![]() |
V E R E N I G D E A R A B I S C H E E M I R A T E N |
![]() |
![]() |
De Verenigde Arabische Emiraten vormen een rijk olieland, grenzend aan Saoedi-Arabië en Oman. Het land bestaat eigenlijk uit zeven emiraten: Abu Dhabi, Dubai, Sharjah, Ajman, Umm Al Qaywayn, Ras al-Khaimah en Fujairah.
Landschap en klimaat vertonen een sterke overeenkomst met Saoedi-Arabië. Vegetatie is er zo goed als afwezig. De zandduinen in de kustvlakte gaan na enkele kilometers landinwaarts geleidelijk over in de grote zandwoestijn Roeb al-Chali.
De gemiddelde temperatuur bedraagt 27°C. Neerslag is te verwaarlozen.
Politiek
Pas in 1971 vertrokken de Britse troepen uit de Perzische Golf en werden de Verenigde Arabische Emiraten onafhankelijk. Sinds de jaren negentig worden de verschillende emiraten in bijzonder hoog tempo gemoderniseerd.
Bijna 80% van de inwoners leven in de steden. De bevolking bestaat vooral uit Arabieren en verder uit Iraniërs, Indiërs, Pakistani, Baluchi's en Afrikanen. In de emiraten werken veel gastarbeiders uit andere Arabische landen en Azië. Tijdens en na de Golfoorlog (1991) hebben veel buitenlanders de VAE verlaten. De officiële taal is Arabisch, Engels geldt als handelstaal.
Het hoogste gezagsorgaan is de Federale Opperste Raad (Supreme Council of Rulers), bestaande uit de heersers van de zeven emiraten. Uit hun midden worden de president, de vice-president en de regering gekozen. In de Raad hebben de heersers van de rijkste twee lidstaten, Aboe-Dhabi en Doebai, een vetorecht.
De leefomstandigheden van de gastarbeiders uit Zuid-Oost-Azië, die tegen een hongerloon de allerrijksten uit het Westen een "optrekje" helpen bezorgen in Dubai en de VAE, zijn wraakroepend. Heel wat bouwvakkers, voornamelijk uit India, Pakistan en China, worden niet alleen onderbetaald, maar krijgen weinig of geen drinkwater in het kamp waar ze gehuisvest zijn. Het Ministerie van Arbeid is op de hoogte van hun soms beklagenswaardige leefsituatie.
Aan de tientallen luxe wolkenkrabbers wordt dag en nacht gebouwd, al dan niet op kunstmatig aangelegde eilandjes voor de kust. Superrijke westerlingen kopen hier hun buitenverblijf, maar de gastarbeiders verdienen gemiddeld amper 3€ per dag, geld waarmee ze hun gezinnen die achtergebleven zijn, onderhouden.
Intimidaties.
Politieke verdachten zitten soms maanden incommunicado opgesloten op onbekende plaatsen, m.a.w. volledig afgesloten van de buitenwereld. Vooral de Staatsveiligheid heeft het op hen gemunt en meestal wordt er geen reden opgegeven voor hun arrestatie. In sommige emiraten worden bepaalde misdrijven zelfs nog bestraft met zweepslagen.
In 2004 deed de Associatie van Juristen van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) een aanvraag om als eerste een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie op te richten, maar er werd geen toestemming gegeven. Mohamed al-Mansoori, jurist en mensenrechtenactivist, kreeg op 17 juni een arrestatiebevel. De beschuldiging luidde "belediging van de openbare aanklager". In werkelijkheid had hij gewoon een aantal interviews gegeven voor Arabische satellietzenders waarin hij openlijk kritiek leverde op de mensenrechtensituatie in zijn land. Momenteel bevindt al-Mansoori zich in het buitenland maar zodra hij terugkeert naar de VAE, loopt hij gevaar gearresteerd te worden.
De onafhankelijke groep van rechters, advocaten en juridische experten waarvoor hij werkzaam is, heeft reeds verschillende seminaries georganiseerd over mensenrechten. Zo werkte Amnesty International met hen samen in mei 2005 om de campagne van "STOP Geweld Tegen Vrouwen" te promoten. In september 2005 verboden de autoriteiten een conferentie in het emiraat Fujairah over burgerrechten, vrouwenrechten en democratie.
Mensenrechten blijven inderdaad een hekel onderwerp in de Golfstaten...
Abu Dhabi en Dubai
Niet eens zo lang geleden woonden hier meer kamelen dan mensen. Maar sinds de ontdekking van enorme olievoorraden in 1966 rezen in een razend tempo twee ultramoderne steden uit de woestijn: luxehotels, gigantische warenhuizen, wolkenkrabbers, golfbanen, artificiële eilanden, indoorskipistes en een futuristisch metronetwerk. Abu Dhabi en Dubai zijn de steden van de toekomst: luxeparadijzen vol prestigeprojecten waar alles steeds groter, hoger en moderner wordt.
Het Emirates Palace Hotel in Abu Dhabi, bijvoorbeeld. De lobby is zo kolossaal dat hij, al wemelt het van de mensen, nog altijd leeg lijkt. Met Kerstmis staat hier een dertien meter hoge kerstboom. Alles wat hier geel is, zou van echt goud zijn. De deurposten zijn bezet met diamanten en Indische zijde siert de wanden. Elke ochend arriveert een vliegtuig vol bloemen uit Nederland om de reuzenvazen te vullen. Het parelwitte, fijne zand dat meer dan een kilometer privéstrand bedekt, is ingevlogen uit Algerije. De hotelgasten zijn een mix van Arabieren en Europeanen. De goedkoopste kamer kost 450 euro per nacht.
Het duurde drie jaar om dit hotel te bouwen. Prijskaartje: drie miljard euro. Een suite is tot 600m2 groot en kost 15.000 euro per nacht. De verdieping voorbehouden voor koningen en staatshoofden schijnt helemaal adembenemend te zijn. Kortom, alles hier is larger than life!
Dubai. Op het eerste gezicht lijkt het leven hier perfect georganiseerd. Dubai is een veilige, internationale, moderne stad. Er wordt dag en nacht gebouwd en steeds weer openen nieuwe vijfsterrenhotels. Voor een staaltje futuristische architectuur moet je naar de burj al Khalifa of de Burj al Arab. Het verbluffende interieur lijkt in niets op wat je ergens anders al hebt gezien. Vanuit het restaurant op de bovenste verdieping kijk je kilometers de zee en de woestijn in.
De Dubai Mall - de grootste ter wereld - heeft naast honderden winkels ook cafés, restaurants, een kinderspeeltuin, een ijsbaan en een aquarium vol haaien. Gesluierde vrouwen bestuderen de laatste trends bij Tom Ford, Victoria's Secret en Jimmy Choo. Met grote tassen vol aankopen strijken ze neer bij Starbucks. Internationale topdesigners maken zelfs speciale collecties voor hun moslimclientèle. Surrealistisch, deze overdaad!
Het is moeilijk om je voor te stellen hoe in dit explosief groeiende emiraat de verhoudingen liggen tussen de conservatieve lokale bevolking en de ingestroomde buitenlanders. Minder dan twintig procent van de bewoners is immers autochtoon. Het is dus niet eens makkelijk om echte Emirati's te ontmoeten. Velen van hen zitten bovendien verstopt achter de hoge hekken van hun paleizen.
Veel Aziaten en Afrkanen komen hierheen in de hoop op een beter leven. Agentschappen struinen arme landen in Azië en Afrika af en beloven mensen gouden bergen. Mannen en vrouwen uit de Filipijnen, Nepal, India, Sri Lanka, Bangladesh en Ethiopië komen hierheen om zich voor een schamel salaris kapot te werken. De meesten komen uit arme dorpen en hebben bij aankomst geen idee wat ze hier gaan doen of waar ze eigenlijk zijn. Dienstmeisjes komen terecht bij werkgevers van wie niemand checkt hoe ze deze jonge vrouwen behandelen. Dag en nacht moeten ze paraat staan voor allerlei klusjes. Ze worden behandeld als derderangsburgers. Dubai lijkt wel gegrondvest op moderne slavernij.
In de kranten lees je geregeld over mishandelde dienstmeisjes. Ze worden opgesloten, slapen in een gangkast, krijgen niets te eten en worden soms geslagen of verkracht. Ze spreken vaak geen Engels en hebben geen idee waar ze naartoe kunnen voor hulp. Vaak wordt hun paspoort afgenomen en hun salaris maanden of zelfs jaren niet betaald. Raken ze zwanger, dan worden ze linea recta terug naar huis gestuurd. Er gaan geruchten dat, als ze blijven, hun baby afgenomen wordt en dat ze die nooit meer terugzien.
Kleine speler, grote ambitie!
Met een gewiekste strategie van hard en soft power proberen de fabelachtig rijke Verenigde Arabische Emiraten een positie te verwerpen die ze historisch gezien niet hadden. Maar de assertieve houding van hun leider Mohammed bin Zayed op het wereldtoneel doet de wenkbrauwen fronsen.
De reisbrochures over Dubai, het wielerteam van UAE Emirates, Manchester City. Op alle manieren slagen de steenrijke Emiraten erin om met petrodollars te kopen wat eigenlijk niet te koop is: een blits imago, prestige en goodwill in het Westen. Ook in de universiteiten van Oxford of Parijs hebben de zeven emiraten via duur betaalde onderzoeksprojecten en leerstoelen een voet tussen de deur. Ze openen ambassades over de hele wereld en zijn belangrijke donoren in de internationale hulpindustrie. Vaak gaat het daarbij om duizelingwekkende bedragen waar andere landen alleen maar van kunnen dromen. Bovendien schrikken de Emiraten er niet voor terug om te opereren in omstandigheden die westerse bedrijven risicovol vinden.
De afgelopen tien jaar zijn de VAE uitgegroeid tot de op drie na grootste investeerder in Afrika, na China, de Europese Unie en de Verenigde Staten. Ze pompen geld in havens, mijnen en energieprojecten. Staatsbedrijf DP World uit Dubai beheert intussen havens in negen Afrikaanse landen en haalde recent nog een nieuwe concessie in Tanzania binnen. Op die manier zetten de VAE zich in toenemende mate op de kaart als belangrijke schakel tussen Afrika en Azië, een ambitie die ze verder uitspelen met luchtvaartmaatschappij Emirates.
Niet alleen buiten de landgrenzen laten ze zich opmerken, ook hun eigen deuren zetten ze wagenwijd open. Dubai is gastheer van grote internationale events zoals de klimaattop in 2023 en geldt op dit moment als dé logistieke hub voor de internationale humanitaire sector die er massaal is neergestreken. Het investeringsklimaat van de Emiraten staat bekend als uitmuntend, daarbij een handje geholpen wordt door de vrijhandelszones waar buitenlandse geldschieters onbeperkt bedrijven kunnen bezitten. En dat ondanks, of wellicht eerder mede dankzij, de andere lijst waar ze op staan: de Grijze Lijst van landen waar witwasoperaties een makkie zijn.
Kortom, de VAE zijn uitgegroeid tot een merknaam. Dat ontgaat ook Brand Finance niet, het internationale bedrijf dat jaarlijks de softpowerindex van 193 landen uitbrengt en zo bepaalt welke naties de grootste invloed hebben op vlak van cultuur, ondernemerschap en diplomatie. De VAE verzinken dan wel qua landoppervlakte en bevolkingsaantal in het niets bij reuzen als de Verenigde Staten, China en India, maar voor de tweede keer op rij staat de Golfstaat op nummer tien in deze mondiale ranglijst. En in hun eigen regio staan ze in de softpowerindex zelfs op nummer één, waarbij ze de andere regionale sterkhouders Saudi-Arabië, Qatar en Turkije vlotjes voorgaan. Hun succesformule? Een volgehouden en strategische inzet van hun oliedollars op een gediversifieerde economie die ook vandaag, in een turbulente wereld, sterk en stabiel blijft.
Het land zet ook stevig in op het buitenlandbeleid. In de voorbije tien jaar liet het zich opmerken met opvallend agressieve bemoeienissen buiten de eigen landgrenzen. Met de inzet van huurlingen, eigen soldaten, of logistieke steun aan milities en legers mengden de VAE zich in conflicten in het Midden-Oosten en Afrika.
In dit gespierde buitenlandbeleid staat één man op het voorplan: president Mohammed bin Zayed, beter bekend als 'MBZ'. Hij trok een duidelijke streep onder het eerder verbindende beleid van zijn vader, Zayad bin Sultan al-Nahyan, die meer een tribale leider was en mensen verenigde, nationaal en internationaal. Maar in de wereld van vandaag, een wereld van opgelaaide mondiale en regionale rivaliteiten, moet je volgens MBZ hard toeslaan en soms brutale en duidelijke keuzes maken.
MBZ heeft, net als zijn vader, altijd het gevoel dat de Emiraten in de schaduw van Iran en Saudi-Arabië staan. Zayed bin Sultan al-Nahyan vond het dan ook aangewezen om erg behoedzaam te manoeuvreren in de regionale politiek. Maar zijn zoon ziet dat anders. Door de zwakheden van Iran en Saudi-Arabië heeft zich de laatste decennia een opportuniteit aangediend: met olie, gas en andere bronnen van inkomsten zoals logistiek en financiën probeert MBZ de VAE slagkracht te geven. Dat vertaalt zich zowel in de eigen regio als daarbuiten in controversiële intiatieven, akkoorden (met Israël) en steunbetuigingen.
Zijn tactiek van hard slaan en tegelijkertijd volop aan het eigen imago timmeren wordt MBZ niet altijd in dank afgenomen. Voorlopig maakt hij in de ogen van het Westen echter nog altijd de juiste keuzes, bijvoorbeeld op vlak van defensie of energie, en daarom laat men hem maar betijen -hoezeer ze tegenwoordig ook wegdrijven van democratisering.
De VAE mogen dan wel verbleken bij de Verenigde Staten of China, toch mogen we hun invloed niet onderschatten. In plaatsen waar die twee grootmachten zelf niet direct willen ingrijpen zijn de Emiraten wel degelijk erg invloedrijk. Dat is deels doordat er een soort van eenheid van commando is: als de emir een bepaalde lijn in gedachte heeft, wordt die door het hele systeem gevolgd en uitgevoerd. Ze kunnen dus op een vrij snelle en handige manier manoevreren. Zeker in plaatsen als Eritrea, Soedan of Tsjaad, waar je met relatief weinig geld veel kunt doen.
Een verschil met de andere Golfstaten is dat de Emiraten ook als militaire kracht au sérieux worden genomen. De meeste Golfstaten zijn papieren tijgers die veel dure wapens aankopen, zonder dat ze daarvoor veel militaire kracht vertegenwoordigen. Voor de Emiraten ligt dat anders: zij hebben namelijk een echt leger dat sinds eind jaren 90 aan missies over heel de wereld heeft deelgenomen.