vlag Kaap Verdië K A A P V E R D I E Wikipedia Landenweb
Opp.: 4.033 km² (1/7 x België)      Inw.: 583.000 (2020)   (145 inw./km²)      Regeringsvorm: republiek      Hoofdstad: Praia     Religie: christendom

locatie Kaapverdië

Kaapverdië bestaat uit een eilandengroep van vulkanische oorsprong voor de westkust van Afrika.
Het land is verdeeld in een noordelijke eilandengroep die bestaat uit de eilanden Boa Vista, Branco, Razo Sal, Santa Luzia, Santo Antao, Sao Nicolau en Sao Vincente en een zuidelijke eilandengroep die bestaat uit Brava, Fogo, Maio en Santiago.
Het landschap heeft over het algemeen een bergachtig karakter, met vele diepe ravijnen, ontstaan door erosie. Door onregelmatige regenval zijn problemen met erosie ontstaan en is er een tekort aan vers drinkwater. Aan het eind van de jaren tachtig heeft men echter door middel van de aanleg van terrassen en dammen en het planten van ca. 20 miljoen bomen getracht een halt toe te roepen aan de erosie.
De nog actieve vulkaan Pico do Fogo (2829 meter hoog, gelegen op Fogo) is het hoogste punt.
De archipel heette vroeger Ilhas de Cabo Verde (Eilanden van de Groene Kaap) en is zo genoemd vanwege de ligging van de eilanden ten opzichte van de Kaap Verde (Groene Kaap), het westelijkste punt van het Afrikaanse vasteland, in Senegal.
De Kaapverdische eilanden kennen een tropisch klimaat, dat milder is dan op het Afrikaanse vasteland op dezelfde breedte, doordat de omringende Atlantische Oceaan het gehele jaar de temperatuur matigt. De gemiddelde temperatuur bedraagt 26℃ in de winter en 30℃ in de zomer.
Steeds geldt: hoe platter het eiland, hoe woestijnachtiger (zoals Sal, Boa Vista en Maio) en hoe meer bergen, hoe tropischer. De eilanden met bergen (Santo Antao, Sao Nicolau, Santiago, Fogo en Brava) creëren hun eigen microklimaat waarbij de wolken en nevels tegen de hellingen condenseren en zo de vegetatie van water voorzien. Hierdoor ontstaan groene hellingen en valleien van weelderige bossen.
Er valt weinig regen: amper 6 tot 19 dagen per jaar. Tussen augustus en oktober is het regenseizoen. De regen valt onregelmatig, maar als hij valt, is het vaak in korte hevige buien.
Kaapverdië ligt onder de invloed van de Noordoostpassaat. Dit betekent dat de wind bijna altijd uit het noordoosten komt.

Politiek
De regering verzocht de Verenigde Naties het land in alle talen te benoemen met de Portugese benaming Cabo Verde, maar deze naam geraakte niet in elk land ingeburgerd.
Vanaf 1492 begon Portugal met de slavenhandel vanaf de West-Afrikaanse kust. De archipel profiteerde daarvan en er was sprake van een snelle economische groei. De slavenhandel trok ook piraten aan, waaronder de bekende Engelsman Sir Francis Drake. In 1770 werd Praia aangewezen als hoofdstad.
De eilandengroep werd in 1747 voor de eerste keer getroffen door een grote droogte. Dat zou in de 18de en 19de eeuw regelmatig voorkomen. Door overbegrazing en ontbossing verdween immers veel van de vruchtbare landbouwgrond. Meer dan honderdduizend mensen zouden door de honger sterven, terwijl de Portugese overheid nauwelijks maatregelen nam. De terugloop in de slavenhandel en uiteindelijke afschaffing van de slavernij zorgde voor een nieuwe economische tegenvaller.
Aan het einde van de 19de eeuw deden veel oceaanschepen de eilanden aan. Zij voeren over de Atlantische Oceaan en dan was Kaapverdië een ideale locatie om de schepen te bevoorraden met brandstof en levensmiddelen. In de Tweede Wereldoorlog stortte de economie helemaal in, omdat weinig schepen de eilanden nog aandeden.
De Kaapverdiërs werden niet goed behandeld door de koloniale overheersers, maar toch nog altijd een stuk beter dan de inwoners van veel andere Portugese kolonies. Dat kwam door hun lichtere huidskleur. Tegen de tijd dat Kaapverdië onafhankelijk werd was 75 procent van de bewoners analfabeet.
De roep om onafhankelijkheid nam toe maar het koloniale bestuur deed ondertussen bitter weinig tegen de hongersnood die veroorzaakt werd door de regelmatig voorkomende droogtes.
De Afrikaanse Partij voor de Onafhankelijkheid voor Guinea en Kaapverdië (PAIGC) werd in 1956 door Amílcar Cabral en andere Panafrikanisten opgericht. Veel Kaapverdiërs waren ook betrokken bij de strijd om onafhankelijkheid van Guinee-Bissau. De Portugese dictator António de Oliveira Salazar was echter niet zo gewillig als Frankrijk en Groot-Brittannië om zijn kolonies op te geven. Zij kregen in 1951 de status van overzeese gebieden.
De eerste grote actie van de PAIGC in 1959, een staking voor betere salarissen door de dokwerkers in de haven van Bissau, werd met geweld neergeslagen. Vijftig stakers verloren daarbij het leven. Pas na de val van het regime in Portugal in april 1974 verkreeg het land de onafhankelijkheid.
Op 5 juli 1975 werd Kaapverdië uiteindelijk onafhankelijk van Portugal. De socialist Aristides Pereira werd de eerste president. Direct na een militaire coup in Guinee-Bissau in 1980 verslechterden de relaties tussen beide landen en dat betekende meteen het einde van de hoop dat beide landen zouden kunnen opgaan in één staat.
De Afrikaanse Partij voor de Onafhankelijkheid van Kaapverdië (PAICV) werd gevormd. Tot 1990 was er sprake van een eenpartijstelsel, maar aan dat systeem kwam daarna een eind.

Kaapverdië