Europese Unie locatie
EUROPESE UNIE Wikipedia

Voorzitter Europese Raad Charles Michel   Voorzitter Raad van de Europese Unie Portugal
Voorzitter Europese Commissie Ursula von der Leyen   Voorzitter Europees Parlement David Sassoli
Hoge Vertegenwoordiger Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid Josep Borrell

vlag Europese Unie

De Europese Unie (EU) is een intergouvernementele organisatie, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de jaren 50. Binnen de EU wordt er onder andere op politiek, economisch en juridisch vlak samengewerkt. De Unie streeft een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa na.

Sinds de Brexit (31 januari 2021) bestaat de unie uit 27 lidstaten.

lidstaat sinds zetels lidstaat sinds zetels lidstaat sinds zetels
België 1958    21 Hongarije 2004    21 Oostenrijk 1995    18
Bulgarije 2007    17 Ierland 1973    11 Polen 2004    51
Cyprus 2004      6 Italië 1958    73 Portugal 1986    21
Denemarken 1973    13 Kroatië 2013    11 Roemenië 2007    32
Duitsland 1958    96 Letland 2004      8 Slovenië 2004      8
Estland 2004      6 Litouwen 2004    11 Slovakije 2004    13
Finland 1995    13 Luxemburg 1958      6 Spanje 1986    54
Frankrijk 1958    74 Malta 2004      6 Tsjechië 2004    21
Griekenland 1981    21 Nederland 1958    26 Zweden 1995    20

Europese Unie



In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht door België, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland en West-Duitsland. Deze unie bleek zo succesvol dat in 1957 besloten werd tot een verdere integratie. Het Verdrag van Rome, getekend door dezelfde zes landen, richtte de Euratom en de Europese Economische Gemeenschap (EEG) op. Vanaf 1967 zouden deze drie organisaties samengevoegd worden tot de Europese Gemeenschappen (EG), met oprichting van de Commissie, de Raad en het Parlement.
Het Verdrag van Maastricht uit 1992 betekende de oprichting van de Europese Unie. De Verdragen van Schengen zorgden voor een Europese interne markt. En om te zorgen dat de Unie na deze uitbreiding goed bestuurbaar bleef, werd in 2007 het Verdrag van Lissabon getekend.
De Euro kwam er in 2002.

Huidige lidstaten (27 landen)
à Kandidaat-lidstaten (5 landen)
Potentiële lidstaten (2 landen)
Sinds 2007 omvat de Europese Unie een grondgebied van 4.324.782 km² en ongeveer 500 miljoen inwoners. Indien men de Europese Unie als één land beschouwt, neemt ze qua grondgebied de zevende plaats in op de wereldranglijst en qua bevolkingsaantal de derde -na China en India.
Een aantal lidstaten van de Europese Unie bezit overzeese gebiedsdelen en die maken er integraal deel van uit. Tot deze gebieden behoren onder andere de Spaanse exclaves in Afrika, de Canarische eilanden, de Franse overzeese departementen en de Azoren.
Volgens het EU-verdrag kan iedere Europese staat lid worden, mits alle andere lidstaten ermee instemmen. De criteria waaraan de lidstaten moeten voldoen, staan beschreven in de Criteria van Kopenhagen. Momenteel zijn er vijf kandidaat-lidstaten: IJsland, Kroatië, Macedonië, Montenegro en Turkije. Van nog eens twee landen -Albanië en Servië- is de aanvraag tot lidmaatschap ontvangen, maar zolang hun aanvraag niet officieel in behandeling is genomen, worden ze nog niet als officiële kandidaat-lidstaten gezien.

De Europese Unie heeft 7 hoofdinstellingen en verder nog een hele reeks andere instanties.
Het Europees Parlement is de volksvertegenwoordiging van de Unie en bestaat uit 736 parlementariërs, die om de vijf jaar worden verkozen. Het deelt samen met de Commissie de wetgevende macht van de EU. Het Parlement beslist samen met de Raad over de Europese begroting. De benoeming van alle leden van de Commissie, dus inclusief de voorzitter en de hoge vertegenwoordiger, moet worden goedgekeurd door het Parlement voordat ze aan de slag kunnen.
De Europese Raad (voorzitter: Herman Van Rompuy) bestaat uit de regeringsleiders van de 27 lidstaten, geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten.
De Raad van de Europese Unie (ook wel kortweg de Raad genoemd) varieert van samenstelling, afhankelijk van welk onderwerp besproken wordt. Hij bestaat uit de betreffende ministers van alle 27 lidstaten.
De Europese Commissie (voorzitter: José Manuel Barroso) is de uitvoerende tak van de EU en bestaat uit 27 eurocommissarissen. De Commissie is de enige instelling die nieuwe wetten kan voorstellen, het zogenaamde recht van initiatief. De eurocommissarissen moeten in het Europees belang werken.
Het Hof van Justitie heeft de rechterlijke macht en controleert of de Europese wetten correct worden nageleefd.
De Europese Centrale Bank.
De Europese Rekenkamer controleert de financiën van de Europese Unie.

Sinds het Verdrag van Lissabon heeft ook de burger initiatiefrecht. Dit houdt in dat één miljoen burgers, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, de Commissie kunnen vragen een voorstel te doen, als het tenminste om een bevoegdheid van de EU gaat.
Lidstaten mogen geen wetten aannemen die afbreuk doen aan reeds bestaande Europese wetten.
In de loop van de tijd hebben ze een aanzienlijke hoeveelheid soevereiniteit overgedragen aan de Europese Unie. De Europese Unie heeft als zodanig meer macht dan welke andere niet-soevereine regionale organisatie ook. Op verschillende terreinen begint de EU dan ook te lijken op een statenbond. De Unie blijft echter gebaseerd op verdragen tussen lidstaten, waaruit volgt dat ze slechts bestaat vanuit de wil van de lidstaten. Een lidstaat kan zich op elk moment terugtrekken uit de Unie en wijzigingen aan de verdragen moeten door alle lidstaten individueel worden geratificeerd.
Zoals gezegd lijkt de Europese Unie in dit opzicht het meest op een statenbond, die in tegenstelling tot een bondsstaat niet soeverein is en dus ook slechts bestaat bij de gratie van de lidstaten. Een statenbond in de traditionele zin van het woord heeft echter veel meer macht, vooral op het gebied van buitenlandse zaken en defensie.

Binnen de EU wordt gestreefd naar economische integratie van de lidstaten. Zo heeft de EU een gemeenschappelijke markt en hebben de 17 landen van de eurozone dezelfde munteenheid. Als één handelsblok beschouwd had de EU een bruto binnenlands product van 18,14 biljoen dollar in 2008 (30% van het wereldtotaal). Daarmee is de EU de grootste economie ter wereld. Het is eveneens de grootste exporteur ter wereld en de grootste handelspartner van vele grote landen zoals India en China. 170 van de 500 grootste bedrijven ter wereld hebben hun hoofdzetel in de EU.
De EU heeft gezorgd voor een Europese interne markt. Deze omvat een ruimte zonder binnengrenzen, waarbinnen economische productiefactoren (goederen, personen, diensten en kapitaal) zich vrijelijk kunnen bewegen.
De Europese Unie vormt samen met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen de Europese Economische Ruimte (EER). Ook Zwitserland heeft bilaterale afspraken met de EU.

De euro is de munteenheid van de Economische en Monetaire Unie, een groep van 17 EU-lidstaten die de euro als betaalmiddel hebben ingevoerd. Daarnaast wordt nog in vijf andere Europese landen dezelfde munteenheid gebruikt. Daarmee is de euro het dagelijkse betaalmiddel van meer dan 320 miljoen Europeanen.
De Europese Centrale Bank in Frankfurt is verantwoordelijk voor het monetair beleid binnen de eurozone. De euro heeft het geldverkeer binnen de Europese Unie aanzienlijk vereenvoudigd: waar vroeger met minstens een tiental verschillende valutawaarden gerekend werd, geldt er nu één.

De Europese Unie gaf in 2009 zo'n 116 miljard euro uit -1% van het bruto binnenlands product van de 27 landen samen. Ter vergelijking, het nationale budget van Frankrijk is ongeveer 800 miljard euro. In tegenstelling tot de nationale begrotingen mag de Europese Unie geen begrotingstekort hebben. Alle uitgaven moeten door de inkomsten worden gedekt.

Een belangrijk Europees netwerk is het Galileo-satellietnavigatiesysteem. Het wordt gebouwd door de Europese Unie in samenwerking met de Europese ruimtevaartorganisatie (ESA). Het is gepland om in 2013 operationeel te zijn. Er zullen in totaal zo'n 30 satellieten gelanceerd worden. Galileo wordt vooral gebouwd om de afhankelijkheid van de EU van de VS te verkleinen.

Euroscepsis (euroscepticisme)
Euroscepsis is een term waarmee een kritische houding omschreven wordt ten opzichte van het proces van Europese integratie, of de EU als vorm. Omdat een coalitie van eurosceptici moeilijk te vormen is over de ideologische grenzen heen is er van een eurosceptische frontvorming ook niet écht sprake.
Euroscepticisme is een vlag die vele ladingen dekt. Zo wordt er bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt tussen hard euroscepticisme en zacht euroscepticisme of eurorealisme.
Hard euroscepticisme is het volledig verwerpen van het project van Europese economische en politieke integratie. Belangrijke argumenten daarvoor kunnen nationale soevereiniteit zijn of de opvatting dat de Europese integratie diep gewortelde waarden aantast of de drager is van verkeerde waarden.
Zacht euroscepticisme omvat gedeeltelijk verzet tegen Europese integratie. Men verwerpt de EU niet in haar geheel maar is fel gekant tegen een bepaald beleidsdomein of specifieke beleidsinitiatieven.
Redenen voor Euroscepsis:
- gebrek aan democratie binnen Europese bestuursorganen
- ondoorzichtige besluitvorming en daardoor het ontstaan van corruptie
- hang naar supranationalisme die de soevereiniteit en identiteit van de afzonderlijke lidstaten (als naties) ondermijnen
- ongebreidelde en ongemotiveerde uitbreidingsdrang
- liberale economische vrije-marktkoers van Europa

Volgens de Britse politicoloog Paul Taggart zijn er in België maar twee eurosceptische partijen: Vlaams Belang en Front National. Dit komt echter zelden tot uiting omdat het in België niet verstandig is om je te profileren als een euroscepticische partij. Volgens de Eurobarometer bestempelt slechts 10% van de bevolking Europa als "een slechte zaak".

In het Europees Parlement vindt de Euroscepsis vooral aanhangers bij conservatieven, rechts-populisten, religieuzen, nationalisten, links-populisten, anti-globalisten, marxisten en ecologisten.

Europa loopt leeg!
Er waart een driekoppige draak door Europa. Hij vergrijst de bevolking, zorgt ervoor dat vrouwen minder kinderen krijgen en duwt honderdduizenden weg uit hun thuisland. Bulgarije bijvoorbeeld heeft de snelst krimpende bevolking ter wereld. De Europese Commissie brengt haar verdediging in stelling tegen die dreiging en stelde een allereerste ‘Commissaris tegen ontvolking’ aan.
Leegloop door emigratie, vergrijzing en een laag geboortecijfer verorbert niet enkel Oost-Europese landen, maar ook grote delen van Frankrijk, Spanje, Italië en Portugal, en zelfs uithoeken van Nederland. Het is een uitgesproken Europees fenomeen. De bevolkingsstatistieken van de Verenigde Naties geven Europa als enige continent op dat de komende decennia een afname van het bevolkingsaantal zal optekenen. In de jaren ’60 maakten de inwoners van de huidige EU nog twaalf procent van de wereldbevolking uit, in 2070 zal dat nog slechts vier procent zijn.

Dat zoveel mensen wegtrekken uit Oost-Europa heeft volgens Bulgaars Europarlementslid Radan Kanev te maken met het totalitaire verleden. Bewegingsvrijheid was decennialang een onbereikbare droom, ook in het binnenland. Maar dan werd verhuizen plots heel makkelijk. Een eerste keer in 1989 (bij de val van het IJzeren Gordijn), een tweede keer bij de toetreding tot de Europese Unie.
De geschoolde mensen waren de eersten die vertrokken. Later volgden de lageropgeleiden en mensen uit minderheidsgroepen, zoals Roma. Elders waren de lonen laag en de omstandigheden slecht, maar nog altijd hoger en beter dan in Bulgarije, met als gevolg een massale emigratie. De bevolking van Bulgarije zal tegen 2050 met 40 procent gedaald zijn, die van Roemenië met 30 procent, die van Kroatië met 20 procent. De Commissie schat dat 31 miljoen Europeanen wonen in snel krimpende regio’s met een laag inkomensniveau.
De vergrijzing dan. De bevolking ouder dan 65 zal aangroeien van 20 procent vandaag tot 30 procent in 2030, en het aantal mensen ouder dan 80 zal verdubbelen, een probleem dat nog wordt gevoed door de emigratie. In 2019 maakten uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg al 25 procent van het bruto nationaal product van de EU uit. Verwacht wordt dat dit sterk zal toenemen. Bovendien voorspelt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een stagnerende economische groei in landen met hoge ontvolking. Dat vastlopen van de economie voedt beïnvloedt dan weer het geboortecijfer. De leegloop leidde tot een lange periode van economische stagnatie, wat vrouwen ertoe aanzette minder kinderen te krijgen.
De Kroatische regering richtte dit jaar een ‘nationale regeringsraad voor demografische heropleving’ op. Ambtenaren, academici en ngo’s werken samen aan de Strategie voor Demografische Heropleving tot 2031. De regering maakt zich sterk dat de bevolkingsafname de komende jaren zal stoppen, maar dat is weinig waarschijnlijk.

De leegloop leidt tot tekorten op de arbeidsmarkt. In de zorg, bijvoorbeeld. Tussen 1996 en 2016 vertrokken 13.200 verplegers uit Roemenië, de meesten naar het Verenigd Koninkrijk en Italië. Tussen 2009 en 2015, op amper zes jaar tijd, verloor Roemenië de helft van zijn dokters, grotendeels aan het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België.
De Europese Commissie verwacht dat de actieve bevolking in Europa met bijna een vijfde zal afnemen tegen 2070.
Immigratie organiseren is een gevoelige zaak in Centraal-Europa, waar vele regeringen dwepen met nationaal populisme en xenofobie. De meeste regeringen trekken er in de eerste plaats ‘cultureel verwante’ arbeidsmigranten aan: Bulgarije zoekt mensen die behoren tot de Bulgaarse minderheid in Moldavië en Macedonië, Hongarije zoekt Hongaren uit Servië, Polen zoekt Oekraïners. Toch trekken ze in alle stilte ook Aziaten aan, vaak zonder officiële akkoorden met de thuislanden. Omdat die mensen vaak rondtrekkende arbeidsmigranten zijn, vinden anderen het niet belangrijk om voor een degelijk integratiebeleid te zorgen.
Heel wat immigranten kunnen het bedrijf bovendien minder makkelijk verlaten. Zonder werk krijgen ze vaak meteen een bevel om het grondgebied te verlaten. Vaak nemen de bedrijven zelfs de paspoorten van de immigranten in beslag om te voorkomen dat ze verder reizen naar West-Europa, en huisvesten ze hen in afgesloten gemeenschappen.

Onder meer door corruptie ontstaat een concentratie van kansen in de steden. Het gevolg is dat de landelijke gebieden verwaarloosd worden en dat te veel mensen in de stad wonen. Daardoor zijn er niet genoeg plaatsen in de kinderopvang en de scholen, en verkeersproblemen die dan weer leiden tot verslechterde luchtkwaliteit en allerlei gezondheidsproblemen.
In het project Welcoming Spaces onderzoekt de Universiteit van Utrecht nu hoe we twee grote Europese problemen, leegloop en ongecontroleerde migratie, kunnen ombuigen tot één oplossing: leeglopende gebieden “opvullen” met nieuwkomers, bijvoorbeeld mensen op de vlucht voor conflicten. Hiervoor wordt onderzoek gedaan in Polen, Spanje, Italië, Nederland en Duitsland. In Nederland bijvoorbeeld zijn er problemen in het grensgebied Zuid-Limburg, dat nog altijd te kampen heeft met de verdwenen mijnindustrie. Winkels sluiten, scholen gaan dicht, jongere mensen trekken weg, oudere mensen blijven achter. Samen met ziekenhuizen, arbeidsbemiddelingsdiensten en onderwijsinstellingen worden er opleidingstrajecten uitgetekend om nieuwkomers klaar te stomen om in de zorg te werken. Het is geen wonderoplossing: de taal en culturele verschillen zorgen voor problemen. Maar niets doen is ook geen optie.

Zie ook Frankrijk en Spanje.