|
E G Y P T E |
|
|
Het dichtstbevolkte deel van Egypte wordt ongetwijfeld gevormd door de oevers en de delta van de Nijl. Verder behoren grote delen van het land tot de Saharawoestijn, met in het westen wel enkele oases.
Egypte grenst in het noorden aan de Middellandse Zee, in het oosten aan de Gazastrook, Israël en de Rode Zee, in het zuiden aan Soedan en in het westen aan Libië. In het oosten van Egypte ligt het Sinaï-schiereiland, dat behoort tot het Aziatische continent.
De hoofdstad is Caïro, tevens de grootste stad van Afrika.
Politiek
In 1981 werd president Anwar Sadat onder andere wegens zijn toenadering tot Israël door islamitische extremisten vermoord.
De toenmalige vicepresident Hosni Moebarak regeert het land sindsdien praktisch als dictator. Op 7 september 2005 vonden de eerste verkiezingen plaats, met meerdere door Moebarak uitverkoren kandidaten.
Egypte heeft een éénkamerparlement met 454 leden en daarnaast een raadgevend orgaan met 210 leden. De president heeft aanzienlijke macht en hij kiest zelf de regering en de opvulling van diverse hoge posten.
In de buitenlandse politiek probeert Egypte zich tussen het Westen en de Arabische wereld in te houden. Bij de bevolking is deze politiek niet erg populair, zoals bleek uit grootscheepse protesten tegen de Golfoorlog. Ook de vrede met Israël is in eigen land niet populair.
Betwist gebied tussen Egypte en Soedan
De Hala'ibdriehoek is een gebied ter grootte van 20.580 km² langs de grens tussen Egypte en Soedan en de Rode Zee. Het gebied, genoemd naar de gelijknamige stad, is gecreëerd door het verschil in mening tussen Egypte en Soedan over de grens tussen de twee landen. Specifiek gaat het om de politieke grens uit 1899.
Dit gebied kwam in 1902 onder Soedanees toezicht omdat de stammen die actief waren in dit gebied, uit Soedan kwamen. Op hetzelfde moment kwam het gebied Bir Tawil, ten zuidwesten van de driehoek, onder Egyptisch toezicht daar het weiland omvatte van de Ababda, een stam uit het Egyptische Aswan. De twee driehoeken grenzen aan hetzelfde punt, een vierlandenpunt dus. Bir Tawil wordt de facto nog steeds door Egypte beheerd, maar het gebied komt niet voor op Egyptische overheidskaarten.
Sinds de onafhankelijkheid van Soedan in 1956 claimen zowel Egypte als Soedan het gebied. Sinds halverwege de jaren 90 valt het de facto onder het bestuur van het Egyptische Gouvernement Rode Zee, nadat Egypte er troepen stationeerde.
De situatie van de mensenrechten laat nog steeds te wensen over. Hoewel er de laatste jaren beterschap is, wordt er nog steeds rechtgesproken door speciale militaire en noodtoestandtribunalen.
Duizenden vermeende leden of sympathisanten van verboden islamitische groeperingen zitten zonder aanklacht of proces vast. Anderen kregen lange straffen opgelegd door militaire rechtbanken en wel na flagrant oneerlijke processen. Marteling en mishandeling komen stelselmatig voor. Egypte is één van de landen waar de doodstraf niet alleen wordt uitgesproken maar ook uitgevoerd. Ook gewapende oppositiegroepen maken zich schuldig aan mensenrechtenschendingen.
Sinds 1998 worden de leden van twee religieuze groeperingen systematisch vervolgd en opgesloten onder artikel 98(f) van de strafwet. Dit artikel legt straffen op van zes maanden tot vijf jaar voor het "uitbuiten van de godsdienst". Sommige mensen worden veroordeeld omdat ze in bepaalde publicaties over religieuze onderwerpen discuteren, anderen omdat de overheid hun religieuze beleving als een misdrijf beschouwt.
Hoewel honderden slachtoffers van marteling in Egypte de afgelopen tien jaar klachten bij de autoriteiten hebben ingediend, zijn voor zover bekend geen snelle en onpartijdige onderzoeken uitgevoerd die tegemoetkomen aan de internationale normen voor de mensenrechten.
Zoals gezegd is de mensenrechtensituatie in Egypte ver van rooskleurig: mensen, die ervan verdacht worden te sympathiseren met verboden islamistische bewegingen, blijven vaak jarenlang in detentie zonder aanklacht of proces en foltering en mishandeling in de gevangenis komen veel voor.
Op 31 oktober 2006 werd Tal'at Sadat door een militaire rechtbank veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf mét arbeid. De beschuldiging luidde: "belasteren van het leger en verspreiden van valse berichten". Hij is een neef van de vermoorde vroegere president Mohamed Anwar Sadat en parlementslid voor een kleine oppositiepartij, Al-Ahrar. Tijdens het onderzoek werd zijn parlementaire onschendbaarheid opgeheven.
Op de 25ste verjaardag van de moord op de voormalige president had Tal'at Sadat een aantal interviews gegeven. Daarin beschuldigde hij het leger en enkele officieren van de Republikeinse Wacht van betrokkenheid bij het complot om zijn oom te vermoorden. Tal'at suggereerde ook dat de huidige president, Hosni Moebarak, die toen vice-president was, misschien betrokken was bij de moord. Anwar Sadat werd neergeschoten tijdens een militaire parade op 6 oktober 1981. De schutter werd veroordeeld en geëxecuteerd in april 1982.
Tal'at Sadat kreeg niet het recht op afdoende legale bijstand en moest voor een militaire rechtbank verschijnen, ook al is hij burger. Hierdoor heeft hij geen recht op beroep voor een hogere rechtbank. Verschillende Egyptische mensenrechtenorganisaties drukten hun bezorgdheid uit over deze zaak en veroordeelden zijn gevangenisstraf.
Deze man moet als gewetensgevangene beschouwd worden omdat hij gevangengezet is omwille van het uitoefenen van zijn recht op vrije meningsuiting. Amnesty International heeft er al herhaaldelijk bij de Egyptische autoriteiten op aangedrongen om niet langer burgers voor militaire rechtbanken te brengen omdat zo enkele van de meest fundamentele vereisten van het internationaal recht geschonden worden. Ook zou Egypte bepaalde wetgeving moeten herzien of afschaffen, die gevangenisstraffen oplegt voor daden die men enkel kan beschouwen als het uitoefenen van het recht op vrije meningsuiting of vrijheid van religie.
Op 27 juni 2010 kondigde de gouverneur een ontwikkelingsplan voor Aswan aan. Het Al-Sahabygebied wordt in dat plan als een onveilige zone omschreven. De huizen in dit gebied moeten volgens het plan dan ook gesloopt worden. Hierdoor komen 1500 families op straat te staan.
Op 25 juli dienden deze families samen klacht in bij de lokale overheid.
De Egyptische overheid voorziet weliswaar alternatieve huisvesting voor de families, maar die is ondermaats en bovendien ver verwijderd van scholen en gezondheidszorg. Slechts 320 van de beschikbare woningen zijn uitgerust met één slaapkamer waardoor de woningen niet geschikt zijn voor families.
Er werd geen overleg gepleegd met de bewoners van Al-Sahaby voor de aankondiging van de sloopplannen. Bovendien hebben de bewoners tot op heden nog geen schriftelijke mededeling ontvangen waarin de juridische basis voor de plannen zou uitgelegd worden. Dit maakt een aanvechting van de plannen voor een rechtbank moeilijk. De autoriteiten lieten de bewoners ook weten dat men geweld zal gebruiken bij tegenstand en dat actievoerders zullen gearresteerd worden. Een datum voor de sloop werd nog niet bekendgemaakt.
In 2005 won Moebarak dus de verkiezingen, met zelfs 88% van de stemmen. Maar na de geslaagde opstand in Tunesië in januari 2011 tegen het autoritaire regime van president Ben Ali braken enkele weken later ook onlusten uit in diverse Egyptische steden. Honderdduizenden mensen protesteerden tegen het bewind van Moebarak, die verantwoordelijk wordt gehouden voor de corruptie en grote armoede in het land. Bij deze onlusten vielen meer dan 300 doden.
Op 11 februari, bij het aftreden van de president na 18 dagen van massaal protest, kreeg Egypte een militair bewind. Volgens de grondwet wordt binnen zestig dagen een nieuwe president gekozen. Ondertussen staat Minister van Defensie Mohamed Hussein Tantawi aan het hoofd van de Hogere Militaire Raad die na het aftreden van Moebarak de controle over Egypte heeft. Maar hoewel het leger sterke banden had met Moebarak, geniet het respect onder de bevolking. Tijdens de achttien dagen durende protesten hadden de militairen zich niet tegen de demonstranten gekeerd, maar zich ook niet openlijk achter Moebarak geschaard. Nu en dan werden de activisten zelfs beschermd door het leger.
Meer informatie is te vinden op Wikipedia.
|
Uit het jaarrapport 2010 van Amnesty International (2009) Doodstraf: wordt gehandhaafd. Levensverwachting: 69,9 jaar. Sterftecijfer onder 5 jaar (m/v): 42/39 per 1000. Alfabetisme onder volwassenen: 66,4 %. De regering maakte nog steeds gebruik van noodtoestandsbevoegdheden om vreedzame critici en tegenstanders te detineren, evenals mensen die verdacht werden van misdaden tegen de veiligheid of betrokkenheid bij terrorisme. Sommigen werden in administratieve detentie vastgehouden, anderen werden na oneerlijke processen voor militaire rechtbanken veroordeeld tot gevangenisstraffen. Marteling en andere vormen van mishandeling kwamen nog steeds veel voor in politiecellen, in detentiecentra van de veiligheidspolitie en in gevangenissen. In de meeste gevallen bleven de daders onbestraft. Het recht op vrijheid van meningsuiting, van vereniging en van vergadering werd beperkt: onder andere journalisten en bloggers werden gedetineerd of vervolgd. Honderden gezinnen die in de "onveilige gebieden" in Caïro woonden, werden gedwongen uit hun huizen gezet: sommigen raakten dakloos, anderen konden zich elders vestigen, maar zonder garantie dat ze daar konden blijven. Mannen die ervan werden verdacht homoseksueel te zijn, werden vervolgd onder een "losbandigheidswet". Ten minste negentien mensen die de grens met Israël wilden oversteken, werden door grenswachten doodgeschoten, ogenschijnlijk zonder dat ze een bedreiging vormden. Ten minste 269 mensen werden ter dood veroordeeld en ten minste vijf mensen werden geëxecuteerd. |
Vanaf 28 november koos de Egyptische bevolking een nieuw parlement in de eerste verkiezingen sinds de val van Mubarak. Zo’n 50 miljoen Egyptenaren mochten gaan stemmen.
Maar hoe historisch zijn deze parlementsverkiezingen? Wel, nauwelijks een jaar ervoor vonden de laatste verkiezingen onder Mubarak plaats en toen werd er enorm gefraudeerd. Vrijwel alle oppositie, inclusief de kandidaten van de Moslimbroederschap, trokken zich terug en er kwam een parlement zonder oppositie. De fraude van vorig jaar heeft bijgedragen tot de volksopstand tegen Mubarak in februari. De verkiezingen zijn dus historisch te noemen. Maar in welke mate, dat valt nog af te wachten. De verkiezingen werden immers georganiseerd onder toezicht van het leger, dat duidelijk heeft laten blijken een greep op de macht te willen houden.
De campagne is vrij geweest, hoewel er natuurlijk wel behoorlijk is gemept op de activisten op het Tahrir-plein die opriepen om de verkiezingen te boycotten. Vorig jaar nog werd enorm veel geweld gebruikt door de knokploegen van Mubarak en hopelijk is deze oude gewoonte nu verdwenen. Bovendien deden ook voormalige aanhangers en prominenten van Mubaraks partij mee aan de verkiezingen, mensen met veel geld, die met name op het platteland hoge ogen gooien.
Egypte is in drie districten verdeeld. Eerst wordt er voor het lagerhuis gekozen. In elk district worden twee rondes gehouden die twee dagen duren, wat in totaal betekent dat pas in januari een uitslag bekend zal zijn, maar dan moeten er nog verkiezingen voor het hogerhuis komen.
Tot dusver was de opkomst bij Egyptische verkiezingen altijd heel slecht, tot zo'n 10 %. Dat bewees dat Egyptenaren geen enkele illusie hadden dat er iets met hun stem zou gebeuren. Hopelijk ligt dit getal heel wat hoger: een betere opkomst zegt iets over de verwachtingen bij Egyptenaren over de mogelijkheid dat echte verandering mogelijk is.
Verwacht wordt dat de onder Mubarak verboden Moslimbroederschap het heel goed zal doen en het belangrijkste blok in het parlement zal gaan vormen. Nu is het nog zo dat in het parlement tweederde van de zetels gereserveerd is voor politieke partijen en eenderde voor individuele kandidaten, een constructie bedoeld om de macht van de Moslimbroederschap te verkleinen.
Uit de eerste prognoses bleek dat de islamitische Partij voor Vrijheid en Rechtvaardigheid, die uit de Moslimbroederschap is ontstaan, de eerste ronde van de parlementsverkiezingen zou winnen. De traditionele partijen gingen achteruit. De Moslimbroeders zouden op kop eindigen in zes van de negen provincies die op het spel stonden in de eerste ronde. Volgens de onafhankelijke krant al-Chourouq behaalde de Partij voor Vrijheid en Rechtvaardigheid 47% van de stemmen, het Egyptisch Blok 22%. De rest van de 27 provincies zijn half december en januari aan de beurt.
De opkomst voor de tweede ronde was eerder laag en waarnemers meldden onregelmatigheden bij het tellen van de stemmen.
Uiteindelijk zal pas in maart de samenstelling van het nieuwe parlement bekend zijn.
Op 21 december brachten de Egyptenaren hun stem uit in de tweede ronde van de parlementsverkiezingen in een derde van de Egyptische provincies. Op vijf dagen tijd vielen veertien doden na schermutselingen in de hoofds tegenstanders van het militaire regime en de ordetroepen...
Wordt vervolgd ...
Egypte en vrouwenrechten: lees hierover zeker de bijdrage op de site van AI.
Valt er een jaar later (december 2010) eigenlijk iets te vieren?
MO* vroeg het o.a. aan de Egyptische schrijver Alaa Al-Aswani, een bekend gezicht in de Arabische wereld.
Egyptische activisten maakten via Twitter felicitaties over aan de Libiërs toen bekend raakte dat Khadaffi opgepakt was en even later dood werd verklaard. Er werd niet gerouwd om Khadaffi, maar velen bleven achter met het gevoel dat de opstand in Libië een "gesloten" revolutie was en de toekomst weinig rooskleurig.
De Egyptische journaliste en activiste Nawara Negm vertolkte in haar twitterberichten een wijdverbreid gevoel dat de islamitische partijen in Egypte veeleer aan de kant stonden van de contra-revolutie dan van de revolutie. Ze wordt nog altijd geplaagd om haar ontroerende uitspraak meteen na de val van Moebarak, toen ze al op Al Jazeera zei: "Vanaf vandaag is er geen angst meer, geen onrechtvaardigheid". De werkelijkheid is dat de veranderingen die men verwachtte, niet verwezenlijkt werden. Protestacties, betogingen en stakingen bleven (en blijven) aanhouden.
De overgangsperiode lijkt oneindig te duren en vele waarnemers vrezen ervoor dat het oude regime opnieuw aan de oppervlakte komt. Kan men in die omstandigheden nog wel van een revolutie spreken?
Alaa Al-Aswani: "Ik ben niet bang van de Moslimbroeders. De revoluties in Egypte en Tunesië hebben het ondenkbare gerealiseerd. Ben Ali van Tunesië was een dictator. Hij was de staat. Hij is gevlucht. Ook Moebarak was de staat en wordt nu berecht. Niemand had dit voor mogelijk gehouden. En het fantastische is dat het gerealiseerd werd door massaal en vreedzaam in opstand te komen. Een pagina is omgeslagen en een nieuw tijdperk is begonnen, al gaat dat natuurlijk gepaard met heel veel problemen."
- Is er behalve de vervolging van Moebarak iets van dat nieuw tijdperk te merken?
Alaa Al-Aswani: "Revoluties schakelen niet alleen een politiek systeem uit maar ook een maatschappelijk en intellectueel systeem, met het doel om een nieuw op te bouwen. Revoluties zijn geen zondagswandelingen. Wij zijn nu in Egypte in het hart van de strijd voor verandering. De Militaire Raad die nu het land bestuurt, was nooit tegen Moebarak. Hij heeft de echte verandering in Egypte stopgezet en wil hervormingen doorvoeren. Maar de revolutie is hardnekkig en aanvaardt geen tussenoplossingen."
- Waarom komen die veranderingen zo traag op gang?
Alaa Al-Aswani: "Veel mensen, ook binnen de veiligheidsdiensten, zijn op post gebleven. Het is normaal dat zij er alles aan doen om het oude systeem te handhaven. Echte verandering kan niet alleen het einde betekenen van hun carrières maar kan hen ook in gevangenis doen belanden. En dus worden problemen kunstmatig geproduceerd, zoals het tekort aan benzine of de veiligheidsproblemen. De media die tot de overheid behoren, spelen hetzelfde spel als in het tijdperk van Moebarak. Ze paaien de Militaire Raad en verspreiden leugens."
- Is dat het resultaat van een langdurige dictatuur waarbij de mensen geconditioneerd zijn geraakt?
Alaa Al-Aswani: "Neen, want de miljoenen mensen die in opstand zijn gekomen, hebben ook dertig jaar onder de dictatuur geleefd. Het is veeleer een kwestie van belangen. In 1952 pleegde Nasser de staatsgreep die later in een revolutie veranderde. Tijdens het eerste jaar van zijn bewind diende hij het oude regime harde klappen toe. Hij beperkte het privé-eigendom en de herverdeelde landbouwgrond om de revolutie te beschermen. De Militaire Raad heeft het tegenovergestelde gedaan. Het zijn nog altijd dezelfde mensen op dezelfde sleutelposities, overal, ook in de media. Er zijn geen revolutionaire maatregelen genomen na de val Moerbarak."
- De Moslimbroeders worden steeds vaker gezien als mensen die het oude regime helpen in stand houden. Terecht?
Al-Aswani: "Het probleem van de Moslimbroeders is dat ze dezelfde fouten blijven maken sinds hun oprichting in 1928. Ze gaan ervanuit dat wat in hun eigen belang is, ook in het belang is van Egypte. Dat heeft hen ertoe geleid het regime te steunen en dat hebben ze gedurende heel hun geschiedenis gedaan, zonder uitzondering. De Moslimbroeders hebben de Militaire Raad ervan overtuigd dat deze revolutie alleen via hen gekanaliseerd kon worden. Maar intussen heeft de Raad ondervonden dat de invloed van de Moslimbroeders overschat wordt. Dat is de voorbije maanden duidelijk gebleken. Protestacties waar de Moslimbroeders afstand van namen, bleken een enorm succes en brachten alsnog veel mensen op de been. Bovendien hebben ze zich pas vier dagen na de start bij de revolutie aangesloten en semi-oplossingen aanvaard. Aanvankelijk wilden ze, zoals de anderen, een nieuwe grondwet. Maar toen de Militaire Raad met een grondwettelijke verklaring op de proppen kwam, hebben ze dat intiatief verdedigd.
Sinaï
De Sinaï is meerdere keren bevochten geweest. Na de Suezcrisis in 1956 liepen de spanningen tussen Egypte en Israël op. Als gevolg hiervan brak in 1967 een nieuwe oorlog uit: de Zesdaagse Oorlog. Israël veroverde de Sinaï op Egypte. In oktober 1973 probeerde Egypte de Sinaï te heroveren (Yom-Kippur), maar dit mislukte. Uiteindelijk werd in 1978 een vredesverdrag gesloten: de Camp Davidakkoorden. In dit verdrag werd afgesproken dat Egypte het bestaansrecht van de staat Israël erkent en dat Israël zich in 4 fases terugtrekt uit de Sinaï. Sindsdien ziet de Multinational Force and Observers, een internationale vredesmacht, er op toe dat het vredesverdrag ook daadwerkelijk wordt nageleefd.
In de recente geschiedenis zijn er in de Sinaï verschillende bomaanslagen geweest door extremistische Islamitische terroristische organisaties. Doelwit waren telkens Israëlische of Europese toeristen.
Op 7 oktober 2004 werd het Hilton-hotel in Taba geraakt door een bom waarbij 34 mensen om het leven kwamen. Dezelfde dag gingen er ook twee bommen af in Nuweiba; eentje voor een restaurant en de andere bij de ingang van een campsite. In totaal vielen er bij de aanslagen in Nuweiba drie doden.
Op 24 april 2006 werd de badplaats Dahab opgeschrikt doordat er rond 19.00 uur lokale tijd drie explosies plaatsvonden in het toeristische centrum. Het was er toen bijzonder druk wegens de vakantie ter gelegenheid van het Koptische paasfeest. Minstens 23 personen kwamen om het leven.
En op 23 juli 2005 explodeerden er bij terroristische aanslagen in Sharm el-Sheikh drie bommen. Hierbij kwamen volgens de autoriteiten 64, volgens de lokale ziekenhuizen zelfs 88 mensen om het leven, voor het merendeel Egyptenaren, maar ook toeristen uit onder andere het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Italië.
Geweld tegen vrouwen
In maart 2011 werden 18 vrouwelijke demonstranten opgepakt op het Tahrirplein in Egypte. In de gevangenis werden ze geslagen, vernederd en gedwongen een 'maagdelijkheidstest' te ondergaan.
Na de val van president Moebarak leek de mensenrechtensituatie in Egypte even hoopvol: de overgangsregering beloofde de mensenrechten te beschermen en sprak zich sterk uit tegen seksueel geweld. Al snel echter bleek dat demonstranten ook onder de overgangsregering niet veilig waren voor het leger en de veiligheidsdiensten. Militairen zetten vrouwen onder druk om niet naar demonstraties te gaan. Gingen ze toch, dan waren ze regelmatig slachtoffer van foltering, mishandeling en vernedering.
Geen enkele soldaat of agent is tot nu toe gestraft voor deze daden. Veel vrouwen durven niet naar buiten te komen met hun verhaal uit angst voor represailles of de reactie van hun familie. Vrouwen die toch gerechtigheid zoeken, vinden nauwelijks gehoor.
Op 26 februari werden meerdere dakloze families in het district Ezbet Al-Nakhl in Caïro gewelddadig verdreven uit het puin van wat eens hun huizen waren.
De gezinnen gebruikten het puin als onderdak nadat ze eerder onder dwang uit hun huis werden gezet en hen geen alternatieve huisvesting werd aangeboden door de autoriteiten.
Volgens de regering werden 400 families voorzien van alternatieve huisvesting. Volgens de bewoners en hun advocaten kreeg echter niet iedereen een nieuwe woonplek aangeboden. Voor de gedwongen uithuiszetting plaatshad, woonden er immers maar liefst 1200 families in de wijk.
Gedwongen uithuiszettingen zijn verboden door het internationaal recht. De Egyptische autoriteiten hebben gefaald om deze wet te respecteren .
Mensenrechten
Egyptische mensenrechtenorganisaties zetten zich al jarenlang in om de situatie in hun land te verbeteren. Het werk wordt hen echter steeds moeilijker gemaakt.
Deze organisaties werken vaak samen met Amnesty International tegen mensenrechtenschendingen zoals administratieve detentie en marteling. Ze hebben het al lang moeilijk in Egypte door de strenge wetgeving voor non-gouvernementele organisaties (ngo’s). In juli 2011 startte de Egyptische regering een onderzoek naar de buitenlandse financiering van ngo’s. Dit leidde tot een reeks van invallen bij internationale en lokale organisaties in december van dat jaar.
Eind 2014 lag er een wetsvoorstel op tafel dat het ontvangen van fondsen uit het buitenland strafbaar stelt: op overtreding staat levenslang en een boete van 500.000 Egyptische pond (ruim 55.000 euro). Alle ngo’s moeten zich laten registreren, anders volgen sancties. Een aantal mensenrechtenorganisaties werd registratie geweigerd omdat zij de nationale veiligheid zouden bedreigen.
De deadline voor registratie was 10 november 2014. Mensenrechtenorganisaties vrezen dat zij vanaf die dag vervolgd zullen worden.
Op 25 april 2016 pakten zwaarbewapende en gemaskerde agenten Ahmed Abdullah thuis op. Een agent sloeg hem meerdere keren met de loop van zijn geweer. Abdullah kan levenslang krijgen voor verzonnen aanklachten enkel en alleen omdat hij opkomt voor de mensenrechten.
Op die bewuste dag gingen veel mensen de straat op om te demonstreren tegen de overdracht van twee kleine Egyptische eilanden aan Saoedi-Arabië. De autoriteiten sloegen de protesten hard neer en arresteerden ruim tweehonderd mensen. In de aanloop ernaartoe werden al negentig mensen opgepakt, waaronder Ahmed Abdullah. Volgens de autoriteiten deed hij zogezegd pogingen om de staat te ontwrichten.
Abdullah is de voorzitter van de prominente ngo genaamd de Egyptische Commissie voor Rechten en Vrijheden. In die hoedanigheid werd hij enkele jaren geleden nog door Amnesty in Vlaanderen uitgenodigd voor een debat rond de Arabische Lente.
Ahmed Abdullah hield zich bezig met onderzoek naar mensen die zijn verdwenen, vermoedelijk door toedoen van de regering. Ook stond hij de familie bij van een Italiaanse student. Het lichaam van de student werd gevonden met ernstige sporen van marteling.
De autoriteiten vallen hem continu lastig vanwege zijn werkzaamheden. In januari kon hij nog maar net ontkomen toen veiligheidsagenten hem probeerden te ontvoeren uit het koffiehuis waar hij vaak komt.
Amal Fathy
Vrouwenrechtenactiviste Amal Fathy sprak zich uit tegen seksuele intimidatie in haar land. Ze zit nu al sinds half 2018 vast. Haar gezondheid gaat sterk achteruit. Ze heeft last van een extreme mate van stress en kan nauwelijks meer op haar benen staan.
Fathy deelde op 9 mei op sociale media haar eigen ervaring met seksuele intimidatie. Ook bekritiseerde ze de Egyptische overheid, die er niet in slaagt om vrouwen te beschermen. Ze kreeg een golf van kritiek en dreigementen over haar heen op sociale media. Twee dagen later pakte de politie haar midden in de nacht thuis op. Ook haar man, voormalig Amnesty-onderzoeker en directeur van een Egyptische mensenrechtenorganisatie, en hun 3-jarige kind moesten mee naar het politiebureau. Haar man en kind werden later die dag vrijgelaten.
Amal Fathy zit nog steeds in voorarrest. Ze wordt beschuldigd van het verspreiden van vals nieuws. Ook onderzoeken de autoriteiten of ze banden heeft met de verboden 6 April-Jeugdbeweging.
15 jaar voor verdediging van de mensenrechten!
Azza Soliman is een Egyptische advocate die de rechten van vrouwen verdedigt. Ze is mede-oprichtster van twee organisaties die juridische hulp verlenen aan vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld, verkrachting, willekeurige gevangenisstraffen en foltering.
De Egyptische staat beschuldigt haar ervan dat ze het imago van het land besmeurt. Volgens de overheid vinden er helemaal geen verkrachtingen plaats in Egypte. Ze noemen haar onterecht een spion en een bedreiging voor de nationale veiligheid.
Om die redenen arresteerden de Egyptische veiligheidsdiensten Azza Soliman op 7 december 2012. Na een urenlange ondervraging kwam ze vrij, maar de aanklachten tegen haar werden niet ingetrokken. Daarom riskeert ze nog steeds een celstraf van 15 jaar. Ook werden haar bankrekeningen bevroren en kreeg ze een reisverbod opgelegd.
Kritische onderzoeker opgepakt en gemarteld!
Patrick Zaki George werkt als onderzoeker bij een Egyptische mensenrechtenorganisatie. Hij startte vorig jaar met een masteropleiding Genderstudies in Bologna, Italië. Toen hij op 7 februari weer landde op het vliegveld van Caïro werd hij gearresteerd en geblinddoekt. Hij werd tijdens zijn verhoor gemarteld met onder meer elektroshocks.
Patrick wordt beschuldigd van het ‘verspreiden van nepnieuws’, en het ‘aanzetten tot protesten, geweld en terroristische daden’. Het bewijs hiervoor zijn tien Facebookberichten die Patrick en zijn advocaat niet mochten inkijken. Patricks arrestatie houdt zeer waarschijnlijk verband met een klopjacht op critici die de Egyptische autoriteiten voeren sinds de massale anti-overheidsprotesten van september 2019.
Onschuldig in de cel!
Op 30 november 2020 vernam de familie van de 63-jarige mensenrechtenadvocaat Hoda Abdelmoniem dat ze in het ziekenhuis was opgenomen na een vermoeden van nierfalen en ernstige pijn.
Haar familieleden hebben haar voor het laatst gezien tijdens een rechtszitting op 27 oktober 2020, maar nog steeds worden gevangenisbezoeken en toegang tot haar medische dossiers geweigerd, wat hun bezorgdheid over haar gezondheid en welzijn vergroot.
Hoda wordt al meer dan twee jaar onschuldig en zonder proces vastgehouden en dit overschrijdt de maximumgrens voor voorlopige hechtenis die volgens de Egyptische wet is toegestaan.
Hoda is consultant voor mensenrechtenorganisatie Egyptian Coordination for Rights and Freedoms. Ze werd gearresteerd op de valse beschuldiging van ‘terroristische activiteiten’. Dit is een bekende truc van de Egyptische overheid om lastige mensenrechtenverdedigers monddood te maken.
Laat Ahmed Samir vrij!
Onderzoeker en student Ahmed Samir Santawy werd op 1 februari 2021 gearresteerd nadat hij zich op vraag van de politie had aangemeld op het kantoor. Vijf dagen lang wist niemand waar hij zich bevond. Ahmed liet weten dat hij tijdens die vijf dagen geblinddoekt ondervraagd werd. Hij zei dat hij tijdens het verhoor verschillende keren op het hoofd en in de maag werd geslagen.
Op 6 februari beval het SSSP (Supreme State Security Prosecution), een speciale tak van het openbaar ministerie voor zaken die te maken hebben met de 'staatsveiligheid', zijn detentie zolang het onderzoek naar aan terrorisme gerelateerde zaken tegen hem loopt.
Ahmed kreeg sinds zijn aanhouding geen toestemming om zijn advocaat te zien. Tijdens de eerste maand zat hij in isolatie en mocht zijn familie hem niet bezoeken. Op 9 maart kreeg hij de toestemming om een familielid te zien, gedurende 20 minuten. Ondertussen werd hij overgeplaatst naar een andere cel waar hij vastzit samen met een andere gevangene. De familie blijft zich ernstig zorgen maken over Ahmeds mentale en fysieke gezondheid: de Egyptische cellen zijn immers heel onhygiënisch. Daarbovenop woedt de coronapandemie nog altijd.
Influencers in de cel!
Hanin Hossam en Mawada El-Adham zijn twee Egyptische influencers, gekend voor hun populaire accounts op Tik-Tok.
De correctionele rechtbank in Caïro veroordeelde beide vrouwen op 20 juni 2021 tot lange gevangenisstraffen voor het aanzetten tot verspreiding van "onfatsoenlijke" content, mensenhandel en andere feiten. Hun advocaten kregen nog geen schriftelijke motivatie voor de veroordelingen tot respectievelijk 6 (Mawada) en 10 jaar (Hanin) celstraf. Beiden zitten vast in de al-Qanatergevangenis.
Amnesty International is van mening dat ze worden gestraft voor hoe ze zich kleden, dansen, praten en hun publiek via sociale media proberen te beïnvloeden en roept op tot hun onmiddellijke vrijlating.
Wijs gevluchte Eritreeërs niet uit!
Twee Eritrese burgers, Alem Tesfay Abraham en Kibrom Adhanom Okbazghi, worden sinds resp. 2012 en 2013 willekeurig vastgehouden in Egypte, zonder enige rechtsgrond of toegang tot asielprocedures. De twee dreigen gedwongen te worden teruggestuurd naar Eritrea, waar ze een reëel risico lopen op verdere willekeurige detentie en op foltering.
Alem Tesfay Abraham en Kibrom Adhanom Okbazghi trokken weg uit Eritrea om te ontsnappen aan de daar geldende militaire dienstplicht van onbepaalde duur, voor Eritreeërs een belangrijke drijfveer om het land te ontvluchten. Volgens een Amnesty-rapport krijgen deserteurs er waarschijnlijk te maken met langdurige en willekeurige detentie in onmenselijke omstandigheden, met foltering en andere mishandeling.
De Egyptische autoriteiten moeten onmiddellijk een einde maken aan alle plannen om Alem Tesfay Abraham en Kibrom Adhanom Okbazghi onder dwang naar Eritrea terug te brengen en moeten hen vrijlaten.
Aisha el-Shater en haar man advocaat Mohamed Abo Horeira!
Op 5 maart 2023 kregen Aisha el-Shater en haar man advocaat Mohamed Abo Horeira 10 en 15 jaar celstraf na verzonnen aanklachten van terrorisme. Ze werden enkel veroordeeld omdat ze zich uitspreken tegen mensenrechtenschendingen in Egypte. Ook is El-Shaters vader een belangrijk lid van de Moslimbroederschap. El-Shater heeft een ernstige vorm van bloedarmoede, maar krijgt in de gevangenis niet de medische zorg die ze nodig heeft.
Op 1 november 2018 werden Aisha el-Shater en haar man Mohamed Abo Horeira gearresteerd in hun huis in Nasr City, Caïro. Amnesty International vernam dat Aisha el-Shater 20 dagen lang het slachtoffer van gedwongen verdwijning was, al die tijd werd ze vastgehouden op het hoofdkantoor van het Nationale Veiligheidsagentschap in de wijk Abbasiya in Caïro en werd ze onderworpen aan afranselingen en elektrische schokken. Op 21 november 2018 verscheen ze voor een speciale Noodrechtbank (ESCC), waar aanklagers haar voorlopige hechtenis bevalen in afwachting van onderzoek naar aan terrorisme gerelateerde feiten. Voor haar arrestatie sprak ze zich op Facebook uit over mensenrechtenschendingen in Egypte, waaronder gedwongen verdwijningen, foltering en andere vormen van mishandeling.
Voorafgaand aan zijn arrestatie stond advocaat Mohamed Abo Horeira gedetineerden bij die verdacht werden van lidmaatschap van de Moslimbroederschap. Na zijn arrestatie werd hij bijna vier maanden vastgehouden op een geheime locatie, waar hij werd bedreigd en op zijn hoofd werd geslagen terwijl hij geboeid en geblinddoekt was. Op 1 november 2018, na de arrestaties van Aisha el-Shater, Mohamed Abo Horeira en 29 andere mensenrechtenactivisten en advocaten, heeft de Egyptische Coördinatie voor Rechten en Vrijheden (ECRF) haar mensenrechtenwerk opgeschort. ECRF documenteerde gevallen van gedwongen verdwijningen en de doodstraf en gaf rechtsbijstand aan slachtoffers.
Moaz Al-Sharqawy!
De Egyptische mensenrechtenactivist en voormalig vicevoorzitter van de studentenvakbond aan de Universiteit van Tanta Moaz Al-Sharqawy loopt het risico op langdurige en onterechte opsluiting. Hij werkte voornamelijk rond het recht op vrije meningsuiting en vreedzame samenkomst van studenten aan verschillende universiteiten. Hij voerde ook campagne voor onterecht gevangengezette studenten en riep de autoriteiten ter verantwoording voor studenten die tijdens protesten waren gedood door veiligheidstroepen.
Op 11 mei arresteerden veiligheidstroepen hem in zijn woning in Caïro. 23 dagen lang was hij het slachtoffer van gedwongen verdwijning. Hij werd geslagen en ondervraagd met blinddoek zonder dat er een advocaat bij was. Op 3 juni verscheen hij voor de openbare aanklager die zijn opsluiting beval in afwachting van een onderzoek naar verzonnen aanklachten die tegen hem lopen: lidmaatschap en financiering van een terroristische groepering. Hij wordt vastgehouden in de beruchte Badr 3-gevangenis, waar de omstandigheden in strijd zijn met het verbod op foltering en andere vormen van mishandeling. Hij krijgt geen toegang tot zijn familie en advocaten.
Moaz Al-Sharqawy moet onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijkomen. Tot die tijd moet hij toegang krijgen tot familiebezoek, zijn advocaten en aangepaste medische zorg.
Al in september 2019 werd hij een eerste keer gearresteerd. Toen liet de Nationale Veiligheidsdienst (NSA) hem 24 dagen gedwongen verdwijnen waarbij hij werd onderworpen aan foltering en andere vormen van mishandeling met als doel ‘bekentenissen’ af te dwingen.
Na zijn voorwaardelijke vrijlating in maart 2020 zette Moaz zijn mensenrechtenwerk verder. In januari 2021 werd na een oneerlijk proces door een Speciale Noodrechtbank Moaz tot 10 jaar cel veroordeeld. Verdachten kunnen tegen uitspraken van deze noodrechtbank geen beroep aantekenen. Alleen de president heeft de bevoegdheid om vonnissen goed te keuren, te vernietigen of om te zetten in andere straffen, dan wel om opdracht te geven tot een nieuw proces.
Ibrahim Metwaly!
Sinds zijn arrestatie op 10 september 2017 houden de Egyptische autoriteiten Ibrahim Metwaly, mensenrechtenadvocaat en medeoprichter van de vereniging van families voor zij die verdwenen in Egypte, willekeurig vast. Ibrahim werd gearresteerd toen hij op weg was naar Genève om er de VN toe te spreken. Hij wordt vastgehouden in de Badrgevangenis in omstandigheden die in strijd zijn met het verbod op foltering en andere mishandeling. Hij zit uitsluitend vast wegens de vreedzame uitoefening van zijn mensenrechten, waaronder het zoeken naar informatie en gerechtigheid na de gedwongen verdwijning van zijn zoon Amr op 8 juli 2013. Hij zocht naar zijn zoon in politiebureaus, gevangenissen, hospitalen en mortuaria, maar zonder succes. De Egyptische veiligheidsdiensten zeggen niet te weten waar zijn zoon is. Amr is nog steeds niet terecht, maar de familie heeft de zoektocht gestaakt na de arrestatie van vader Ibrahim uit vrees voor verdere represailles.
De Egyptische autoriteiten moeten Ibrahim Metwaly onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijlaten en hem beschermen tegen foltering en andere vormen van mishandeling.
Amnesty International heeft de laatste tien jaar veel gevallen van gedwongen verdwijningen in Egypte gedocumenteerd. Egypte weigerde tot op heden het Internationaal Verdrag inzake de Bescherming van Personen tegen Gedwongen Verdwijning te ondertekenen.
Laat Anas al-Beltagy vrij!
Anas al-Beltagy (30 jaar in 2024) wordt al ruim tien jaar willekeurig vastgehouden, enkel omdat hij de zoon is van Mohamed al-Beltagy, een prominent lid van het Moslimbroederschap. Sindsdien hebben de Egyptische autoriteiten hem onderworpen aan een reeks mensenrechtenschendingen, waaronder gedwongen verdwijning, foltering en andere vormen van mishandeling. Hij zat langdurig vast in isolatie en de autoriteiten ontzeggen hem elk bezoek. Zijn enige contact met de buitenwereld heeft hij tijdens zijn online hoorzittingen.
Amnesty wil dat de Egyptische autoriteiten Anas al-Beltagy onmiddellijk en onvoorwaardelijk vrijlaten en dat hij intussen zijn advocaat en familie mag zien.
Anas al-Beltagy werd voor het eerst gearresteerd eind 2013, toen hij samen met zijn moeder op bezoek was bij zijn vader Mohamed in de Tora-gevangenis. Volgens Amnesty International’s reconstructie hebben veiligheidsagenten hen omsingeld en geslagen. Hij werd ondervraagd door de openbare aanklager die hem ervan beschuldigde de gevangenisbewakers te hebben aangevallen. Pas twintig uur later beval de aanklager de voorwaardelijke vrijlating. Een week later werd Anas al-Beltagy opnieuw gearresteerd, ditmaal in het huis van een vriend in Caïro. Hij werd naar het plaatselijke politiebureau gebracht. Een maand lang was hij het slachtoffer van gedwongen verdwijning. Hij werd onderworpen aan foltering en andere mishandeling.
Veiligheidsagenten richten zich al lange tijd op de familie van Mohamed al-Beltagy. Verschillende leden van die familie zijn daardoor het land uitgevlucht. Veiligheidsagenten hebben de zus van Anas, Asma al-Beltagy (toen 16 jaar), gedood tijdens het uiteendrijven van de sit-in van Rabaa al-Adawiya in augustus 2013. Daarbij vielen ongeveer 900 doden. Geen enkele veiligheids- of militaire agent is tot nu toe verantwoordelijk gesteld voor het onwettig en dodelijk gebruik van geweld.
Mahmoud Hussein!
Mahmoud Hussein werd voor het eerst gearresteerd op 25 januari 2014 in de nasleep van een reeks betogingen die de derde verjaardag van de 25 januari-revolutie markeerden. Ordetroepen hielden hem tegen toen hij na de protesten met de bus naar huis ging. Hij werd opgepakt omdat hij een t-shirt droeg waarop de slogan ‘A Nation without Torture’ (Een foltervrije natie) stond en een sjaal met het embleem van de 25 januari-revolutie. In maart 2016 werd hij op borg vrijgelaten, maar op 30 augustus 2023 werd hij opnieuw gearresteerd. Er wacht hem een proces voor een speciale rechtbank waar hij zal terechtstaan voor verzonnen aanklachten. Hij riskeert een celstraf van maximaal 25 jaar.
Amnesty eist zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating.
Mahmoud Hussein werd na zijn arrestatie in 2014 door ambtenaren van de Staatsveiligheid op verschillende manieren mishandeld en gefolterd. Hij werd onder meer geslagen en kreeg elektrische schokken toegediend via zijn handen, rug en testikels. Hij werd zo gedwongen om te ‘bekennen’ dat hij deel uitmaakte van een verboden groepering, dat hij in het bezit was van Molotovcocktails en handgranaten, en dat hij deelnam aan ongeautoriseerde protestacties. Hussein wordt op dit moment vastgehouden in de Badr 1-gevangenis, waar gedetineerden in gruwelijke en mensonterende omstandigheden leven.
De hernieuwde arrestatie van Mahmoud Hussein vond plaats tijdens een nieuwe golf van aanhoudingen van critici en familieleden van dissidenten die in het buitenland verblijven. Het gaat om mensenrechtenactivisten, leden van oppositiepartijen en journalisten. In 2023 werden 834 politieke gevangen vrijgelaten, maar de autoriteiten voerden tegelijk drie keer zoveel nieuwe arrestaties uit.
Stop de willekeurige arrestaties en uitwijzingen van vluchtelingen uit Soedan!
Sinds september 2023 arresteren de Egyptische autoriteiten massaal mensen die het geweld in Soedan zijn ontvlucht naar Egypte. Ze worden in wrede en onmenselijke omstandigheden vastgehouden gedurende periodes van enkele dagen tot 6 weken. Egypte stuurt vervolgens de mensen met dwang terug naar Soedan zonder individuele risicobepaling of de mogelijkheid om asiel aan te vragen of de uitwijzing aan te vechten.
Amnesty International roept de autoriteiten in Egypte op om te stoppen met de willekeurige arrestaties van vluchtelingen uit Soedan en met de gedwongen terugkeer naar Soedan, waar ze gevaar lopen.
Sinds het begin van het conflict in Soedan in april 2023 zijn volgens de Egyptische overheid zo’n 500.000 Soedanezen de grens overgestoken. Ongeveer de helft van hen blijft in Egypte zonder papieren. In mei 2023 riep het UNHCR landen op om Soedanezen en staatlozen die verbleven in Soedan toe te laten op hun grondgebied. Diezelfde maand echter startten de Egyptische autoriteiten met het opleggen van bijkomende beperkingen aan gevluchte Soedanezen, waaronder een verplicht visum om het land te betreden.
Egypte heeft de Conventie over de Status van Vluchtelingen van 1951 ondertekend en heeft zich verbonden tot het principe van non-refoulement. Dit principe verbiedt staten om mensen terug te sturen naar een plaats waar ze vervolging of andere ernstige mensenrechtenschendingen riskeren. Gedwongen terugkeer zonder toegang tot een eerlijke asielprocedure verbreekt het principe van de non-refoulement.
Tawfik Ghanem!
Tawfik Ghanem, een 68-jarige Egyptische journalist, wordt sinds 21 mei 2021 willekeurig vastgehouden zonder proces. De Speciale Veiligheidsdienst voert een onderzoek tegen hem voor ‘het verspreiden van vals nieuws’ en ‘misbruik van sociale media’. Deze vage aanklachten worden vaak misbruikt om critici het zwijgen op te leggen. De gevangenisautoriteiten ontzeggen hem de toegang tot adequate gezondheidszorg. Hij heeft verschillende gezondheidsproblemen, waaronder diabetes, een botziekte en een huidaandoening, die medicatie en verzorging in het ziekenhuis vereisen.
Amnesty eist dat Tawfik Ghanem onmiddellijk en onvoorwaardelijk wordt vrijgelaten. Hij wordt immers uitsluitend vastgehouden voor zijn legitieme mediawerk.
Na zijn eerste verhoor door de Speciale Veiligheidsdienst (de SSSP) in mei 2021 werd Tawfik Ghanem overgebracht naar de Tora-gevangenis. Volgens zijn familie weigerden de gevangenisautoriteiten hem daar een bed en werd hij gedwongen om op twee dekens op de grond te slapen, ondanks zijn botziekte. Zijn gezondheid verslechterde toen hij in december 2021 werd overgeplaatst naar de Abou Zaabal-gevangenis, waar hij twee jaar vastzat. Sinds 1 januari 2024 wordt hij vastgehouden in de Badr 1-gevangenis, waar hij een cel deelt met acht andere mensen en 23 uur per dag opgesloten zit. Zijn familie mag hem maar één keer per maand bezoeken. Volgens zijn familie onthoudt de gevangenisleiding hem soms essentiële zaken zoals boeken, kranten, pennen en hygiëneproducten.
Sinds 2016 hebben de Egyptische autoriteiten hun greep op het medialandschap versterkt en treden ze hardhandig op tegen journalisten die durven afwijken van het officiële verhaal. Sindsdien werden tientallen journalisten en ander mediamedewerkers onderworpen aan willekeurige arrestatie en opsluiting, vervolging op basis van verzonnen terreuraanklachten en ontslag. Verder deden veiligheidstroepen invallen bij de weinige overgebleven onafhankelijke onlinemediaplatformen in Egypte en blokkeerden ze honderden websites.
Laat oppositielid Abdelhady vrij!
Op 31 juli arresteerden agenten in burger de prominente politicus Yehia Hussein Abdelhady (71) op straat in Caïro. Enkele dagen ervoor had hij een Facebook-bericht geplaatst waarin hij kritisch was tegenover president Abdel Fattah al-Sisi en het leger. Hij riep ook op tot een regimewissel. De dag van zijn arrestatie legde een speciale aanklager van de veiligheidsdiensten (SSSP) hem een voorlopige hechtenis van 15 dagen op, in afwachting van het onderzoek naar verschillende aanklachten waaronder ‘het verstrekken van fondsen aan een terreurgroep’ en het publiceren van ‘vals nieuws’.
Yehia Hussein Abdelhady moet onmiddellijk vrijgelaten worden, omdat hij uitsluitend wordt vastgehouden vanwege zijn recht op vrije meningsuiting.
Abdelhady is een uitgesproken tegenstander van de Egyptische regering. Hij is medeoprichter en voormalig woordvoerder van de Civil Democratic Movement, een politieke oppositiealliantie. De Egyptische autoriteiten viseren hem voortdurend. In 2018 werd er een onderzoek gevoerd naar hem omdat hij de president zou hebben beledigd, de openbare orde zou hebben verstoord en vals nieuws zou hebben verspreid. Ook toen gebeurde dat nadat hij zijn mening deelde op sociale media. In 2019 werd hij gearresteerd, onder meer voor lidmaatschap van ‘een onwettig opgerichte groep’. In 2022 kwam hij vrij.
Sinds 2013 hebben de Egyptische autoriteiten hun greep op sociale media verstevigd en zijn ze hardhandiger beginnen optreden tegen mensen die kritische berichten plaatsen over de regering. Sindsdien hebben de autoriteiten duizenden critici willekeurig gearresteerd en hun voorlopige hechtenis verlengd op basis van verzonnen terrorisme-aanklachten of het publiceren of verspreiden van zogezegd vals nieuws. Dit is in strijd met het recht op vrije meningsuiting, vereniging en vreedzame bijeenkomst.
Laat Oqba Hashad vrij!
De Egyptische student Oqba Hashad (27) werd het doelwit van de autoriteiten, enkel en alleen omdat zijn broer opkomt voor de mensenrechten.
In mei 2019 werd hij ontvoerd uit zijn studentenhuis. Hij zit inmiddels al 5 jaar in voorarrest terwijl de overheid een nepzaak tegen hem voert.
Door een ongeluk in zijn jeugd verloor Oqba een deel van zijn onderbeen. In de gevangenis brak zijn prothese. De prothese die hij -pas na 16 maanden- daarvoor in de plaats kreeg, past niet goed. Daardoor heeft hij last van verwondingen.
Oqba werd in de gevangenis drie maanden lang gemarteld. Hij krijgt niet de juiste medische zorg en heeft zelfs geen bed om in te slapen.
Hoda Abdelmoniem!
Mensenrechtenadvocaat Hoda Abdelmoniem zit al zes jaar vast in willekeurige detentie. Ze zou op 31 oktober 2023 vrijgelaten worden, maar de Speciale Aanklager van Staatsveiligheid beval dat ze in voorlopige hechtenis moest blijven in afwachting van een ander onderzoek tegen haar. Haar gezondheid is in de loop van de jaren achteruitgegaan.
Amnesty International vraagt de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van Hoda Abdelmoniem. De aanklachten tegen haar moeten ingetrokken worden. In afwachting van haar vrijlating moet ze de medische zorg krijgen die ze nodig heeft.
Op 1 november 2018 vielen troepen van de nationale veiligheidsdienst het huis van Hoda Abdelmoniem in Caïro binnen. Ze doorzochten haar woning en namen haar geblinddoekt mee. Wekenlang hielden ze haar vast op een geheime locatie. Ze werd onder meer beschuldigd van deelname aan en financiering en ondersteuning van een “terroristische groepering”. Met “terrorische groepering” doelen de autoriteiten op de ECRF, de Egyptian Coordination for Rights and Freedoms. De ECRF is een organisatie die onder meer rechtsbijstand biedt aan slachtoffers van mensenrechtenschendingen. Hoda werkte er vrijwillig als adviseur.
Hoda heeft sinds haar opsluiting gezondheidsproblemen. In 2020 werd ze opgenomen in het ziekenhuis voor nierproblemen. Tijdens een hoorzitting in 2021 zei ze tegen de rechter dat ze een hartkatheterisatie nodig had en ze vroeg haar vrijlating op grond van medische redenen maar haar aanvraag werd afgewezen. Toen haar familie haar vorige zomer ging bezoeken in de gevangenis vertelde ze hen dat ze diabetes heeft.