 45% "om economische redenen".
Al kregen de jongeren meer toegang tot onderwijs en een beter loon, toch is hun ervaring op de arbeidsmarkt erg ongelijk. Werk is fundamenteel in hun leven: 40% werkt en studeert niet, 45% begon te werken voor hij of zij achttien was -werk dat echter van bedenkelijke kwaliteit is en niet stabiel.
Ook geweld speelt deze jongeren parten: 25% heeft zo een ouder of iemand uit zijn of haar kennissenkring verloren. Zwarte jongeren in de periferie hebben hier zeker mee te maken, maar ook jongeren die van het platteland naar de stad zijn getrokken. Het is het thema waar 43% zich zorgen over maakt.

Aidsbestrijding
Ongeveer 600.000 Brazilianen zijn geïnfecteerd met het Hiv, dit is 0,3% van de bevolking.
De centrale regering en de regeringen van individuele staten hebben effectieve aidsbestrijdingscampagnes opgezet. Het condoomgebruik is aanzienlijk gestegen en het aantal geïnfecteerden is het laatste decennium stabiel gebleven en het aantal aidsgerelateerde sterfgevallen is gedaald. Het aidsprogramma van Brazilië is dan ook een model voor ontwikkelingslanden geworden.
Brazilië heeft de belangrijkste geneesmiddelenfabrikanten omzeild en produceert zelf goedkope, merkloze aidsmedicijnen en deelt ze gratis uit aan degenen die ze niet kunnen betalen.

Presidentsverkiezingen oktober 2014
Zittend President Dilma Rousseff van de linkse Arbeiderspartij (PT) kreeg in de presidentverkiezingen de meeste stemmen, maar met 41% werd ze niet rechtstreeks herkozen. Twee weken later volgde een tweede stemronde. Daarin zou ze het opnemen tegen de centrumrechtse Aécio Neves van de Sociaaldemocratische partij (PSDB). Die kreeg 34% van de stemmen, vooral vanwege de toegenomen onvrede onder de bevolking over de haperende economie en de toegenomen corruptie.
Marina Silva van de Braziliaanse Socialistische Partij (PSB) was niet verder geraakt dan 21% en kon dus niet deelnemen aan de tweede ronde. In ieder geval riep Neves de achterban van Silva direct op om op hem te stemmen: hij vertegenwoordigt naar eigen zeggen de ''hoop op verandering''.
Het werd een nek-aan-nekrace. De Brazilianen konden kiezen uit twee duidelijk verschillende toekomstvisies: Neves is vriendelijker voor het bedrijfsleven, Rousseff is meer de persoon van het staatsingrijpen en zal haar tegenstander proberen neer te zetten als een privatiserende zakenman die zal snijden in de sociale zekerheid. Neves ging zeker benadrukken dat Rousseff het land zal belasten met nog hogere overheidsuitgaven en de economie aan de grond zal brengen.
Uiteindelijk wist Rousseff, met 98% van de stemmen geteld, 51,45% van de kiezers te overtuigen. De nieuwe ambtstermijn gaat in op 1 januari 2015 en loopt tot eind 2018.

Geef de Guarani-Kaiowá hun land terug!
De Guarani-Kaiowá-Indianen proberen al jarenlang hun voorouderlijk land terug te krijgen. Dit lukt niet.
De indianen worden bedreigd door particuliere beveiligingsmensen die zijn ingehuurd om hen van hun land weg te houden, en sommige Guarani-Kaiowá-gemeenschappen leven gedwongen langs autosnelwegen.
Zo’n 60.000 Guarani-Kaiowá leven op kleine lapjes grond tussen veebedrijven en grote soya- en suikerrietplantages in de Braziliaanse deelstaat Mato Grosso do Sul. De gemeenschappen dreigen uit elkaar te vallen door geweld, ondervoeding en hoge zelfmoordcijfers. De Braziliaanse autoriteiten hebben beloofd de claim op het voorouderlijk land van de Gurani-Kaiowá wettelijk te erkennen. Deze belofte is echter nog steeds niet ingelost en daarom zijn de Indianen begonnen het land te herbezetten. Als gevolg daarvan worden zij bedreigd en blootgesteld aan gedwongen uitzettingen.
Zowel de VN-Verklaring van de Rechten van Inheemse Volkeren (door Brazilië in 2007 ondertekend) als de Internationale Arbeidsconventie 169 (die Brazilië ook heeft ondertekend) garanderen het recht van inheemse volkeren op voorouderlijk gebied en roepen staten op dit recht te erkennen. Ook de Braziliaanse Grondwet van 1988 erkent dit recht en stelt de staat verantwoordelijk voor de wettelijke erkenning (demarcatie) van de inheemse gebieden.

Onderwijzeres Laísa Santos, mama van 8 kinderen, verzet zich tegen illegale houtkap in het Amazonegebied en strijdt voor betere leefomstandigheden voor de lokale bevolking. Ze wordt met de dood bedreigd.
Laísa Santos ontving reeds meerdere doodsbedreigingen. Er werd bij haar ingebroken en haar hond werd mishandeld. Haar zus en zwager voerden eveneens actie tegen de illegale houtkap. Beiden werden in 2011 door huurmoordenaars om het leven gebracht. De VN gaf hen een postume onderscheiding voor hun werk.
Eind 2013 onderging Laísa Santos een hersenoperatie. Ondanks een langzaam herstel en de doodsbedreigingen zet ze haar strijd voort: zolang ze leeft, wil ze spreken voor het behoud van het bos.
De overheid is op de hoogte van de feiten, maar biedt Laisa en haar familie, in 2016, nog steeds niet de bescherming die ze nodig hebben.

Amazonewoud
Het Amazonewoud is een schitterend natuurgebied. Maar het wordt ook bedreigd en staat van alle kanten onder druk. Een vijfde van de oppervlakte van het woud is al verdwenen. Een van de bedreigingen die nu opnieuw de kop opsteekt, is de aanleg van reusachtige stuwdammen in het midden van het woud, ten koste van de natuur. En ook ten koste van de mensen die er wonen.
Het Amazonewoud, het grootste tropische woud ter wereld, telt niet minder dan 24 miljoen inwoners en strekt zich uit over negen landen, al is twee derde van de totale oppervlakte gelegen in Brazilië. Het gebied is een echte groene long voor onze planeet, want het woud speelt een sleutelrol in het klimaatevenwicht op aarde. De biodiversiteit aan planten en dieren is zo groot dat we daar op zich al een dossier aan kunnen wijden... En dan is er de Amazone zelf met zijn ontelbare bijrivieren, alles samen het grootste netwerk aan waterlopen ter wereld.
Jammer genoeg is het water in het Amazonegebied bijzonder gegeerd. Een van de sterk belaagde stromen is de Tapajos, die ontspringt in de staat Mato Grosso en 800 kilometer verder in de staat Pará uitmondt in de Amazone. Tegen 2019 wil de Brazilaanse regering in het Tapajosbekken dertien nieuwe waterkrachtdammen aanleggen, waarvan zeven op de rivier zelf. Alleen al voor de aanleg van de Sao Luiz do Tapajos-dam, het eerste en grootste van de voorziene projecten, moet een muur van 39 meter hoog en 7 kilometer lang worden gebouwd, midden in de rivier. Als dat project doorgaat, zal de dam grote stukken grond onder water zetten en de ontbossing veroorzaken van een miljoen hectare woud. Dat zal uiteraard onomkeerbare gevolgen hebben voor de uitzonderlijk rijke en nog niet volledig verkende biodiversiteit in de regio. Bovendien zullen de werken ook leiden tot de gedwongen verhuizing van de indianen die van oudsher in het woud wonen en tot conflicten over grondrechten... Dat dit geen theoretische veronderstellingen zijn, maar echte feiten, bewijzen de ervaringen bij andere dammen in het hart van het Amazonewoud, zoals die van Madeira, Altamira of Belo Monte.
ER bestaat wel degelijk een milieu-impactstudie voor dit nieuwe project, maar het rapport vertoont ernstige lacunes. Hoe valt het bijvoorbeeld te aanvaarden dat het hoofdstuk over de gevolgen voor de indianen pas maanden na de rest van de studie werd ingediend? Daarmee negeren de auteurs van het rapport onder andere de Brazilaanse grondwet, die stelt dat het verplaatsen van 'inheemse groepen' verboden is, behalve in geval van rampen of epidemieën die hen in gevaar kunnen brengen.
Greenpeace verzet zich uiteraard tegen die reuzendammen en aarzelt niet om op te komen voor de 13.000 Munduruku-indianen, die met alle mogelijke middelen de bouw van de Tapajos-dam aanklagen. De aanslag op hun grondgebied zal leiden tot de verwoesting van het tropisch woud dat hun alles biedt wat ze nodig hebben. Op die manier raken de Munduruke totaal ontworteld en loopt hun eeuwenoude cultuur gevaar. Ondertussen zijn ze begonnen hun grondgebied in kaart te brengen, iets wat de regering niet heeft gedaan. Ze hebben tevens te kennen gegeven dat ze willen geraadpleegd worden over de uitvoering van dergelijke projecten, ook al iets wat de regering verplicht moet doen... maar nagelaten heeft.
En de Munduruku hebben gehoor gevonden. Hun vurige strijd heeft toch al iets opgeleverd. In september ontvingen zij de Equatoprijs van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) als erkenning voor hun actie voor het behoud van de Tapajos en het Amazonewoud. Die prijs kan hun verhaal wellicht wat meer weerklank geven. En misschien werpt het ook licht op de duistere plannen die in het Amazonewoud worden bekokstoofd.
Op dit moment voorziet waterkracht in 67 procent van de Brazilaanse energiebehoeften, maar dat volstaat dus blijkbaar niet: de regering is van plan om tegen 2023 tientallen grote stuwdammen aan te leggen in het Amazonegebied. Onder invloed van de energiesector lijkt het land meer dan ooit te willen doorgaan op het elan dat in de jaren-1970 is ingezet. Het best bekende voorbeeld van deze race is zeker de dam van Belo Monte in de staat Pará, die momenteel in aanbouw is. Wanneer die stuwdam in werking zal treden, zal hij in afmetingen de derde grootste dam op aarde zijn...
Romulo Batista van de Bossencampagne bij Greenpeace Brazilië is opgetogen dat de ontbossing voor weiland en sojaplantages de voorbije jaren is afgenomen. Maar hij vindt toch dat waakzaamheid geboden blijft. Op 25 mei 2012 ondertekende presidente Dilma Rousseff de nieuwe boswet. Die verleent onder andere amnestie aan de daders van milieumisdrijven. Zij hoeven niet alleen geen boete meer te betalen, maar zijn ook niet meer verplicht om de grond die ze hebben verwoest, te herbebossen. Bovendien biedt de nieuwe wet ook niet langer bescherming aan de oevers en de bedding van rivieren. Met andere woorden: de landbouwers en veetelers kunnen die zones ongestraft ontbossen en ze omzetten in plantages of weiland. Daardoor vergroot het risico van grondverschuivingen en vervuilling en komen er nog meer conflicten met de mensen die langs de oevers wonen. In het woud van Carrado, buiten het Amazonegebied, kan nu 40 miljoen hectare bos dat door de vorige wet nog werd beschermd, verwoest worden -volledig legaal!
Gelukkig wil bijna 80% van de Brazilianen bescherming voor het Amzonewoud en komt er ook protest tegen de nieuwe wet vanuit het middenveld, waaronder milieuorganisaties, wetenschappers en vertegenwoordigers van de indianen. Greenpeace heeft in 3 jaar 1,4 miljoen handtekeningen verzameld voor een 'nulontbossingswet'. Al deze handtekeningen zijn in oktober overgemaakt aan het Brazilaanse Congres. Benieuwd of deze stemmen voor de bescherming van het Amazonewoud gehoord zullen worden...

Olympische Spelen 2016
Tijdens de Olympische Spelen in Rio werden minstens acht mensen bij politieoperaties gedood. Vreedzame protesten werden zwaar onderdrukt. Daardoor heeft Brazilië de belangrijkste medaille verloren: de kans om mensenrechtenkampioen te worden.
Inwoners van de favela’s werden fysiek en verbaal bedreigd door de politie en hun huizen werden overhoop gehaald. Maar het veiligheidsbeleid bracht ook de politie in gevaar. Minstens 2 politieagenten stierven tijdens de Spelen.
In juli bracht Amnesty Cross-Fire uit, een app die het geweld in de favela’s in kaart brengt. Deze app bracht ontluisterend nieuws: alleen al in de eerste week van de Spelen werden 59 incidenten geregistreerd in Rio, een gemiddelde van 8,4 per dag. 14 mensen werden gedood, 32 geraakten gewond.
Demonstraties werden hardhandig onderdrukt door de politie, zowel binnen als buiten sportstadions. Verschillende personen werden aangehouden of uit een stadion gezet omdat ze banners of t-shirts droegen met boodschappen van protest. In São Paulo werden tijdens een demonstratie meer dan 100 mensen gearresteerd, waaronder ten minste 15 minderjarigen.
De uitkomst liegt er niet om: een stijgend dodenaantal en heel wat mensenrechtenschendingen. Jonge, zwarte mannen uit de favela’s kregen het het zwaarst te verduren.
Brazilië moet nu alle moorden en mensenrechtenschendingen door de politie in aanloop naar en tijdens de Spelen effectief onderzoeken. De verantwoordelijken moeten voor de rechter worden gebracht. Alleen zo kan het leed van de Spelen een klein beetje worden verzacht.

Dilma Rousseff: afzettingsprocedure en vervroegde verkiezingen
De Braziliaanse presidente Dilma Rousseff, die in mei werd geschorst omdat ze beschuldigd werd van fraude met publieke fondsen in 2014, verklaarde in een open brief dat ze "onschuldig" was. Ze werd alvast niet beticht van zelfverrijking. Ze was bereid om een referendum te houden over vervroegde verkiezingen als ze eind augustus niet werd afgezet. In de bewuste brief zei Roussef dat de Senaat een einde diende te maken aan de afzettingsprocedure door te erkennen dat er onweerlegbare bewijzen zijn dat er geen machtsmisbruik is geweest.
De Braziliaanse grondwet laat geen vervroegde verkiezingen toe wanneer het mandaat van de president nog niet afgelopen is. Om ze toch te laten plaatsvinden, moet een tweederdemeerderheid in het parlement een amendement goedkeuren. Op 10 augustus besliste de Senaat dat de afzettingsprocedure tegen Rousseff opgestart mocht worden. Roussef zelf ziet die procedure als een "parlementaire staatsgreep" die in gang werd gezet door haar vicepresident Temer, die sinds haar schorsing aan de macht was en die ze een verrader noemde.
Het Braziliaanse hooggerechtshof gaf intussen ook zijn goedkeuring voor een onderzoek tegen de presidente voor het verhinderen van een gerechtelijk onderzoek in een andere zaak: ze zou het onderzoek naar de vroegere president Luiz Inacio Lula da Silva en het Petrobrasschandaal gehinderd hebben door hem in maart aan te stellen als kabinetschef. Maar er lekte een telefoongesprek uit tussen de twee politici waaruit bleek dat Rousseff haar voorganger op die manier uit de gevangenis wilde houden. De aanstelling werd de dag zelf nog opgeschort.
Bij het Petrobrasschandaal zijn meerdere Braziliaanse bedrijven betrokken die tussen 2004 en 2014 miljarden hebben betaald om lucratieve contracten te krijgen van het staatsbedrijf. Er lopen onderzoeken naar de betrokkenheid van vroegere werknemers van Petrobras, directeurs van privébedrijven en een zestigtal politici, onder wie Lula.
De tegenstrevers van Rousseff hebben een tweederdemeerderheid nodig om haar de laan uit te sturen. Bij de stemming begin augustus over de volgende stap in de afzettingsprocedure, waarbij Rousseff in staat van beschuldiging werd gesteld, werd een dergelijke meerderheid gemakkelijk gehaald. Toen stemden 59 Congresleden voor, terwijl Rousseff zich door slechts 21 parlementariërs gesteund zag.
Sinds het begin van de procedure wordt het ambt van Rousseff waargenomen door haar voormalige vicepresident Michel Temer. Maar volgens voorstanders van het staatshoofd is de procedure een poging om beschuldigingen aan hun eigen adres te doen verstommen.
Wanneer het Congres uiteindelijk in september stemt over de afzetting en Rousseff inderdaad het veld moet ruimen, wordt Temer formeel president tot het einde van de termijn in 2018. De 75-jarige interim-president heeft gezegd zich daarna niet verkiesbaar te stellen. Als Rousseff toch mag blijven, wil ze via een referendum vragen of de Brazilianen vervroegde verkiezingen willen. Uit peilingen blijkt dat 62 procent van het volk vervroegde verkiezingen ziet als een manier om uit de politieke crisis te komen. Dezelfde peilingen geven echter ook duidelijk aan dat het volk Rousseff niet terug wil.

Woensdag 31 augustus...
De Braziliaanse president Dilma Rousseff is vandaag afgezet. Van de 81 senatoren stemden er 61 voor afzetting en twintig tegen. Door het senaatsbesluit neemt interim-president Michel Temer definitief de macht over.
In een eerste reactie bestempelde Rousseff de afzettingsprocedure nogmaals als een "parlementaire staatsgreep".
In tegenstelling tot wat verwacht werd, gaat de afzetting niet gepaard met een verbod om de komende acht jaar nog een politiek ambt te vervullen. Voor die laatste sanctie werd geen tweederdemeerderheid gevonden. In theorie behoort een terugkeer op het hoogste politieke niveau dus zeker nog tot de mogelijkheden.
Rousseff, die altijd haar onschuld staande heeft gehouden, heeft het alleszins nu al over een politieke comeback. Ze kan ook nog beroep aantekenen bij het Hooggerechtshof.
Rousseff kon nooit tippen aan de aimabele Lula. Ze wordt technocratisch, kil en arrogant genoemd en, in tegenstelling tot haar opponent en voormalige vicepresident Michel Temer, niet handig genoeg geacht voor achterkamertjespolitiek.
Temer erft een land dat in een diepe economische crisis is verzakt, maar hij beloofde "een nieuw tijdperk" voor de grootste Latijns-Amerikaanse economie.

De afzetting van de Braziliaanse president Dilma Rousseff is goed nieuws voor de democratie in Brazilië. Nu is duidelijk dat een president niet op eigen houtje en tot elke prijs zijn of haar plannen kan uitvoeren. En de andere boodschap voor de toekomst: een president die sjoemelt en onpopulair is, loopt het risico door de volksvertegenwoordiging afgezet te worden. En dat zijn ze niet gewoon in een presidentieel systeem.
Een andere positieve consequentie: het vertrek van Dilma Rousseff, een socialist met denkbeelden uit de jaren '50 en '60, maakt de weg vrij voor een nieuw links. Minder dogmatisch en arrogant en meer van de wereld.
De PT, de partij van Rousseff en haar voorganger Lula, is nog niet toe aan herbezinning. Die houdt ook deze dagen nog krampachtig vast aan de theorie van een coup. Maar van een coup is nimmer sprake geweest. Het parlement is gekozen door het volk en heeft de taak de president te controleren. Als die zich schuldig maakt aan een ambtsmisdrijf kan de senaat hem afzetten: impeachment is een bewerkelijke procedure, wettelijk vastgelegd. Het afzettingsverzoek kwam dus niet van 'samenzwerende' politici, maar van activistische burgers.
De kern van de PT hecht niet aan transparantie of begrotingsafspraken. Rousseffs regering nam zonder toestemming kredieten op en maskeerde tekorten op de balans. Daardoor leek het alsof er genoeg geld was voor de sociale programma's die werden beloofd.

Maar nu blijkt dat de ene corrupte regering gewoon vervangen is door de andere: cfr. Operatie Carwash! Men is nu nog minder geneigd om werk te maken van transparantie en een onafhankelijk werkend gerecht. Dat zowel de Kamer als de Senaat onlangs een onderzoek tegen president Temer wegstemden, zegt genoeg over de politieke achtergrond van dit land.

Lava Jato (Operatie Carwash)
Wat in maart 2014 begon als een onderzoek naar het witwassen van zwart geld in een specifieke keten van tankstations en autowasstraten, groeide uit tot het grootste Braziliaanse corruptieschandaal ooit, met als tenoren staatsoliebedrijf Petrobras en bouwbedrijf Odebrecht.
Hun geraffineerde constructies, die tot ver buiten de landsgrenzen reiken, kwamen aan het licht toen Emilio Odebrecht, gewezen directeur, zich bij het gerecht meldde als spijtoptant om zo zijn zoon Marcelo, die veroordeeld was tot 19 jaar gevangenis, vrij te krijgen.
Meer dan 70 kaderleden van Odebrecht legden bekentenissen af over meer dan 400 politici, waaronder de laatste drie presidenten.
Het onderzoek naar het smeergeldnetwerk wordt gevoerd door de federale politie, onder leiding van rechter Sérgio Moro, die door Rousseff zelf is aangesteld en die wel degelijk de zaak tot op de bodem wil uitzoeken. Het onderzoek naar de betrokken politici lag in de handen van de al even onbesproken rechter Teori Zavascki van het Hooggerechtshof, maar die kwam op 19 januari 2017 om in een mysterieus vliegtuigongeluk.

Zeven mannen werden gedood op 11 november 2017 in São Gonçalo, Rio de Janeiro State, bij een gezamenlijke veiligheidsactie van Politie en Leger. Deze zaak werd niet verder onderzocht en zou wel eens onbestraft kunnen blijven sinds Wet Nr. 13.491 werd aangenomen, een wet die de bevoegdheid over militaire misdrijven overmaakt aan militaire rechtbanken.

Bolsonaro breekt rechten inheemse bevolking in sneltempo af
Sinds Jair Bolsonaro in Brazilië de scepter zwaait (januari 2019), is elke indiaan vogelvrij verklaard. Verdere toekenning en afbakening van inheemse gebieden wil Bolsonaro te vuur en te zwaard bestrijden, onder meer met een versoepelde wapenwet. Indianen noemt hij parasieten.
Luis Carlos Heinz, senator en volgeling van Bolsonaro, zei het zo: 'Indianen, quilombolas (afstammelingen van slaven), homo's en lesbiennes: allemaal hetzelfde uitschot!' En parlementslid Alceu Moreira had een speciale boodschap voor de agro-industriëlen: 'We gaan geen oorlog beginnen tegen de indianen, maar maak je maar op voor de strijd. Laat die oplichters geen stap zetten op uw eigendom. Breng het volk op de been en verdrijf hen op de manier die nodig is. Een oorlog is beter dan een onrecht!'
Sinds Bolsonaro president werd, heeft hij een expliciete politiek opgezet om de rechten van de inheemsen af te bouwen. Zo moest de overheidsinstelling voor inheemsen, de Funai, haar bevoegdheid voor de afbakening van de inheemse gebieden afstaan aan het ministerie van Landbouw, aangestuurd door de machtige lobby van de agro-industrie. De Funai zelf kwam onder de bevoegdheid van de Minister voor Gezinszaken, Damares Alves, die meteen het budget van de Funai met 90 procent reduceerde. Ook de bevoegdheden van de milieuagentschapen werden ingeperkt, om mijnbouw, agro-industrië en infrastructuurprojecten vrij spel te geven op de inheemse territoria.

Een missie van de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie (CIDH) aan Brazilië bracht in februari verslag uit van haar bevindingen. Het rapport getuigt van expliciet racisme en discriminatie tegen de inheemse bevolking en lijst diverse concrete gevallen op van bedreigingen, geweldgeplegingen en invasies in inheemse gebieden.
De inheemsen wachten niet passief hun doodvonnis af. Enkele maanden gelegen lanceerden de Kayapó-indianen een Protocol voor Voorafgaande Consultatie. Hun grondgebied, in het zuiden van de deelstaat Parà, wordt geteisterd door illegale gouddelvers, illegale houtkap, eigendommen die met valse papieren ontnomen worden en grote infrastructuurprojecten. Gezien de agressieve politiek van Bolsonaro besloten de indianen een charter op te stellen en het ook af te dwingen. Dit Protocol bevat een geheel van regels die het recht van de inheemsen erkennen om bij elke beslissing over hun grondgebied betrokken te worden en er hun goedkeuring aan te gegeven. Het protocol is ook gebaseerd op het recht van inheemsen om eigen sociale en politieke organisaties te hebben.
Ook andere groeperingen verzetten zich tegen de verwoestende plunderpolitiek. In juni kwamen in de staat Sao Paulo sociale organisaties, boerenorganisaties, vakbonden, onderzoekers, ngo's, milieuorganisaties, parlementairen en afgevaardigden van progressieve lokale besturen samen om de Verklaring Land en Territorium te ondertekenen. Hierin drukken ze hun bezorgdheid uit om inspraak van de civiele samenleving te garanderen en om de territoria van de inheemsen en de belangen van het land te vrijwaren, in plaats van Brazilië uit te leveren aan de belangen van het internationale kapitaal.

Amazonewoud meer dan ooit onder zware druk (2020)
Boeren, rivierbewoners, inheemse groepen en quilombolo’s (afstammelingen van gevluchte en vrijgevochten slaven): allemaal worden ze bedreigd door de Braziliaanse staat. Die verdrijft, verhuist en vervangt gemeenschappen, in naam van “ontwikkeling”. Op 21 januari 2019 verkondigde de regering-Bolsonaro drie infrastructuurprojecten in het noorden van het Amazonewoud. Het Projeto Barão do Rio Branco (letterlijk vertaald: “het project Baron van de Witte Rivier”), vernoemd naar een beroemde Braziliaanse diplomaat, voorziet de constructie van een brug over de Amazone, een waterkrachtcentrale en het verlengen van de BR 163-snelweg tot aan de grens met Suriname.
De regio is een van de laatste nog ongerepte gebieden in de noordelijke deelstaat Pará. Volgens de regering bevordert het integreren van de Calha Norte, het gebied tussen de Amazone en de Braziliaanse noordgrens, de werkgelegenheid en de regionale economie.

regio in Pará


Met de BR 163-snelweg werd begonnen ten tijde van de dictatuur op de grens met Argentinië. Na 4476 km heeft hij Santarém bereikt, aan de zuidoever van de Amazone. De bouw van een brug en het verlengen van de snelweg naar Suriname moet de aloude militaire droom van een nationale noord-zuidverbinding eindelijk verwezenlijken.
De brug moet bij de stad Óbidos komen omdat de Amazone hier “slechts” twee kilometer breed is. Alleen is de rivier er ook zo’n 50 meter diep. Het bouwen van een brug wordt dan ook een zware en kostelijke klus.
De huidige burgemeester van Óbidos, Francisco Alfaia, behoort tot het kamp der tegenstanders. Hij vreest dat zijn stad straks een verzameling wordt van sloppenwijken met meer prostitutie en misdaad. Als voormalig bankmanager in Altamira zag Alfaia met eigen ogen hoe de constructie van de Belo Montedam de stad ingrijpend veranderde. Niet alleen moesten zo’n 25.000 mensen uit de regio worden geherhuisvest in de stad, maar ook trok de bouw van het megaproject van heinde en ver arbeiders aan. Velen van hen bleven nadat het werk gedaan was. In 10 jaar groeide Altamira met 60 procent en inmiddels staat het bekend als een van de meest gewelddadige steden in Brazilië.
Het Barão do Rio Branco-project is meer een idee dan een gedetailleerd plan. Het is zorgwekkend omdat het de visie van de regering-Bolsonaro toont. Een brug, weg en elektriciteitscentrale tonen een visie van bezetting van dit gebied door kolonisten (lees: banken, bedrijven, boeren). Maar ook al gaat er van het project een reële dreiging uit, dan nog komt het grootste gevaar van de bauxietmijn in Porto Trombetas, waar men wil uitbreiden. En dat zal vooral ten koste gaan van quilombo’s en natuurreservaten.
Het grootste probleem van de mijn is niet de ontbossing maar vooral het afval. Nu al liggen er 26 residudammen in de regio om het afval in toom te houden. En daar heeft Brazilië slechte herinneringen mee. De laatste vijf jaar waren er twee damdoorbraken in de deelstaat Minas Gerais, waarbij bijna 60 miljoen kubieke meter ijzerertsafval in het milieu terecht kwam. Zo’n 300 mensen werden gedood.
Volgens een vaak gehoord gezegde brengt de snelweg eerst de houthakker, dan de mijnbouwer, en daarna de boer met zijn soja en vee. Bovendien is men bang voor meer drugssmokkel.
In februari 2019 publiceerden acht quilombo-verenigingen een open brief in protest tegen het Baraõ do Rio Branco-project. In mei deed de Associatie van Inheemse Volken in Oriximiná hetzelfde: het project heeft destructieve en onomkeerbare gevolgen voor de inheemse volkeren, en hun manier van leven die is gebaseerd op het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Bolsonaro van zijn kant weigert de dialoog voort te zetten en toont nauwelijks respect voor de rechtsstaat. Vorig jaar nog lanceerde hij een wetsvoorstel om 67 natuurgebieden te verkleinen, waaronder het Rio Trombetas Biologisch Reservaat en het Saracá-Tranquera Nationaal Bos in Oriximiná.

Al in 1940 sprak de toenmalig Braziliaanse president Getúlio Vargas over het overbrengen van mensen uit “regio’s met een demografisch overschot” naar de Amazone en het “stichten van een beschaving op de oevers van de grote rivier”. Het duurde tot de militaire staatsgreep van 1964 voordat de Braziliaanse beschavingsdrang werkelijk op gang kwam.
Onder de noemer “Operatie Amazone” legde het militaire regime in zeven jaar meer dan 10.000 kilometer wegen aan, waaronder de Trans Amazonesnelweg van oost naar west. Het formuleerde plannen voor megaprojecten zoals de Belo Montedam. Boeren en bedrijven werden aangemoedigd zich in de Amazone te vestigen. Onder het twintigjarig militaire bewind verdrievoudigde de ontbossing. Volgens de Nationale Waarheidscommissie werden 8350 inheemsen gedood.
“Operatie Amazone” beoogde in feite de integratie van het noorden en het bevorderen van de regionale economie onder het motto: ‘Bezetten om overgave te voorkomen’. In de militaire gedachtegang moet het regenwoud van de Amazone worden bevolkt en ontwikkeld om de veiligheid en soevereiniteit van het vaderland te waarborgen. Een volgens hen leeg land leidt tot avonturisme van buitenaf. Maar naar alle waarschijnlijkheid zijn Bolsonaro en zijn militaire apparaat enkel geïnteresseerd in de rijkdommen onder de grond.

Corona (2021)
In Brazilië sterven meer dan 3500 mensen per dag aan COVID-19. Toch blijft president Jair Bolsonaro zich tegen maatregelen verzetten. Zijn beleid wordt stilaan niet alleen een grote bedreiging voor de Braziliaanse volkeren, maar voor heel de wereld.
Bolsonaro heeft van in het begin de ernst van COVID-19 genegeerd: ‘Het is maar een griepje’ en ‘Ja, we moeten toch allemaal eens sterven’. Zelfs met het enorme dodental blijft hij alles wat met COVID-19 te maken heeft, tegenwerken.
Vaccinaties vindt hij maar niets. Lockdowns al helemaal niet. Hij legde zelfs een aanklacht bij het Hoog Gerechtshof neer tegen gouverneurs die een lockdown oplegden. Zijn fanatieke aanhangers gaan aan ziekenhuizen manifesteren, omdat er volgens hen teveel aandacht gaat naar verzorging van COVID-patiënten.
Ziekenhuizen kunnen de stroom patiënten niet langer aan. Mensen vallen gewoon dood, terwijl ze op hulp wachten. Volgens Dr. Miguel Nicolelis, een voormalig regionaal coördinator van het pandemiebestrijdingsteam van het land, bedreigt de opkomst van super-mutante stammen de wereldwijde strijd tegen het virus. De reactie van Brazilië op de crisis noemt hij ‘een complete ramp’.
Volgens het persagentschap Reuters valt één op elke vier COVID-overlijdens wereldwijd in Brazilië te betreuren. Het is de grootste menselijke tragedie in de Braziliaanse geschiedenis: tegen 1 juli dreigen de Brazilianen een half miljoen doden te hebben.

Op 17 februari 2021 overleed Aruká Juma (86) aan de gevolgen van corona. Hij was niet de enige: zo'n 1150 Brazilianen stierven die dag aan het virus. Maar Aruká was op dat moment de laatste overblijver van het Juma-volk: met hem verdween de laatste telg van een volk dat eind negentiende eeuw nog zo'n 15.000 mensen telde. Het is een trieste spiegel van het falende Braziliaanse coronabeleid, in het bijzonder ten opzichte van de inheemse bevolking.
De rubberwinning, dat was het begin van het einde voor de Braziliaanse Juma. Ze leidde tot slavernij, ziekte en conflicten, ook in de noordwestelijke deelstaten Rondônia en Amazonas. Eind jaren '40 bleven nog amper enkele honderden Juma over. De doodsteek volgde in 1964. Een handelaar had toen een oogje laten vallen op rubber- en notenbomen van de Juma en stuurde een groep gewapende mannen hun leefgebied in. Zij vermoordden 60 mannen, vrouwen en kinderen. Aruká was een van de weinige overlevenden. Hij kreeg later drie dochters. Zij trouwden met mannen van de Urueu-wau-wau, een volk dat ook in Rondônia leeft. Maar Aruká wordt beschouwd als de allerlaatste Juma, omdat de kinderen traditiegetrouw de lijn van de vader volgen. De 86-jarige woonde met zijn familie in een klein plaatsje zo'n 1100 kilometer ten zuiden van Manaus, dat met zo'n twee miljoen inwoners de ongekroonde hoofdstad van de Amazone is. Aruká was nog erg fit, maar kreeg begin januari last van hoofdpijn en koorts en verloor zijn geurzin. Een eerste coronatest was negatief, maar de klachten hielden aan. Op 17 januari werd hij met een longontsteking opgenomen in het Sentinela-ziekenhuis in het stadje Humanaita. Nu testte hij wél positief. Vreemd eigenlijk als je bekijkt dat hij in een beschermd gebied woont, omringd met bos, op zo'n twee uur varen van de dichtstbijzijnde stad. Het virus werd waarschijnlijk binnengebracht door buitenstaanders die een feest in de stad hadden bijgewoond.
Nadat corona was vastgesteld ging het Sentinela-ziekenhuis over op de “vroege behandeling” die het Braziliaanse ministerie van Gezondheid de adviseert. Die bestaat uit een week lang medicijnen slikken, waaronder de antimalariatabletten chloroquine, zinksulfaat en ivermectine, een anti-parasitair middel tegen wormen en luizen. De internationale medische wereld is vrijwel unaniem van mening dat het pillenmengsel niet werkt tegen het coronavirus. Maar president Jair Bolsonaro en zijn regering geloven heilig in de vermeende wondermiddelen. De behandeling mocht ook voor Aruká niet baten, die een symbool is van het verzet in de Braziliaanse Amazone. Zijn dood illustreert hoe Bolsonaro de inheemse volkeren behandelt.

Brazilië registreerde zijn eerste patiënt met het coronavirus op 26 februari 2020. Een jaar later stond de teller op meer dan tien miljoen besmette Brazilianen. Brazilië behoort daarmee tot de meest getroffen landen, samen met de Verenigde Staten en India.
Na één jaar coronacrisis, eind februari, telden de inheemsen 49.211 besmettingen volgens de nationale overkoepelende organisatie Articulaçao dos Povos Indigenas de Brasil (APIB). Daarvan overleden 971 mensen aan de ziekte. Het sterftecijfer onder inheemse Brazilianen ligt gemiddeld 84 procent hoger dan het landelijke gemiddelde. En het zijn niet alleen ouderen die overlijden. In januari stierven tien kinderen van de Yanomami, in de noordelijke deelstaat Roraima. De oorzaak lijkt een combinatie te zijn vanaf ondervoeding, een gebrek aan zorg en verhoogde blootstelling aan het virus als gevolg van een massale invasie van goudzoekers.
Manaus was op dat moment al een hotspot van een nieuwe en uiterst besmettelijke variant. Een tijdlang probeerden de verpleegkundigen hun patiënten met zuurdstofzakken handmatig in leven te houden. Later werden zo'n 600 besmette coronapatiënten naar ziekenhuizen in het land gevlogen, met natuurlijk een groot risico op verdere verspreidingen. Het ministerie bleek al op 8 januari op de hoogte te zijn van het naderende zuurstofgebrek in Manaus, maar deed niets. Het Hooggerechtshof stelde wel een onderzoek in naar de gebeurtenissen.

Op 21 januari 2021 publiceerde het Centrum voor Gezondheidsrecht van de Universiteit van São Paulo een vernietigend rapport, in samenwerking met mensenrechtenorganisatie Conectas Direitos Humanos. Het rapport kwam tot de conclusie dat het afgelopen jaar de verspreiding van het virus in feite bevorderd werd, wat een inbreuk betekent op het fundamentele recht van elke Braziliaan op een gezond leven. Bolsonaro echter sprak vorig jaar in juli nog een veto uit over het leveren van gratis hygiënisch materiaal, ziekenhuisbedden en ventilatoren aan de inheemse bevolking. Cru gezien bleek de regering enkel en alleen bezorgd om de economie.
Een coalitie van medische organisaties met meer dan een miljoen leden diende dan een klacht in bij het Internationaal Gerechthof. Volgens hen pleegt Bolsonaro met zijn houding van minachten, negeren en ontkennen een misdaad tegen de mensheid. Het is evenwel nog maar de vraag of deze initiatieven ooit tot een veroordeling zullen leiden.
In lijn met het Braziliaanse (non-)beleid ging de vaccinatie tegen het cornavirus pas laat van start. Farmabedrijf Pfizer bood in september 2020 aan om in december 70 miljoen dosissen te leveren. Maar de Braziliaanse regering liet het aanbod aan zich voorbijgaan. Bolsonaro was vooral druk bezig met het in twijfel trekken van de coronavaccins.
Half mei 2021 was 17% van de Brazilianen ingeënt. Blijkt nu dat zo'n 22% van de Brazilianen zich niet wil laten inenten als gevolg van de negatieve retoriek van Bolsonaro en de complottheorieën die overal de ronde doen -tot bij sommige inheemse volkeren toe.

Presidentsverkiezingen 30 oktober 2022: Lula wint nipt van Bolsonaro
Luiz Inácio Lula da Silva werd verkozen tot president op 27 oktober 2002: hij versloeg in de tweede verkiezingsronde met 61% van de stemmen de centrumkandidaat José Serra van de Sociaaldemocratische Partij. Als president zette hij omvangrijke sociale programma's in werking, die onder andere het hoger onderwijs toegankelijker maakten, de huisvesting van de armste inwoners verbeterden, tientallen miljoenen mensen vaccinaties verschaften en Brazilië zonder kleerscheuren door de kredietcrisis loodsten.
Lula en zijn ministers moesten voortdurend zoeken naar parlementaire meerderheden voor hun voorstellen. In 2005 kwam aan het licht dat daarbij smeergeld was betaald. Zo moest bijvoorbeeld kabinetschef José Dirceu aftreden: hij werd opgevolgd door Lula's partijgenote Dilma Rousseff.
Lula stelde zich herkiesbaar als president en haalde het ook op 1 oktober 2006, met meer dan 60% van de stemmen. Hij beloofde de Braziliaanse economie de komende vier jaar te laten groeien en wilde de verschillen tussen arm en rijk verkleinen. Op 1 januari 2011 eindigde zijn tweede ambtstermijn en werd hij opgevolgd door Rousseff. Bij zijn aftreden bedroeg in peilingen zijn positief waarderingspercentage liefst 83%.
Begin maart 2016 werd Lula ondervraagd op een politiekantoor in São Paulo en deed de politie in het kader van Operatie Lava Jato een reeks huiszoekingen in zijn huis en bij zijn stichting, in verband met het corruptieschandaal rond het Braziliaanse staatsbedrijf Petrobras. Diverse bedrijven zouden o.a. geld hebben doorgesluisd naar Lula's socialistische Arbeiderspartij (PT). In verschillende Braziliaanse steden kwam het tot straatprotesten omdat hij eventueel een ministerpost zou krijgen, maar toen vonniste een federale rechtbank dat zo'n benoeming onwettig was. Lula werd dan op 29 juli 2016 in staat van beschuldiging gesteld voor het laten omkopen van een voormalige directeur van Petrobras. Op 12 juli 2017 werd hij uiteindelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar en zes maanden.
Op 6 februari 2019 werd Lula veroordeeld tot een extra gevangenisstraf van twaalf jaar en elf maanden. De rechtbank achtte bewezen dat hij zich had laten omkopen door twee bouwbedrijven die een boerderij die hij en zijn familie bewoonden en volledig hadden ingericht, verbouwden zonder daarvoor geld te vragen. Lula verdedigde zich door aan te geven dat het huis niet op zijn naam stond. Wat er ook van zij, Lula moest naar de gevangenis. In november 2019 werd hij na 580 dagen vrijgelaten.
Op 21 juli 2022 werd Lula de officiële kandidaat van de PT voor de presidentsverkiezingen van 2 oktober, meer bepaald de zesde keer dat hij met de verkiezingen meedoet. Als 76-jarige nam hij het dan op tegen de zittende president Jair Bolsonaro. In de peilingen was Lula favoriet en had hij een royale voorsprong op Bolsonaro.

Lula en Bolsonaro


Op 22 juli 2018 droeg de Sociaal-Liberale Partij (PSL) Jair Messias Bolsonaro voor als presidentskandidaat. Op 6 september 2018 werd hij neergestoken, tijdens een campagnerally. Hij overleefde evenwel de aanslag en kon op 30 september het ziekenhuis verlaten. Bij de tweede verkiezingsronde op 28 oktober kreeg hij 55 procent van de stemmen, tien procent meer dan zijn tegenstander Fernando Haddad van de Arbeiderspartij. In zijn overwinningsspeech beklemtoonde hij dat zijn regering de democratie en de grondwet zou verdedigen.
Eind januari 2019 raakte Bolsonaro in opspraak nadat bleek dat zijn zoon Flávio nauwe banden onderhield met de hoofdverdachten voor een moord. Bolsonaro ontkende alvast alle betrokkenheid bij de moord.
In april 2020 kondigde Sergio Moro, zijn minister van Justitie, zijn vertrek aan uit protest tegen de plannen van Bolsonaro om het hoofd van de federale politie, Mauricio Valeixo, te vervangen. Moro beschuldigde Bolsonaro van herhaaldelijke pogingen om politieonderzoeken, vooral tegen zijn drie zonen, te beïnvloeden. Direct nadat Moro zijn ontslag bekend had gemaakt, braken er op verschillende plekken in het land spontane protesten uit tegen Bolsonaro.
Bolsonaro bepleit een strengere aanpak van de misdaad, onder andere door een versoepeling van de wapenwetgeving maar vooral door een verandering van de moraliteit in de samenleving. Hij presenteert zich als strijder tegen de corruptie en misdaad die onder Lula, Rousseff en Temer zijn gegroeid, hetgeen hem een deel van zijn populariteit oplevert. Hij prees meermaals het militair bewind in Brazilië (tussen 1964 en 1985) en bleef bij dit standpunt tijdens de campagne van 2018. Zo stelde hij dat het probleem van de militaire dictatuur niet was dat tegenstanders gemarteld werden, maar dat ze in leven werden gelaten!
Op economisch vlak wou hij een aantal staatsbedrijven privatiseren en de belastingen voor bedrijven verlagen. Hij zette ook in op grootschalige landbouw, veeteelt en industrie, zelfs al gaat dat ten koste van milieu en natuur -met name dan het Amazoneregenwoud.
Ook de 'herwaardering van de meerderheid' was een van zijn programmapunten tijdens de campagne in 2018. Volgens Bolsonaro hebben verschillende minderheidsgroepen het te veel voor het zeggen gehad toen de Arbeiderspartij (PT) tussen 2003 en 2016 aan de macht was.
Bolsonaro's afwijzing van abortus en homoseksualiteit maken hem populair bij de groeiende groep evangelische christenen. Hij bekritiseert lesprogramma's tegen homofobie als 'homoseksuele propaganda' en bestempelt zichzelf als 'trotse homofoob'.
Bolsonaro wordt door de westerse reguliere media steevast vermeld als "uiterst rechts" of "rechts-populistisch" vanwege zijn anti-democratische, racistische, misogyne en homofobe standpunten.
In 2014 kwam het tot een scherpe woordenwisseling met een ander lid van het Nationaal Congres, Maria do Rosário, die voorheen minister van Mensenrechten was geweest onder Dilma Rousseff. Nadat zij Bolsonaro een "verkrachter" had genoemd, had hij gerepliceerd dat ze 'te lelijk was om te verkrachten', een uitspraak waarvoor hij slechts een geldboete kreeg.
In december 2019 noemde hij de 16-jarige klimaatactiviste Greta Thunberg een snotaap ("pirralha"), die veel te veel aandacht van de media krijgt. Hij reageerde op ophef ontstaan naar aanleiding van een Twitter-bericht van haar, waarin zij geschreven had dat inheemse volkeren in Brazilië worden vermoord (er waren twee inheemse leiders om het leven gebracht). Thunberg op haar beurt reageerde dat "Snotaap" een mooie titel voor haar biografie zou zijn.
Ook is er veel woede over zijn nonchalante aanpak van de coronapandemie, waardoor er in Brazilië naar verhouding veel coronadoden zijn gevallen.
Bolsonaro stelde zich op 24 juli 2022 weer kandidaat voor de presidentsverkiezingen. In de peilingen lag hij ver achter op Lula. Hij had ook direct kritiek op het elektronisch kiessysteem, zonder bewijs te leveren dat het systeem niet goed werkt, en hij suggereerde dat hij de uitslag niet zou accepteren, moest die in zijn nadeel zijn. In zijn speech waarin hij zich herkiesbaar stelde, verklaarde hij met nadruk dat het leger achter hem staat.

De verkiezingen in Brazilië bleven spannend tot de allerlaatste stemmen, maar oud-president Lula da Silva won dan toch, zij het heel erg nipt (50,9%). De huidige president Jair Bolsonaro zou de uitslag vrijwel zeker niet zomaar accepteren, zo was de verwachting. In ieder geval betekent de overwinning voor Lula een comeback.
In de eerste dagen na de verkiezingen blokkeerden truckers een snelweg nabij Rio de Janeiro, uit protest tegen de resultaten van de verkiezingen. Zij konden het verlies van hun kandidaat niet verkroppen. Zo had Bolsonaro de prijzen van diesel verlaagd en daarom vormen vrachtwagenchauffeurs nu een belangrijk deel van zijn achterban. Er ontstonden kilometerslange files, maar de gevreesde uitbarstingen van geweld bleven gelukkig uit.
De spanning liep hoog op, maar Bolsonaro zei wel de grondwet te respecteren, dus leek hij zich neer te leggen bij de verkiezingsuitslag.

8 januari 2023: gewelddadige bestorming van het Braziliaanse regeringscentrum in Brasilia door aanhangers van ex-president Bolsonaro
Duizenden uiterst-rechtse aanhangers van gewezen Braziliaans president Jair Bolsonaro bestormden het parlement, het hooggerechtshof en het presidentieel paleis. Ze weigeren zich neer te leggen bij de verkiezingsoverwinning van huidig president Lula da Silva. Het duurde enkele uren voordat de ordediensten de gebouwen konden ontruimen. Enkele honderden demonstranten werden opgepakt. Voormalig Braziliaans president Bolsonaro veroordeelde wel de acties van zijn aanhangers. Volgens hem maken vreedzame demonstraties deel uit van de democratie, maar plunderingen en invasies van openbare gebouwen, vallen daar niet onder. Het verwijt van Lula da Silva dat Bolsonaro de massa zou opgestookt hebben, verwierp hij evenwel met klem.
De gebeurtenissen in Brazilië riepen ook bij Amerikaans president Joe Biden herinneringen op aan de bestorming van het Capitool in de VS, bijna dag op dag twee jaar geleden. Aanhangers van Donald Trump verstoorden toen de bekrachtiging van Bidens verkiezingsoverwinning.
In een eerste reactie noemde Biden de gebeurtenissen in Brasilia "schandalig". Hij beklemtoonde in zijn reactie dat hij uitkijkt naar de voortgezette samenwerking met de huidige president.

Nieuw én slecht wetsvoorstel!
De Braziliaanse Senaat zal eerstdaags stemmen over wetsvoorstel 2903/2023. Het wetsvoorstel, dat op 30 mei 2023 goedgekeurd werd door het Braziliaans Parlement, wil de afbakening van inheemse gebieden grondig wijzigen en een tijdslimiet instellen voor het claimen van gronden. Dit houdt in dat inheemse volkeren enkel gronden kunnen opeisen die in hun bezit waren tot 1988, het moment waarop de grondwet aangenomen werd. De nieuwe wet dreigt de rechten van inheemse volkeren, in het bijzonder het zelfbeschikkingsrecht en het recht op traditioneel grondgebied, te schenden. Al eeuwenlang worden inheemse gemeenschappen in Brazilië van hun land verdreven.
Amnesty International vraagt de Braziliaanse Senaat om deze wet niet aan te nemen.
In 1988 leefden lokale gemeenschappen zoals onder meer de Guarani Kaiowá en de Avá Guarani buiten hun grondgebied omdat dat bezet was door boeren, landeigenaars of mijnwerkers. Een deel van de grond was ook omgevormd tot bouwwerven van de regering. In 2023 waren slechts 6 inheemse gebieden toegekend.
Er zijn veel landconflicten omdat er geen werk gemaakt wordt van de lopende procedures. Tussen 2019 en 2022 werden er geen inheemse gronden teruggegeven en volgens de gegevens van de Inheemse Missionarisraad werden meer dan 470 mensen gedood omwille van landconflicten. In 2022 vielen er 176 doden omwille van geschillen over land.
Volgens de FUNAI (Nationale vereniging van inheemse volkeren) beslaan de 734 inheemse gebieden in totaal 117.537.905 hectare, goed voor 13,8 % van het Braziliaanse grondgebied. Van de 734 gebieden lopen er nog procedures voor 48% van de totale grond.

Marielle Franco
Na zes jaar, zeven maanden en zeventien dagen van volharding en strijd heeft een volksjury in Rio de Janeiro de voorheen militaire politieagenten Ronnie Lessa en Élcio Queiroz veroordeeld voor de moord op activiste en politica Marielle Franco en haar chauffeur Anderson Gomes. Een belangrijke mijlpaal op de lange weg naar gerechtigheid. Een eerste stap richting antwoorden waar Brazilië en de internationale gemeenschap al jaren naar op zoek zijn.
Vanaf het moment waarop de moord plaatvond, mobiliseerde Amnesty samen met de familie en naasten haar achterban. Er werden protesten, wakes en schrijfacties georganiseerd. In het kader van de Schrijfmarathon werden wereldwijd miljoenen brieven geschreven en petitiehandtekeningen ingezameld. Onvermoeibaar toonden familie, naasten en activisten zich in de zoektocht naar gerechtigheid. Het is die onvermoeibare inzet die ons vandaag hier brengt.
De veroordeling van Lessa en Queiroz is een belangrijke stap, maar dit is niet het einde van de zoektocht. Het is essentieel dat alle betrokkenen bij dit brute misdrijf, met name ook de opdrachtgevers en intellectuele daders, ter verantwoording geroepen worden. Ook wie het onderzoek vertraagde of verhinderde dient berecht te worden.
Marielle Franco, die in 2016 verkozen werd als gemeenteraadslid van Rio de Janeiro, stond bekend als LGBTI+ activist. Ze hekelde het wangedrag van de politie en de buitengerechtelijke executies, vooral in de favelas (sloppenwijken). Enkele dagen voordat ze werd vermoord, was ze benoemd tot rapporteur van de commissie die de inzet van het leger in de favelas monitort.
In de nacht van 14 maart 2018 werden de toen 38-jarige Marielle Franco en haar chauffeur Anderson Gomes vermoord terwijl ze na een debat met jonge zwarte vrouwen op weg naar huis waren. Alles leek goed voorbereid: vijf bewakingscamera’s op de plaats waar ze met kogels werd doorzeefd, waren een dag eerder uitgeschakeld.
Toen de moord bekend werd, ging er een schokgolf door Brazilië en rouwde de wereld mee om het verlies van het Braziliaanse mensenrechtenicoon.