![]() |
C A N A D A |
![]() |
![]() |
Canada is het op één na grootste land ter wereld in oppervlakte, na de Russische Federatie. Het meet ongeveer 6500 km van oost naar west en 4600 km in van noord naar zuid.
Canada claimt een gebied rond de pool dat loopt van 60° W tot 141° W en beschouwt de zeestraten die door de Arctische Archipel lopen en de Noordwestelijke Doorvaart als territoriale wateren. Deze claim wordt echter niet internationaal erkend. De meest noordelijke, bewoonde plaats in Canada (en de wereld) is Alert op het eiland Ellesmere.
Het land telt duizenden meren. Op de grens met de Verenigde Staten liggen de Grote Meren.
In het midden van Canada vindt men uitgestrekte prairies. Ten westen hiervan ligt het Rotsgebergte (de Rocky Mountains). Het arctische noorden is zo goed als onbewoond.
De Fundybaai tussen New Brunswick en Nova Scotia heeft het grootste verschil tussen eb en vloed ter wereld.
Grote delen van Canada kennen zeer koude winters met temperaturen die in het noorden en op de prairies regelmatig onder de -40° Celsius duiken. Een uitzondering zijn de kustgebieden in Brits-Columbia (westkust) waar milde en regenachtige winters voorkomen.
Veel gebieden zijn nog steeds relatief onaangetast door menselijk ingrijpen. Er zijn verschillende beschermde Provinciale en Nationale Parken. Het Canadian Botanical Conservation Network (CBCN) is een netwerk dat zich bezighoudt met het behoud van zeldzame en bedreigde inheemse plantensoorten, wilde habitats en ecosystemen.
Politiek
Canada is een constitutioneel koninkrijk en een federale parlementaire democratie. Het politieke systeem van Canada is gebaseerd op het Britse model. Hoewel Canada reeds jaren eigenlijk zelfstandig was, had het Britse parlement nog steeds grote invloed op de binnenlandse aangelegenheden. Zo moesten bijvoorbeeld wijzigingen in de Canadese grondwet door Londen goedgekeurd worden. Ook was Groot Brittannië tot 1931 in belangrijke mate verantwoordelijk voor het buitenlands beleid van Canada.
Daarna kregen alle zogeheten Britse gebieden volledige soevereiniteit. De volledige titel van de Canadese Koning(in) is tegenwoordig: Hare Majesteit, Elizabeth de Tweede, door de Genade van God, van het Verenigd Koninkrijk, Canada en Haar andere Gebieden en Territoria, Koningin, Hoofd van het Gemenebest, Verdediger van het Geloof.
Canada heeft geen (Anglicaanse) staatskerk. De Gouverneur-Generaal van Canada en de Luitenant-Gouverneurs voeren de taken van de monarch uit. De Canadezen dragen financieel niet bij aan hun Koningshuis. Alleen als ze taken verrichten voor Canada, ontvangen ze een kleine financiële bijdrage.
Pas in 1982 kreeg Canada volledige onafhankelijkheid. Het staatshoofd is en blijft evenwel de koning van het Verenigd Koninkrijk, Charles III, met de titel "Koning van Canada".
De eenheid van Canada staat vaak ter discussie. Voornamelijk de uitzonderlijke positie van de Franstalige gemeenschap in Québec is een twistpunt. In 1980 en in 1995 werden er in die provincie referenda gehouden over mogelijke afscheiding van Canada. Vooral in 1995 werd dit voorstel maar nipt (met 50,6% van de stemmen) verworpen.
Anderzijds heerst vooral recentelijk in het westen van Canada, met name in Alberta en Brits-Colombia, onvrede over het nationale beleid ten opzichte van hun inwoners. Alberta heeft herhaaldelijk gesteld dat het een aantal van de speciaal aan Québec toegekende rechten wil hebben voor wat betreft de zeggenschap over "binnenprovinciaalse" aangelegenheden. Een onderzoek onder bewoners van de vier westelijke provincies in 2005 gaf aan dat ongeveer één op de drie mensen afscheiding van Canada een goede zaak zouden vinden.
In november 2006 werd, met 266 stemmen voor en 16 tegen, een resolutie aangenomen waarin de inwoners van de Franstalige regio Québec worden erkend als natie binnen een verenigd Canada.
Dekoloniseringsstrijd legt Canada plat
In Canada worden treinsporen, havens en zelfs de kantoren van premier Trudeau geblokkeerd. Solidariteitsacties steunen daarmee de strijd van de inheemse Wet’suwet’en tegen de bouw van een gaspijplijn op hun grondgebied. Zwaar bewapende agenten ontruimden eind februari 2020 een protestkamp op inheemse grond. Sindsdien escaleerde dit conflict tot internationale proporties.
De Wet’suwet’en zijn de oorspronkelijke bewoners van een gebied van 22.000km² in het westen van Canada, in de provincie British Columbia. In tegenstelling tot veel andere stammen hebben de Wet’suwet’en hun gebied nooit aan de Canadese staat overgedragen, waardoor ze eigenlijk een legale autonomie hebben. Olie- en gasbedrijven proberen echter al jaren pijplijnen aan te leggen door hun gebied. Dit om teerzand, schaliegas en aardgas vanuit het Canadese binnenland naar de havens aan de Stille Oceaan te vervoeren.
Tegen deze praktijken hebben de Wet’suwet’en herhaaldelijk hun veto gesteld. Niettemin wist energiebedrijf TransCanada toestemming te krijgen van de overheid voor de aanleg van hun schaliegaspijplijn, de Coastal Gaslink. De rechtspraak hierover is echter sterk gecontesteerd, omdat het onduidelijk is wat de Canadese overheid te zeggen kan hebben over een gebied dat in feite niet van hen is.
Op lokaal vlak brengt een (gas)pijplijn risico’s voor gezondheid en leefmilieu met zich mee. De aanleg ervan veroorzaakt bovendien ontbossing en eenmaal de pijplijn er is, kan ze lekken en daardoor watervoorraden bedreigen. Gezien het belang van de zalmvangst voor de Wet’suwet’en ligt dit extra gevoelig. Gaspijplijnen kunnen daarbij ook ontploffen -en doen dat af en toe ook.
Daarbovenop is gas ook nog eens een fossiele brandstof die in sterke mate klimaatverandering bevordert. Zowel aardgas als schaliegas bestaan grotendeels uit methaan -een broeikasgas 86 keer sterker dan koolstofgas. Bij alle gasontwinning en -transport lekt methaan in de atmosfeer, maar schaliegas is daar extra berucht voor. Nieuwe gasinfrastructuur is daardoor verantwoordelijk voor het merendeel van de stijgende broeikasgassen.
Net als veel inheemse volkeren blijken de Wet’suwet’en te leven op een frontlinie in een gevecht tussen fossiele bedrijven enerzijds en milieubeschermers anderzijds. Naast het traag geweld van klimaatverandering verdringt de kolonisering hen op een directere manier van hun land. Bovendien brengen (fossiele) infastructuurprojecten niet zelden toegenomen geweld tegen vrouwen mee. De Wet’suwet’en beschrijven hoe in de buurt van zogenaamde ‘man camps’ -arbeidersverblijven- de voorbije jaren inheemse vrouwen vermist raakten. De weg die naast die arbeiderskampen loop wordt daarom ‘highway of tears’ genoemd. En zo komt op het anti-pijplijnfront de strijd voor milieu, vrouwenrechten én dekolonisering samen.
Stilaan begonnen de Unistot’en, een sub-clan van de Wet’suwet’en, hun land te reclaimen. Onder leiding van Frida Huson gingen ze diep in de bossen wonen in zelfgebouwde hutten op de precieze plek waar de TransCanadese pijplijn gepland stond. Bovendien bouwden ze een centrum om via verbinding met de omgeving mentale veerkracht op te bouwen. Door daar te leven belichamen ze hun verzet én het alternatief waarvoor ze strijden: voor een manier van omgaan met de omgeving die stukken duurzamer is dan de pijplijn. Dit model werd door naburige clans gekopieerd waardoor meerdere strategische blokkades werden opgeworpen.
De ontruiming begon met speciale interventie-eenheden die per helikopter voorbij de blokkades werden gedropt. Zwaarbewapende agenten begonnen langs de andere zijde simultaan een barricade te doorbreken. Op de binnenkant van die barricade stond ‘reconciliation’ (verzoening) geschreven, verwijzend naar de belofte van premier Trudeau om in het reine te komen met het Canadese koloniale verleden. Hoeveel die belofte waard was, werd duidelijk toen de barricade door politiediensten werd doorbroken, iets wat ingaat tegen het internationale, inheemse en Canadese recht.
Onder de noemer #shutdowncanada proberen tal van solidariteitsacties Canada nu plat te leggen. De drukste treincorridor van het land werd door de Mohawks-stam geblokkeerd en pas een week later ontruimd. Ook rangeerterreinen en talloze andere punten werden geblokkeerd of gesaboteerd, acties die ook in de VS weerklank vinden. Op een gegeven moment werden alle goederentreinen en grote delen van het personennet afgeschaft. Omwille van de grote rol van het spoor in de Canadese economie loopt de schade in de miljoenen. Net zoals pijplijnen zijn spoorlijnen cruciale economische schakels, elk met hun historische rol in het ‘ontginnen’ en koloniseren van het Canadese binnenland.
Bovendien werden ook havens, autostrades en grensbruggen geblokkeerd en werden kantoren van Justin Trudeau bezet, net zoals de Londense vestiging van investeerder KKR.
Met deze acties maakt de solidariteitsbeweging duidelijk hoe kwetsbaar de netwerksamenleving is en hoe effectief het verstoren van verkeersstromen kan zijn. Net zoals de Piqueteros in Argentinië en recenter gele hesjes in Frankrijk, of betogers in Chili of Hongkong openen ze hiermee een nieuwe, flexibelere vorm van sociale strijd. Recente ontruimingen van inheemse spoorblokkades en daaropvolgende solidariteitsacties maken alleszins duidelijk: deze strijd is nog lang niet voorbij.
De Vuntut Gwitchin First Nation ( VGFN ) is een First Nation ( gemeenschap van oorspronkelijke bewoners) in het noorden van Yukon in Canada. Het belangrijkste bevolkingscentrum is Old Crow. De taal die oorspronkelijk door de mensen werd gesproken, is Gwich'in.
Vuntut Gwich'in verwijst specifiek naar de Gwich'in-bevolking, wat zoveel betekent als "mensen van de meren".
De Vuntut Gwitchin First Nation was een van de eerste vier First Nations die in 1995 een landclaimovereenkomst ondertekende.
De chef is momenteel Dana Tizya-Tramm.
Vuntut Gwitchin First Nation ( VGFN ) trok in februari 2023 naar het Hooggerechtshof van Canada om hun bevoegdheden van zelfbestuur te doen gelden. De meeste rechtszaken die de inheemse rechten in Canada beschermen, zijn gebaseerd op artikel 35 van de Grondwet uit 1982. Maar toen de VGFN in 1990 de monumentale Vuntut Gwitchin-overeenkomst voor zelfbestuur (
ondertekende, zette de natie een grote stap buiten de jurisdictie van Canada en creëerde ze hun eigen grondwet. Hoewel VGFN enorme stappen heeft gezet in de richting van soevereiniteit, blijft de mate waarin Canada het inheemse zelfbestuur respecteert voor rechtbanken openstaan voor interpretatie.
De Wet'suwet'en is een First Nation uit Brits Columbia. Dit volk woont al heel lang in Canada, lang voordat Europese mensen het land veroverden. Op hun grond worden gasleidingen en boosterstations gebouwd door het bedrijf Coastal GasLink. Als die klaar zijn, is het land van de Wet’suwet’en in twee stukken verdeeld. Ze zijn nu bang voor vervuiling en gaven geen toestemming voor de bouw van de gasleidingen. Maar de Canadese regering trekt zich daar niks van aan.
De vrees van de Wet’suwet’en is gegrond. De pijpleidingen hebben een vernietigend effect op het milieu. Een groot deel van het bos werd al vernietigd. Bovendien worden mensen van de Wet’suwet’en Nation afgesneden van hun land en dat van hun voorouders. Daardoor kunnen ze hun traditionele activiteiten zoals jagen en vissen niet voorzetten.
Sinds eind 2021 bezetten activisten van de Wet’suwet’en de bouwplaats van de gasleidingen op hun land. Maar de activisten worden door de politie en beveiligers van het gasbedrijf iedere dag lastiggevallen en hardhandig opgepakt. Negen Wet’suwet’en kunnen een gevangenisstraf krijgen.
Decolonizing Journalism: A Guide to Reporting in Indigenous Communities (Journalistiek moet ontdaan worden van elke vorm van kolonialisme: een Gids voor Betere Verslaggeving over Inheemse Gemeenschappen)
Verslaggeving over inheemse gemeenschappen in Canada is vaak eenzijdig en racistisch. De bekende Inheems-Canadese journalist Duncan McCue (°1971) schreef een journalistieke gids om dat te veranderen. Sindsdien vraagt hij als journalist onvermoeibaar aandacht voor kwesties die de oorspronkelijke bevolking van Canada aangaan.
McCue werd een beroemdheid toen hij in 2016 als eerste Inheemse journalist het landelijke radioprogramma Cross Country Checkup ging presenteren, een begrip in Canada. In zijn lange journalistieke carrière zag hij hoeveel er misging in de verslaggeving. Gebaseerd op die ervaring en zijn culturele kennis schreef hij het boek "Decolonizing Journalism: A Guide to Reporting in Indigenous Communities". Toen hij in de jaren 90 aan het werk ging in de journalistiek, was hij als Anishinaabe Ojibwa een uitzondering op de redactie: journalisten van Inheemse afkomst waren er nauwelijks.
Hoe noodzakelijk een dergelijk boek is, bleek ook weer in 2021. Toen haalde een schandaal rond Inheemse kinderen in Canada het internationale nieuws: bij verschillende voormalige kostscholen voor Inheemse kinderen werden door radarbeelden honderden massagraven ontdekt van kinderen van soms pas drie jaar oud. Vanaf 1831 tot ver in de jaren 70 van de vorige eeuw werden zo'n 150.000 Inheemse kinderen door de Canadese overheid bij hun families weggehaald en naar zogenaamde residential schools gestuurd. Doel van deze vaak door de Katholieke, Anglicaanse of Canadese Protestantse Kerk gerunde scholen was in feite de assimilatie van de leerlingen zodat ze hun cultuur en afkomst zouden vergeten: hun vlechten werden afknipt en hun eigen taal verboden. De omstandigheden op de scholen waren vaak erbarmelijk en velen van hen werden fysiek, emotioneel en seksueel misbruikt. Sommige kinderen keerden nooit meer terug naar hun huis, duizenden leerlingen stierven door ziekte en verwaarlozing. De Canadese Waarheids- en Verzoeningscommissie onderzocht van 2008 tot 2015 het residentiële schoolysteem en de schade die het toebracht aan de Inheemse kinderen en noemde het proces in haar eindrapport 'cuturele genocide'.
Binnen Inheemse gemeenschappen was al lang bekend dat er verschrikkelijke dingen gebeurden op de scholen, maar dat werd door Canadese journalisten niet structureel opgemerkt. Inderdaad, heel wat verslaggevers vroegen zelden door als er Inheemse leerlingen overleden waren. Altijd werden staat en Kerk geloofd, bijna niemand deed diepgravend onderzoek. Niemand vroeg of het wel humaan was wat deze kinderen werd aangedaan.
Als er al verslag werd gedaan over Inheemse gemeenschappen, dan stonden de verhalen bol van clichés: het draaide allemaal om strijders en prinsessen, om veren en kralen!
De gemiddelde Canadese redactie is immers overwegend wit en echt geen reflectie van de bevolkingssamenstelling. Uit een telling in Canada in 2022 bleek dat op acht van de tien redacties helemaal geen Inheemse journalisten werken, terwijl Inheemse groepen samen toch 5 procent van de bevolking van Canada uitmaken.
De oorspronkelijke bevolking van wat nu Canada heet, is een uiteenlopend gezelschap, van de Inuit in de buurt van de Noordpool, de First Nations ten zuiden daarvan, tot de Métis, een groep met deels Europese achtergrond, verspreid over het hele land. Deze categorieën zijn gecreëerd tijdens de kolonisatie en onder die verschillende groepen vallen allerlei volken met eigen talen en culturen die eeuwenoud waren, voordat de eerste kolonisten in de zestiende eeuw voet aan wal zetten. Hun geschiedenis is nog minder bekend dan die van de oorspronkelijke bewoners van de VS. In Canada werden er minder oorlogsdaden gesteld, maar het beleid ten opzichte van de oorspronkelijke bevolking was daarom niet minder gewelddadig.
De Indian Act was een wet die werd ingesteld in 1876. Onderdeel van deze wet was het onderwijssysteem van de eerder genoemde residential schools. Ook werden Inheemse ceremoniën gecriminaliseerd, wat leidde tot arrestaties van veel Inheemse mensen simpelweg omdat ze de eigen tradities volgden. Zo werd Sun Dance, een meerdaags festival om de zon en de aarde te eren voor het leven dat ze schenken, verboden, net als het dragen van traditionele kledij. Daarnaast schreef de wet voor hoe de oorspronkelijke gemeenschappen en reservaten bestuurd moesten worden. Daarvoor werd van gemeenschappen bijvoorbeeld de grond van de voorouders afgenomen. Wanneer daar olie en gas werd gevonden, kregen de gemeenschappen wel te maken met de verwoestende en vervuilende effecten van de olie- en gaswinning, maar deelden ze niet in de opbrengst. De wet was desastreus voor de Inheemse bevolking en maakte hen in feite wettelijk handelingsonbekwaam.
De wettelijke marginalisering leidde tot maatschappelijke achterstand van Inheemse gemeenschappen op elk gebied. Het gebrek aan kennis van en empathie met de Inheemse gemeenschap ontbrak in de verslaggeving. Het begint al met de invalshoek van een verhaal. Canadese mainstream media berichten in verband met Inheemse gemeenschappen bijna altijd over armoede en landrechten, waarbij ze Inheemse mensen neerzetten als boos of meelijwekkend. In plaats van op zoek te gaan naar succesverhalen en te kijken hoe de gemeenschap zelf haar problemen probeert op te lossen.