vlag Zambia Z A M B I A Wikipedia Landenweb
Opp.: 752.618 km² (23 x België)    Inw.: 11,9 miljoen (2009)   (16 inw./km²)    Regeringsvorm: republiek    Hoofdstad: Lusaka   Religie: christendom, islam

locatie Zambia Zambia

Zambia grenst aan Congo-Kinshasa, Tanzania, Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Botswana, Namibië en Angola. Het land is helemaal door andere landen omsloten.
Het Zambiaanse landschap bestaat voor een groot gedeelte uit zacht golvende plateaus met een gemiddelde hoogte van ca. 1100 meter. In het oosten en het noorden wordt het geleidelijk aan wat hoger en langs de grens met Malawi komt de hoogte regelmatig boven de 1500 meter uit. Het hoogste punt van Zambia is te vinden in de Mafinga Hills (2301 meter), op de grens met Malawi.
Twee van de grootste rivieren van Afrika ontspringen in Zambia: de Zambezi en de Congorivier. De Zambezi vormt in het zuiden de grens met Namibië en Zimbabwe en stroomt uiteindelijk na een lange weg in de Indische Oceaan. Ongeveer driekwart van het land behoort tot het stroomgebied van de Zambezi. De rivieren hebben sterk wisselende waterstanden en zijn door stroomversnellingen en watervallen slecht bevaarbaar.
In het uiterste noordoosten ligt een gedeelte van het Tanganyika-meer, het tweede diepste meer ter wereld: het bevat een zesde van al het zoete water ter wereld. Ten oosten van het Bangweulu-meer ligt een moeras dat met 10.000 km2 tot de grootste ter wereld behoort.
Het grootste deel van de bodem bestaat uit een combinatie van zand en leem. West-Zambia is overdekt met een dikke laag zand dat afkomstig is uit de Kalahariwoestijn. In deze streken is dan ook nauwelijks landbouw mogelijk. In het noordoosten en in de Central, Southern en Eastern Province regent het veel meer en daar vinden we kleigrond.
De meest typische natuurrampen voor de regio zijn regenstormen, overstromingen en aardbevingen.

Politiek
Sinds hij aan de macht kwam in 1970 voerde President Kaunda een beleid van zogeheten Zambiaans humanisme, dat teruggreep naar de Zambiaanse tradities, maar ook een vorm van socialisme werd geïntroduceerd. Daarnaast was ook het christendom van groot belang.
Kenneth Kaunda werd in de westerse wereld een gevierd staatsman. Zijn politiek van verzoening en non-racialiteit, geweldloosheid en democratie, ondervond veel populariteit. De president steunde bovendien de Afrikaanse meerderheidsbewegingen in Zuid-Afrika, Mozambique en Zimbabwe.
In de jaren-80 verslechterde de economie en ontstond er serieuze oppositie tegen het bewind van president Kaunda. In 1987 werd de overeenkomst met het IMF tijdelijk verbroken -maar de onderhandelingen werden wel hervat in 1990. Toen werd ook onder binnen- en buitenlandse druk het meerpartijenstelsel ingevoerd.
In 1991 nam het parlement een nieuwe grondwet aan en president Kaunda kondigde voor 1992 verkiezingen aan. Bij deze verkiezingen werd Frederick Chiluba tot president gekozen. Kaunda trad af. President Chiluba voerde direct een grootscheepse privatisering door. Hierdoor verkreeg Zambia meer krediet. In juli 1992 schold de Club van Parijs de helft van Zambia's schulden kwijt.
In 1993 pleegden aanhangers van ex-president Kaunda een mislukte staatsgreep.
De regering-Chiluba werd geteisterd door schandalen en was vrij autocratisch. In 1995 stelde Kaunda zich kandidaat voor de aankomende presidentsverkiezingen. Om ervoor te zorgen dat hij niet opnieuw president kon worden nam het parlement een wet aan dat een president slechts eenmaal herkozen kon worden. Dit sloot deelname van Kaunda uit, vermits die reeds vele malen herkozen was.
In 1996 werd Chiluba herkozen en ondanks een campagne van geweldloze burgerlijke ongehoorzaamheid bleef hij aan tot in 2002.
Op 2 januari 2002 werd Levy Patrick Mwanawasa, jurist van beroep, president. Door de economische hervormingen die onder zijn bewind tot stand kwamen kreeg hij sympathie en steun van Westerse donoren en zijn eigen volk. In 2006 werd hij voor een tweede termijn gekozen. Mwanawasa overleed op 19 augustus 2008 in een ziekenhuis in Parijs, waar hij begin juli naartoe was gevlogen nadat hij tijdens een top van de Afrikaanse Unie in Egypte een beroerte had gekregen.
Op 2 november 2008 werd Rupiah Banda ingezworen als nieuwe president, nadat hij oppositieleider Michael Sata had verslagen -uitslag die overigens fel betwist werd. Banda wil de economische politiek van Mwanawasa voortzetten.

Nijlpaarden gecontroleerd doden?
Zambia wil in de komende vijf jaar tweeduizend nijlpaarden gecontroleerd doden dat werd door de minister van Toerisme in 2016 meegedeeld. Twee jaar daarvoor kwam het land ook al met dit plan, maar het werd na protesten van dierenrechtenactivisten van tafel geveegd.
Volgens Banda is de nijlpaardenpopulatie te groot voor het wateroppervlak van de rivier Luangwa. Daar leven de meeste nijlpaarden. De dieren verplaatsen naar een andere locatie ergens in Zambia is geen optie, omdat het te duur zou zijn.
Het South Luangwa National Park heeft een populatie van meer dan dertienduizend nijlpaarden, maar het gebied is slechts geschikt voor vijfduizend exemplaren en zo zou het ecosysteem bedreigd kunnen worden. Het doden van de nijlpaarden zou de enige optie zijn!
De Britse liefdadigheidsinstelling Born Free leidde in juni 2016 de campagne tegen het ruimen van de nijlpaarden en omschreef het plan als een trofeejacht. Zambia is er ook niet in geslaagd om sterke, wetenschappelijke bewijzen te leveren die aantonen dat er in de Luangwa een overpopulatie van nijlpaarden is.
In 2019 werden alle verdere plannen -gelukkig- opgeborgen!

Dambisa Moyo
Een van de bekendste mensen uit Zambia is ongetwijfeld Dambisa Moyo: vanuit haar inzichten als econome gaat zij radikaal in tegen het concept van 'hulpverlening door het Westen'.

Mukanda (besnijdenisritueel)!
Op 18 juli 2024 werden 48 ontvoerde jongens gered uit een kamp waar ze gedwongen een besnijdenis moesten ondergaan. De operatie werd geleid door de zogenoemde 'genderdivisie' van de overheid, die zich inzet voor seksegelijkheid en lichamelijke zelfbeschikking.
Volgens BBC News sloegen de ouders van de jongens, die tussen de tien en zeventien jaar oud zijn, alarm toen ze erachter kwamen dat hun kinderen verdwenen waren. Volgens de autoriteiten was het kamp zonder toestemming opgezet vlak bij de stad Livingstone.
De kinderen waren in het kamp opgesloten in kooien, in onhygiënische omstandigheden. Bepaalde etnische groepen in Zambia zien het besnijden van jongens op een traditionele manier -dus niet in het ziekenhuis- als een belangrijk ritueel, dat mukanda wordt genoemd. Het lijden als gevolg van deze traditionele methode wordt gezien als een beproeving, die de jongens helpt om volwassen te worden. Ze moeten als onderdeel van dat rituele gebruik ook vaak een half jaar alleen overleven in het oerwoud.
Het kamp werd vernietigd. Drie jongens moesten in het ziekenhuis worden behandeld voor complicaties als gevolg van de besnijdenis die al was uitgevoerd, waarschijnlijk met een scheermes. Meerdere jongens waren mishandeld, vermoedelijk na een poging uit het kamp te ontsnappen. Eén jongen had last van schistosomiasis, een parasitaire infectie die kan optreden na het drinken van vervuild water.

Gevaarlijke groene grondstoffen
In mijnstad Kabwe kent iedereen wel iemand die loodvergiftiging opliep door blootstelling aan mijnafval. Zeker nu er steeds meer grondstoffen nodig zijn voor de energietransitie. De meeste inwoners hebben ooit te maken gehad met de smelterij die nu al dertig jaar dicht is. Mijnbouw bracht hier ooit geld en geluk, maar bleek een sluipmoordenaar die generaties na zijn glorieperiode nog altijd genadeloos toeslaat. Het lood hoopt zich op in je botten en verspreidt zich naar de hersenen, lever en nieren. Op termijn kan dat leiden tot cognitieve problemen, onvruchtbaarheid en in het ergste geval vroegtijdig overlijden.
In het centrum van Kabwe lijkt er niets aan de hand te zijn, maar hoe verder je naar de buitenwijken gaat, hoe minder idyllisch het wordt. De open winkelstraten maken plaats voor dichte rijen betonnen huisjes voor de mijnwerkers van weleer. In Katondo, een wijk pal naast de oude loodmijn, lijken de huizen lukraak rondgestrooid. Zand en stof liggen als een bedrukkende oranje deken over de hele buurt en dringt binnen in je neus, je mond, je oren. Stof hoort bij het leven in de steden van centraal-zuidelijk Afrika, maar het stof dat hier ronddwarrelt zit vol met giftig lood.
Het zware metaal verspreidt zich al honderdtwintig jaar door de stad. De boosdoener is dus de inmiddels gesloten Broken Hill-mijn, die werd gebouwd toen Zambia een Britse kolonie was. Dankzij de mijn kon het land onder andere profiteren van de groeiende auto-industrie. Lood werd destijds gebruikt in benzine, tot men in de jaren zeventig ontdekte hoe giftig het metaal is. Loodhoudende producten werden in meer landen verboden en de Broken Hill-mijn sloot in 1994 haar schachten.
Maar toen de loodindustrie vertrok, bleef haar afval achter: 6 miljoen ton aan 'metaalslakken', oftewel overgebleven resten lood, koper, mangaan en zink, achtergelaten in een afvalberg van 30 meter hoog. Metaalstof waait van de afvalberg naar alle hoeken en gaten van de stad of sijpelt met de regen door in het grondwater. De enige manier om het metaal op te ruimen is om de hele stad af te graven en met vers zand te vullen, maar dat is onbetaalbaar.
Tegenwoordig leunt de Zambiaanse economie nog altijd zwaar op mijnbouw. Inmiddels is niet lood maar koper het grootste exportproduct van het land. Maar liefst 70 procent van de exportinkomsten van Zambia is kopergerelateerd. Die export is te danken aan de zogenaamde 'kopergordel' in Zambia en de Democratische Republieke Congo die goed is voor een aanzienlijk deel van de wereldwijde koperproductie. En behalve koper is de Zambiaanse grond ook rijk aan mineralen zoals kobalt, nikkel, lithium, zink en mangaan, die ieder hun eigen vervuiling met zich meebrengen.
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwacht dat de vraag naar grondstoffen voor de energietransitie in 2040 terminste vier keer groter zal zijn dan in 2020. Alleen al om te voldoen aan de vraag naar batterijen, zullen er in de komende tien jaar wereldwijd 384 nieuwe mijnen nodig zijn.
Volgens de milieuorganisatie Pure Earth, die wereldwijd strijd tegen lood- en kwikvervuiling, hebben kinderen in Kabwe per deciliter gemiddeld 60 tot 120 microgram lood in bloed, maar gezondheidsproblemen kunnen al ontstaan bij 3,5 microgram per decilliter.
In 2020 stapten ruim 140.000 mensen uit Kabwe naar de rechtbank om mijnbouwbedrijf Anglo American verantwoordelijk te houden voor de vervuiling. Het Britse bedrijf was tijdens de hoogtijdagen, van 1925 tot 1974, deels eigenaar van de Broken Hill-mijn. Anglo American ontkent verantwoordelijk te zijn voor de loodvergiftiging van omwonenden. De rechter gaf het bedrijf gelijk. Volgens het vonnis zou het een 'ernstig precedent' scheppen als een bedrijf een halve eeuw nadat het zijn activiten heeft gestaakt nog aansprakelijk gesteld kan worden door generaties die nog niet geboren waren en op basis van kennis er toen nog niet was.
Ondertussen is er wel milieuwetgeving gekomen: sinds de jaren negentig heeft iedereen in Zambia recht op een schone, veilige en gezonde leefomgeving. Maar de wet wordt nauwelijks gehandhaafd, een probleem dat speelt in de meeste Afrikaanse landen met grote schulden. Onder druk van hun schuldenlast geven regeringen investeerders vrij spel. Willen ze nieuwe mijnen openen? Dan kan dat. Het enige wat telt is geld binnenhalen.
In rap tempo worden in Zambia nieuwe mijnen aangekondigd. Zoals de Mingomba-kopermijn, gefinancierd door onder anderen Bill Gates en Jeff Bezos, die de grootste mijn van het land moet worden. Om van de stijgende vraag te profiteren wil Zambia zijn koperproductie tegen 2040 bijna verviervoudigen, van 800 duizend ton naar 3 miljoen tot per jaar. Er wordt totaal niet gedacht aan de toekomst van de inwonenden. Mensenrechten en milieuvervuilling zijn blijkbaar geen criteria bij de uitbreiding van de mijnbouw.