Microkredieten: arme mensen willen kansen
Muhammad Yunus is de ontwikkelaar en grondlegger van het moderne microkrediet: er wordt geleend aan ondernemers die te arm zijn om voor traditionele bankkredieten in aanmerking te komen. In 1976 richtte Yunus de Grameen Bank op om leningen voor arme Bengalezen mogelijk te maken. Sindsdien heeft de bank meer dan 5 miljard dollar aan meer dan 5 miljoen leners uitgeleend. Om terugbetaling te garanderen gebruikt de bank een systeem van "solidariteitsgroepen". In deze kleine informele groepen vragen mensen samen een lening aan en steunen ze elkaars pogingen om vooruit te komen. De Grameen Bank heeft door de tijd heen ook andere systemen van alternatief krediet voor arme mensen ontwikkeld. Naast het microkrediet biedt zij ook woningleningen aan, leningen voor visserij en irrigatie, voor textiel en andere takken van de economie, samen met bankactiviteiten zoals sparen. Het succes van dit model heeft verschillende navolgingen gehad in de ontwikkelingslanden, maar ook elders. Veel microkredietprojecten lenen aan vrouwen: zij zijn immers meer dan mannen geneigd om hun verdiensten aan de noden van de familie te geven. Muhammad Yunus kreeg de Nobelprijs voor de Vrede in 2006, voor zijn inspanningen om economische en sociale ontwikkelingen van onderuit mogelijk te maken. Een microkrediet verschaft de ondernemers de mogelijkheid te investeren in bijvoorbeeld de aanschaf van een koe, een naaimachine of een winkel. Het gaat hierbij meer om het helpen zichzelf te ontwikkelen dan om het geven van geld. Microkrediet wordt zowel voor winstgeneratie als voor non-profitdoelen aangeboden. Microkredieten worden dus vooral verstrekt aan leners die zich georganiseerd hebben in solidariteitsgroepen van 5-20 mensen. In deze groepen staan de groepsleden onderling voor elkaar garant. Dit heeft twee voordelen. De belangrijkste is dat dit een manier is om tijd te besparen voor de bank zelf. Groepsleden zoeken elkaar immers uit omdat ze elkaar kennen. Voor kennissen die je kent als betrouwbaar, durf je wel garant te staan. Dit inschatten van de kredietwaardigheid kost een bankbediende zodoende veel minder tijd, omdat de klanten al binnen komen lopen met mensen die ze betrouwbaar vinden. Een tweede factor is de sociale druk op elk individu om de lening af te lossen, omdat in geval van niet-terugbetalen de andere groepsleden hiervan nadeel zouden ondervinden. Deze sociale druk valt in de praktijk mee, omdat groepsleden van te voren al bewust betrouwbare groepsgenoten geselecteerd hebben. De Deense website MyC4 bijvoorbeeld maakt het mogelijk om microkrediet te verstrekken aan Afrikaanse ondernemers. Bij alle deelnemende Afrikaanse ondernemers wordt gekeken of zij bijdragen aan de millenniumdoelstellingen die zijn opgesteld door de Verenigde Naties. De millenniumdoelstellingen zijn gericht op het oplossen van armoede, ziektes, ongelijkheid en milieuproblemen in de wereld. Elke ondernemer draagt bij aan armoedebestrijding en sommigen behartigen tevens de scholing van kinderen, de verbetering van de positie van de vrouw of de bestrijding van ziektes. Verder is er de gekende Amerikaanse organisatie Kiva die via internet kredietaanvragers met potentiële particuliere kredietverstrekkers in contact brengt, waar ook ter wereld. Microfinancieringsinstituten hebben in het algemeen als doelstelling geen verlies te maken, omdat ze duurzaamheid op de lange termijn nastreven. De rentepercentages op deze microleningen zijn dan ook een stuk hoger dan in het Westen. Dit wordt met name veroorzaakt door de kosten. Het verstrekken van een lening van 30-300 euro in Afrika kost veel meer tijd per euro dan het verstrekken van een veel grotere lening in Europa. De periodieke afbetalingen (vaak wekelijks) worden efficiënt georganiseerd, maar kosten ook arbeidstijd. Toch vinden de lokale klanten de rentepercentages erg meevallen, omdat men ze vergelijkt met het alternatief, de lokale woekeraars, die veel meer vragen. Ongeveer 98% van de microkredieten wordt terugbetaald. Dit is beter dan bij traditionele banken in Westerse en in ontwikkelingslanden. Redenen hiervoor zijn o.a. de persoonlijke trots van het bereiken van een resultaat, de ambitie om na deze lening een grotere lening te kunnen afsluiten, de structuur van de solidariteitsgroepen. Investeren in microfinancieringsinstituten lijkt aantrekkelijk omdat het zowel op financieel als op humantair vlak nuttig is. In uitzonderlijke situaties hoeft microfinanciering trouwens niet kostendekkend te zijn, bijvoorbeeld wanneer men ex-kindsoldaten begeleidt naar geweldloze economische activiteiten. |
![]() Mohammed Yunus |
![]() De Grameen Bank in Dhaka |
Kritiek en tegenkritiek
In zijn artikel "Microkrediet helpt armen niet" richt de Bangladese politicoloog Arnob Chakrabarty zijn kritiek op twee punten: microfinanciering is een bedrijfsmatige activiteit geworden en is niet langer op armoedebestrijding gericht én de rente van instellingen als de Grameen Bank in Bangladesh zou te hoog zijn. Natuurlijk is microkrediet geen algemene oplossing voor armoedebestrijding, maar microfinanciering zorgt wel voor aansluiting van armere mensen bij de formele economie. Microkredieten genereren banen en er zijn voldoende onderzoeken die blijvende verbetering van de levensstandaard hebben aangetoond. Onderzoeken die het tegendeel aanwijzen zijn schaars Microkredietinstellingen in Bangladesh hebben inmiddels 30 miljoen klanten en dat niet omdat de bewoners die banken zo graag winst laten maken, maar omdat ze willen lenen om hun kippen te kunnen voeren, hun rijst te verbouwen en hun winkeltje te kunnen bevoorraden. Chakrabarty geeft af op het bedrijfsmatige karakter van Grameen en andere kredietbanken, maar is het niet juist noodzakelijk dat financiële instellingen streven naar een zakelijke aanpak van hun dienstverlening? Dat ze dus winst maken, ook op die kleine leningen? Alleen op deze wijze is het mogelijk om tegemoet te komen aan die grote vraag naar kleine leningen. OK, Grameen Bank doet het inderdaad niet slecht, dankzij de armen. Maar nu belanden de armen tenminste niet terug in de handen van nietsontziende woekeraars. De laatste tijd dreigt de microfinanciering slachtoffer te worden van haar succes. Terwijl in de jaren negentig slechts 2% van de leners zijn of haar lening niet kon terugbetalen, is het aantal wanbetalers tegenwoordig gestegen tot 6% (aprileditie van "Mo*"). |